respiratie
inleiding
- respiratie: uitwisseling van gassen thv de longalveolen (O2 en CO2)
→ wordt in het bloed getransporteerd door hemoglobine adhv passieve
diffusie (diffusie afstand is heel klein doordat epitheel en endotheel maar
1 cellaag dik zijn)
→ cellulaire respiratie: uitwisseling van gassen thv de cel zelf waardoor ze
ATP kunnen produceren door oxidatieve fosforylatie
- ventilatie: aanvoeren en afvoeren van lucht thv de trachea en de bronchiën
- respiratoir minuut volume: hoeveelheid lucht die per min wordt aangevoerd
→ bij elke inspiratie krijgen we een mix van nieuwe lucht met al aanwezige
lucht
- ademhaling zorgt voor
→respiratie: bij respiratie zet borstkas uit zodat druk in thorax kleiner
wordt en lucht wordt aangezogen, middenrif gaat zo naar beneden dus
druk in buik neemt toe
→ het stimuleren van de veneuze retour: v. cava heeft een hoge druk en
de venen in de thorax een lage druk dus bloed wordt richting thorax
gestuurd
→ het reguleren van zuur-base evenwicht: CO2 + H2O → H2CO3 → H+ +
HCO3- (veneus bloed is zuurder (rea ctei naar rechts) dan arterieel bloed
(reactie naar links)dus er wordt meer CO2 gevormd)
→ thermoregulatie: bv door te hijgen
→ vocalisatie: trillingen op de stembanden
→ metabole functie: de endotheelcellen van de longen en nier activeren
hormonen die de bloeddruk
regelen (ze regelen dat pH
binnen grenzen blijft en we niet
verzuren)
,functionele anatomie van de luchtwegen
bovenste luchtwegen
- van trachea tot alveolen gebeurt enkel het transport van lucht, pas in de alveolen
gebeurt de respiratie
- bovenste luchtwegen zorgen voor het bevochtigen van de lucht zodat het makkelijker
opgenomen kan worden
- de neus warmt de lucht op, als de lucht koud is gaat er meer bloed naar de neus, en
filtert de lucht door de conchae met slijmbekercellen (stofjes blijven daar in kleven en
wordt ingeslikt zodat het door de maag kan worden verteerd)
neusholte
- gehemelte scheidt neusholte van mondholte en het neusseptum scheidt
beide neusgaten
→ bij rund zijn de neusgaten met elkaar in verbinding
- als er bij het paard etter uit de neusgaten komt is er een probleem bij de
longen
→ bilaterale neusloop bij hond en rund is niet perse door de longen
- bij paarden wordt tijdens arbeid neusstrips op neus geplakt omdat daar de
grootste weerstand is en paard niet door mond kan ademen
→ de strip zorgt voor permanente open spreiding van de neusgaten zodat
er minder weerstand is en meer zuurstof naar longen gaat
→ lucht moet lange afstand doen naar de longen
- als er sonden worden gestoken is het in de onderste neusgang anders kom je op de
ethmoturbinalia (goede doorbloeding)
- in de neus wordt slijm geproduceerd voor de filtering
, mondholte
- contact tussen lucht en mucosa is minder intensief
→ meer kans op luchtweginfecties
- bij paard ligt de epiglottis op het zachte gehemelte dus kan niet door
mond ademen
→ hond wel
- honden en katten kunnen het brachycephaal obstructief syndroom hebben
farynx en larynx
- epiglottis sluit bij het slikken zodat het naar de slokdarm gaat
→ na anesthesie mag er niet direct gegeten worden omdat slikreflex nog
niet goed verloopt
- in de larynx zitten stembanden om te vocaliseren
→ geluid hangt af van ruimte tussen stembanden en de opspanning ervan
→ openen en sluiten gebeurt door veel spieren
→ arytenoiden zijn belangrijk om slikproblemen te vermijden
- hoestreflex: irriterende gassen, overproductie mucus of vreemd voorwerp in de
larynx dat de vrije zenuwuiteinden van n. vagus stimuleert
- niesreflex: door prikkeling van de n. trigeminus waardoor slijm uit neus wordt
verwijderd of richting maag gaat door te niezen
- zorgt ervoor dat herkauwers voedsel
kunnen herkauwen
→ ructus: gas dat weer in de muil komt
- bevat veel lymfeknopen die voor immuniteit
zorgen
- cornage: linker stemband die niet genoeg
opgespannen is door de linkertak van de n.
laryngeus recurrens
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noagoyvaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.22. You're not tied to anything after your purchase.