WFT basis
Hoofdstuk 1
§1.1 Hoe werken de financiële markten?
Geld
Sparen is het reserveren van geld. Over het gereserveerde, gespaarde geld wordt vaak
een bepaalde rentevergoeding gegeven. Hoe langer het geld op de spaarrekening moet
blijven staan, des te hoger is doorgaans de rentevergoeding.
Sparen is een vorm van vermogensopbouw met een laag rendement.
Wordt het gespaarde geld uitgegeven, dan spreken we van ontsparen.
Beleggen
Beleggen is met geld iets kopen waarvan je hoopt dat het in de toekomst meer waard
wordt.
Beleggen kan op verschillende manieren:
Beleggen in effecten: aandelen, opties, obligaties
Beleggen in fondsen: collectief beleggen in samengestelde beleggingsfondsen
Beleggen in objecten: beleggen in iets tastbaars, zoals goud of een pand
Een belangrijk kenmerk van beleggen is dat niet meer dan een verwachting bestaat wat
betreft de vermogensopbouw (dus geen garantie voor vermogensopbouw). Daarnaast zijn
beleggingen vaak makkelijk verhandelbaar (bv. Goud is makkelijk om te zetten in geld).
Beleggingen geven een hoger rendement dan spaarrekeningen. Een hoger rendement
brengt wel een hoger risico met zich mee: de kans bestaat dat de belegging minder
waard of zelfs waardeloos wordt.
Investeren
Beleggen is eigenlijk een vorm van investeren. Als iemand gaat beleggen, investeert hij
namelijk indirect in een bedrijf.
Investeringen hebben meestal betrekking op hoge bedragen. Het kenmerk van investeren
is dat met het geld kapitaalgoederen worden gekocht (machines, bedrijfspand, etc.),
terwijl bij beleggen sprake is van makkelijk verhandelbare goederen.
Wanneer een investeerder gaat investeren in een bedrijf, kan het bedrijf het geld
gebruiken om te groeien of om bepaalde projecten te ontwikkelen die geld opleveren. Als
het bedrijf goed rendeert, rendeert de investering ook goed (en andersom). Bij
faillissement ken de investering zelfs volledig verloren gaan. Investeren heeft dus een
hoog risico.
Opties geven een recht om binnen een afgesproken periode een bepaald goed te kopen
of verkopen, soms voor een vastgestelde prijs. Hierover wordt dus geen vergoeding
uitgekeerd.
Beknopte uitleg werking economische kringloop
Twee soorten huishoudens in de kringloop
Overschothuishoudens: consumenten of huishoudens van consumenten die
geld overhouden. Zij geven dus minder geld uit dan er binnenkomt in het huishouden en
kunnen hun overschot gebruiken om te sparen of te beleggen (zorgen dus voor aanbod
van vermogen). Behoefte aan spaaradvies.
Tekorthuishoudens: consumenten of huishoudens van consumenten die geld te kort
komen. Zij geven dus meer geld uit dan er in het huishouden binnenkomt (zorgen voor
vraag naar vermogen en kunnen ontsparen of geld lenen). Behoefte aan budgetadvies
(inkomen en uitgaven op elkaar afstemmen).
Samen zorgen zij voor vraag naar en aanbod van geld: de een spaart en de ander leent.
Hiermee vormen zij een markt: de financiële en vermogensmarkt.
De rol van de bank op de financiële markt
Banken trekken spaargeld van de overschothuishoudens aan tegen een vergoeding
(spaarrente) en lenen dit vervolgens uit aan de tekorthuishoudens tegen een hogere
vergoeding (rente).
Hoe hoger de spaarvergoeding (de rente) die een bank zal geven, hoe eerder een
consument geneigd is om bij die bank zijn spaargeld onder te brengen.
, Hoe meer spaargeld een bank aantrekt, hoe meer geld de bank kan uitlenen, hoe meer
de bank verdient. Behalve uitlenen kan de bank ook geld investeren in bedrijven of
gebouwen.
Het levensfasemodel
Een liquiditeitsplan heeft de volgende doelen:
Het verkrijgen van inzage in uitgaven en inkomsten
Het afstemmen daarvan met de haalbaarheid van het doel
Is het doel bekend en is bekend hoeveel kan worden gespaard voor dat doel, dan is een
gerichte inschatting te maken van de haalbaarheid van het spaardoel en van de
spaartermijn.
Het ministerie van sociale zaken heeft een levensfasemodel opgesteld, wat een
algemene weergave biedt van de diverse levensfasen die een mens als consument
doorloopt. Het geeft ook een beeld van de behoeften, kansen en zorgen van bepaalde
groepen:
Levensfase Behoeften/ kansen/ zorgen
Vroege jeugd Sterk afhankelijk van anderen
Eventueel al sparen en betalen
Weinig eigen bezit
Jongvolwassenheid Scholieren en studenten
Vaak een eerste baan
Weinig zware financiële verplichtingen
Trouwen
Koopwoning
Middenfase Drukke fase
Geboorte van en zorg voor kinderen
Financiële verplichtingen nemen toe
Echtscheiding
Overlijden
Werkloosheid
Arbeidsongeschiktheid
Actieve ouderdom Gestopt met werken
Nog in goede gezondheid
Pensioen
Ontsparen van opgebouwd vermogen
Afhankelijke Gezondheid neemt af
ouderdom Toename afhankelijkheid van anderen
Toename zorgkosten
Vermogensplanning over de erfenis
§1.2 Betalen en sparen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alanajetten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.09. You're not tied to anything after your purchase.