Hoofdstuk 1
De belangrijkste wetgeving op het gebied van inkomensverzekeringen is:
Wet Uitbreiding Loondoorbetalingsverplichting bij Ziekte (WULBZ) en de
Wet Verlenging Loondoorbetalingsplicht bij ziekte (VLZ)
Max. 104 weken, 70% van het loon., 1e jaar min. minimumloon (€ 1.725 bruto)
Ziektewet
Als loondoorbetalingsverplichting voor de werkgever bij ziekte niet van toepassing
is (bv. personen die een WW-uitkering ontvangen, uitzendkrachten en werknemers
van wie het dienstverband afloopt tijdens ziekte, de vangnetters)
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
Uitkering voor de periode na de wettelijke loondoorbetalingstermijn van 104
weken (dus na afloop van de loondoorbetalingsplicht van de werkgever of ZW)
Werkloosheidswet (WW)
WFT: Regels over advisering (klantprofiel, passend advies) en informatievoorzieningen
(DVD)
AFM: Toezicht op het naleven van gedragsregels WFT (bij overtreding boete) ten
opzichte van de klant.
DNB: Prudentieel toezicht: is de financiële instelling solvabel?
DNB + AFM kunnen sanctioneren bij overtreding.
Mocht er na de beslissing van de AFM of DNB op het bezwaar nog een verschil van inzicht
bestaan, dan kan de financieel dienstverlener via de rechtbank en vervolgens het College
van beroep voor het bedrijfsleven de rechtsgang vervolgen.
Wet op geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO): Garandeert de
rechten van de patiënten ten opzichte van medische hulpverleners. (machtiging bij
onderzoek/ medische keuring voor acceptatie, recht van inzage).
Wet op medische keuringen (WMK): medische keuringen moeten naar hun aard,
inhoud en omvang worden beperkt tot het doel waarvoor ze worden verricht. (Verbod op
medische vragen tijdens sollicitatie, tenzij belangrijk voor functie-eisen, geen keuring
voor verzekeringen via werkgever – pensioen, aanvullende AOV, financiële
risicoverzekeringen bij AVO, SPIJTOPTANT – dan wel,
Op individuele arbeidsongeschiktheidsverzekeringen is de zogeheten vragengrens uit de
WMK van toepassing. De vragengrens is (per 1 januari 2022) voor het eerstejaarsrisico €
42.745 en € 28.616 voor de daaropvolgende jaren. Deze bedragen worden elke drie jaar
aangepast aan de consumentenprijsindex.
Als de verzekerde bedragen lager zijn dan de vragengrens, dan mogen bij de medische
keuring geen vragen worden gesteld over erfelijke ziekten van de bloedverwanten van de
verzekerde of over een eventueel bij de verzekerde en/of zijn bloedverwanten uitgevoerd
,erfelijkheidsonderzoek en de resultaten ervan. Als de verzekerde de ziekte echter al
heeft, dan moet hij hier wel melding van maken. Daarnaast mag een medisch onderzoek
naar Aids of seropositiviteit plaatsvinden als de verzekerde bedragen hoger zijn dan de
vragengrens.
Gedragscode geïnformeerde verlenging en contractstermijnen schade- en
inkomensverzekeringen: Aangesloten bij Verbond van Verzekeraars. Niet van
toepassing bij basiszorgverzekering, natura-uitvaartverzekering, levensverzekering,
maatwerkcontracten waarbij nadrukkelijk is onderhandeld over de prijs en voorwaarden
(zakelijke klant)
Algemene Verordening Gegevensbescherming: Verbod niet van toepassing als de
verwerking noodzakelijk is voor onder andere: medische diagnosen, het verstrekken van
gezondheidszorg of sociale diensten, of behandelingen dan wel het beheren van
gezondheidszorgstelsels en -diensten of sociale stelsels en diensten.
Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG): Hierin
staat dat het verbod op de verwerking van gegevens over de gezondheid niet geldt als de
verwerking plaatsvindt door een verzekeraar of bemiddelaar en de verwerking
noodzakelijk is voor de beoordeling en/of voor de uitvoering van de
verzekeringsovereenkomst.
Besluit SUWI: Verzekeringen door werkgevers zijn verzekeringen die betrekking kunnen
hebben op het ziekte- en arbeidsongeschiktheidsrisico van de werknemers (bv.
Ziekteverzuim, ZW-ERD, WGA-ERD, collectieve inkomens).
Om een goede risico-inschatting te kunnen maken en om een claim op een correcte wijze
te kunnen beoordelen, heeft de verzekeraar wel gezondheidsgegevens nodig van de
werknemers. In het Besluit SUWI is dit mogelijk gemaakt.
In het besluit is opgenomen dat een werkgever in de precontractuele fase (offertefase) de
volgende gegevens van zijn (ex-)werknemers mag verstrekken aan de verzekeraar:
Geboortedatum;
Geslacht;
Gegevens over het dienstverband;
Salaris;
Verzuimstatistieken: aantallen, duur, frequentie en het aantal werknemers dat
ziek is;
Arbeidsongeschiktheidspercentages (geanonimiseerd);
Ingangsdatum van de WGA-uitkering (geanonimiseerd);
Datum van beëindiging van de loongerelateerde uitkering (geanonimiseerd);
Datum van beëindiging van een uitkering op grond van de Wet WIA
(geanonimiseerd);
Begin- en einddatum van de ZW-uitkering (geanonimiseerd).
Volgens het besluit mag de werkgever de volgende gegevens van zijn (ex-)werknemers
verstrekken aan de verzekeraar:
NAW-gegevens: naam, adres, woonplaats, verpleegadres, telefoonnummer en e-
mailadres;
Geboortedatum;
Geslacht;
Gegevens over het dienstverband: begin- en einddatum van het contract en het
soort contract;
Salaris;
Arbeidsongeschiktheids- of werkhervattingspercentage
Lopende uitkeringen en regelingen (zoals de no-riskpolis);
Het percentage loonwaarde
Datum aanvang mutatie van het verzuim;
Gegevens met betrekking tot de algemene voortgang van de re-integratie en het
re-integratietraject, waaronder gegevens over het plan van aanpak en de instroom
in de WIA en over het re-integratieverslag;
, Toekennings- en vervolgbeslissingen over uitkeringen op grond van de Wet WIA
Gegevens over de WGA-uitkering in geval de werkgever eigenrisicodrager is
Gegevens in verband met de mogelijkheid van regres;
Het BSN voor zover er sprake is van verwerking van gegevens over de
gezondheid. Het gebruik van dit nummer door de verzekeraar is noodzakelijk voor:
o Fe uitwisseling van de verzuimmelding en herstelmelding tussen de
verzekeraar en de arbodienst of het re-integratiebedrijf;
o Communicatie met UWV in het kader van het eigenrisicodragerschap
o Communicatie met de basisregistratie personen (BRP).
Hoofdstuk 2
Sociale verzekeringen: De werkgever en/of de werknemer zijn premies verschuldigd:
Werknemersverzekeringen: Werkgever draagt de premie af aan de
Belastingdienst;
Volksverzekeringen: Deze zijn bedoeld voor de hele bevolking. Belastingdienst
int premies via het loon of via de aanslag inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen.
Sociale voorzieningen: De overheid betaalt de sociale voorzieningen direct uit
de algemene middelen. De sociale voorzieningen geven recht op een uitkering ter
hoogte van het sociaal minimum of vullen het inkomen aan tot het sociaal
minimum.
Verzekerden: Iedere natuurlijke persoon die legaal ingezetene van Nederland is, is
verzekerd voor de volksverzekeringen. Ook een niet-ingezetene die in Nederland
loonbelasting afdraagt, is verzekerd.
Werknemersverzekeringen zijn verplichte verzekeringen voor alle in Nederland werkende
werknemers.
Enkele groepen personen zijn van de verzekeringsplicht uitgezonderd, waaronder
huishoudelijk personeel dat minder dan vier dagen per week werkzaam is. Het gaat om
werk dat uitsluitend of nagenoeg uitsluitend (90% of meer) in de privéhuishouding wordt
gedaan.
De Sociale Verzekeringsbank (SVB): Deze instelling zorgt voor de uitvoering van de
AOW en Anw.
Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV): De uitvoering van de
Ziektewet, WAO, WIA, WW, Toeslagenwet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering
voor zelfstandigen (WAZ) en de Wet Werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten
(Wet Wajong).
De zorgverzekeraars: Zij voeren de Wlz en de Zorgverzekeringswet uit.
De gemeenten: Zij verzorgen de uitvoering van de meeste sociale voorzieningen, zoals
de Participatiewet, IOAW, IOAZ en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
De werknemer betaalt de volledige AOW-, Anw- en Wlz-premie. Deze premies zijn
onderdeel van de loonheffing. Anderen, zoals bijvoorbeeld zelfstandigen, betalen de
premies volksverzekeringen via de aanslag inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen.
Maximumdagloon € 228,76 per dag (€ 59.706,36 per jaar). In het eerste jaar van ziekte
bestaat er recht op een uitkering als iemand zijn eigen beroep niet kan uitoefenen. Na
één jaar van ziekte is er recht op een uitkering als de werknemer niet in staat is om
gangbare arbeid te verrichten.
Als de vangnetter na twee jaar nog ziek is, dan kan er recht zijn op een WIA-uitkering. De
uitkering eindigt eerder dan twee jaar als de vangnetter: de AOW-leeftijd bereikt, langer
dan één maand gedetineerd is, na de eerstejaars Ziektewetbeoordeling voor 65% of meer
arbeidsgeschikt is.
, Sinds 2013 geldt de eerstejaars Ziektewetbeoordeling. Kan de werknemer na 1 jaar ziekte
meer dan 65% verdienen van het loon dat een gezonde vergelijkbare persoon kan
verdienen (gangbare arbeid), dan stopt de Ziektewetuitkering.
Wet verrekening inkomsten met ziekengeld: Deze wet zorgt ervoor dat het voor een
Ziektewetgerechtigde (zonder werkgever) lonend is om zoveel mogelijk te werken. Zijn
inkomen wordt namelijk voor 70% verrekend met de Ziektewetuitkering.
Bijzondere groepen: Daarnaast geldt de Ziektewet voor een aantal bijzondere groepen,
werkneemsters die ziek zijn door zwangerschap of bevalling of als gevolg van
orgaandonatie (100% oude dagloon), werknemers met een no-riskpolis (70% oude
dagloon).
Deze uitkeringen zijn ook gemaximeerd tot het maximumdagloon van € 228,76 (2022).
Voor deze bijzondere groepen is de eerstejaars Ziektewetbeoordeling niet van
toepassing.
Vrijwillig verzekerden. Dit zijn zelfstandigen die het risico van ziekte en/of
arbeidsongeschiktheid bij het UWV hebben verzekerd.
De achterliggende gedachte van de WIA is zoveel mogelijk mensen weer (deels) in het
arbeidsproces te laten terugkeren.
Iemand is voor de WIA arbeidsongeschikt als hij of zij door ziekte, ongeval, zwangerschap
of bevalling niet in staat is om met gangbare arbeid hetzelfde te verdienen als gezonde
personen. Bij de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt eerst
gekeken naar wat de werknemer zou hebben kunnen verdienen als hij niet
arbeidsongeschikt zou zijn. Dat wordt de zogeheten verdiencapaciteit of het
maatmanloon genoemd.
Vervolgens wordt bekeken wat de arbeidsongeschikte op dit moment zou kunnen
verdienen. Dat loon is de restverdiencapaciteit. Deze restverdiencapaciteit wordt bepaald
door de drie meest betalende functies te selecteren, die de werknemer nog zou kunnen
uitvoeren op basis van zijn opleiding, (werk)ervaring, mogelijkheden en beperkingen en
daar het middelste inkomen van te nemen.
Het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vervolgens met de volgende formule
bepaald:
(verdiencapaciteit -/- restverdiencapaciteit) / verdiencapaciteit x 100%
oftewel
(oud loon -/- restverdiencapaciteit) / oud loon x 100%
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alanajetten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.69. You're not tied to anything after your purchase.