HOOFDSTUK 2: FORMELE VERNIEUWING - ARTNOUVEAU EN DE WEG NAAR
ABSTRACTIE
Context en bronnen
Art Nouveau
> overkoepelende benaming verschillende stromingen 20ste eeuw in verschillende landen Europa:
⋅ Belgje en Frankrijk: Art Nouveau
⋅ Duitsland: Jugendstil
⋅ UK: Modern Style
⋅ Italië: Arte Floreale
> in deze manifesten steeds dezelfde kernwoorden; (ver)nieuwingen, Jeugdig, bevrijdend
> kortstondige bloeiperiode (1895-1905): nieuwige effecten, geen duurzame invloed uitgeoefend, fenomeen waarbij verschillende
ontwikkelingen v.d. 19de eeuw samenkwamen
> art nouveau als reactie op:
⋅ op de 19de -eeuwse bouwkunst: monumentaal, zwaarwichtig en academisch
> tegendraads t.o.v. ingenieurs, ambtenaren en bankiers (deze met een blik op de toekomst)
> te onderscheiden van de oude aristocratie
> creëren van een kunstvorm die gestalte gaf aan de dynamiek van die periode
⋅ opkomende socialisme
> linkse gedachtengoed om revolutie te ondersteunen
> rijke industriëlen hadden een visie: gezonde arbeiders productiever
> gebouw Volkshuis Victor Horta
⋅ groeiend nationaal bewust zijn: vehikel om komaf te maken met het historicisme
> classicistisch geïnspireerde gebouwen (die eender waar stonden)
> Gaudi of Mackintosh verzetten zich hiertegen
> lokale bouwtrant via (geabstraheerde) versies van lokale architectuurvormen
⋅ reageren tegen de esthetische vervuiling en sociale disruptie van de industriële revolutie
> volgens William Moris en John Ruskin: Arts & Crafts beweging
> reactie op goedkope banale massaproductie
> streven naar herwaardering handarbeid, traditie en kwaliteit
> het schone een uitdrukking van het goede, het maken en gebruiken hiervan positieve invloed op de mens
> in vele gevallen streven naar een totaalkunstwerk
> voedingsbodems:
⋅ vitalisme: alle materie en vorm een inwendige kracht bevat
> afkomst van levende organismes
> interne leven en kracht in de vorm zichtbaar te maken of beter nog, vorm te laten bepalen
> ontwerpers vonden inspiratie in botanische studies en Japanse prentkunst (essentie van vorm of beweging centraal)
⋅ Arts & crafstbeweging:
> ambacht
> totaalontwerp
> morele dimensie van esthetiek
⋅ Constructief rationalisme
> violet-le-duc
> relatie/vervlechting structuur en ornament
> eerlijke expressie constructiedetails
> gietijzer (lichtere constructies)
> transparantie en organische vormentaal van de structuur vormde een bewust
contrast met de statige, classicistische architectuur
> Art Nouveau Kenmerken
⋅ Organische vormentaal
> botanische studies en oriëntaalse kunst
> vitalisme= vloeiende zweepslag-lijn
> geen rechte hoeken (kwam niet voor in de natuur)
, ⋅ Totaalkunstwerk
> esthetisch totaalconcept: harmonische totaalomgeving
⋅ Politiek en maatschappelijk engagement
> progressieve stijl van jonge industriële elite
> lokale stijl / lokale identiteit
> effect van het nieuwe / contrast met het oude / tegenovergestelde
vroeger
Protagonisten
> Victor Horta (1861-1947)
⋅ Belangrijke pion art nouveau
⋅ Leerperiode: klassiek, typisch laat-19de eeuwse context
> Ecole des Beaux-arts: invloed violet-le-duc (skelet van het gebouw
moet zich articuleren als het gebeente van het menselijke lichaam)
> Stage Alphonse Balat: Serres Laken (glas en gietijzer, vervlechting van
structuur en ornament)
⋅ Reeks 4 private woningen: Hôtels
> Introductie art nouveau esthetiek in de architectuur
> Vloeiende ruimte-conceptie door transparantie en dynamische circulatie
>Totale integratie van structuur en ornament
> Hôtel Tassel (1893-1895)
¬ Ruime stadswoning
¬ Trap als ruggengraat van de woning, Trap 1 vloeiende beweging, uitnodigend
¬ Oplossing donkere circulatiezone van een typisch 19de -eeuwse rijwoning:
lichtgevend hart van de woning door middenzone met glazen dak
¬ Kolommen lijkend op bomen = draageffect
¬ Zweepslagmotief, glooiend
¬ Spanning tussen massiviteit van steenachtige materialen en het lichte aspect van
smeedijzer
> Hôtel Solvay (1895-1900)
¬ Herinterpretatie van het klassieke herenhuis met zijn typische centrale
trappenpartij haaks op de koetsgang
¬ Bij een typische 19de eeuw herenhuis: trappenhal omringt door gesloten muren,
weinig tot geen lichtinval
¬ Bij Solvay: trappenhal omringt door glas, zien en gezien worden = sociale functie
¬ Licht door de ruimtes in de trappenhal laten komen, maar ook glazen dak boven
circulatiezone
¬ Totaalkunstwerk
> Hôtel Van Eetvelde
¬ Van Eetvelde: secretaris-generaal Congo
¬ Exterieur zeer terughouden
¬ Inkom lange wandeling (sociaal aspect: zien en gezien worden)
¬ Huis lijkt groter dan het werkelijk is ( door de grote trappenhal)
¬ Moment van aankomen of toetreden wordt langer
¬ Inrichting gestructureerd volgens twee overlappende assensystemen:
>een volgens de symmetrie-as van het perceel
>een diagonaal gedraaid volgens een hoek van 45°
(looplijnen langer maken)
¬ Organische manier van binnenkomen ook typerend voor de vitalistische achtergrond
van de Art nouveau
, ⋅ Maison du peuple, Volkshuis
> lokale bouwtrant (natuur en baksteen) te combineren met nieuwe
mogelijkheden (gietijzer en glas)
> transparantie van het frame (ingevuld met baksteen en glas) heeft een
ideologische en morele inslag
(licht en lucht brengen voor arbeiders die dit thuis niet hadden)
> aandacht voor comfort en technische installaties
> socialisten: arbeiders verdedigen, arbeidersrechten
> in art nouveau (normaal enken voor rijken)
> dak structuur gegolft (akoestiek) vorm + techniek
> kolommen: dragend + luchtverversing
> zaal op bovenste verdieping: lichtinval voor de arbeiders
> door strengere brandnormen na WO II gesloopt
> Henry van de Velde (1863-1957)
⋅ Kunstschilder, decorateur, ontwerper
⋅ Bevrijdende kracht van kunst en esthetiek
> mooie esthetische dingen maken betere mensen (taak v.d. kunstenaar)
> esthetische loutering en sociale emancipatie
> industriële productie onder ‘esthetische controle’ (serieproductie mooi maken=industrie i.s.m. kunstenaars (bauhaus))
⋅ Vitalisme
> symbolische betekenis van de vloeiende lijn
> vormen moeten de indruk wekken dat ze zweven (het leven dat in een materie zit verder zetten)
> architectuurvormen de indruk wekken dat ze leven
⋅ Sterk beïnvloedt door de Arts & Crafst beweging van Morris en Ruskin: afkeer voor historisme, maar wel artistieke,
filosofische en morele overtuigingen
⋅ Totaalkunstwerk
⋅ Villa Bloemenwerf (Ukkel, 1895)
¬ Eigen woning
¬ Totaalkunstwerk: meubels, eetservies tot kledij van de inwoners
¬ Collectie kamers rond een centrale hal
¬ Gevelscherm dat doet denken aan een Engelse Cottagewoning
¬ Geloof in de bevrijdende kracht van esthetiek
⋅ Als reactie op de toenemende banaliteit van de massaproductie
> alliantie kunstenaars en fabrikanten
> decoratie-en gebruiksvoorwerpen creëren op grote schaal
> betaalbare, kwaliteitsvolle en louterende visuele omgeving kon ontstaan
> legde hier de basis van het latere bauhaus
⋅ Kuntschule (Weimar, 1907)
¬ Directeur
¬ Grote raampartijen en monumentale geleiding van het gevelfront
¬ Klassiek plan: grote studio’s vooran, kleinere lokale
achteraan(gelijkenis met Glasgow School of Art)
¬ Pedagogisch model ontwikkeling: stimuleren van persoonlijke
creativiteit in plaats van bestuderen van historische voorbeelden, en
gericht op de serieproductie van toegepaste kunst
¬ Start latere Bauhaus
, > Antoni Gaudi
⋅ Bekendste Spaanse architect 20 ste eeuw
⋅ Ontwikkelde een onnavolgbare, persoonlijke stijl waarbij architectuur verstrengeld
raakte met natuur en religie
⋅ Context gelijkaardig als die van Horta
> Barcelona ook een zeer belangrijke commercieel centrum met rijke elite
> ook sterk beïnvloedt door de Arts & Crafts beweging en Violet-le-duc
> ook kende Catalonië, net zoals Vlaanderen, een heropleving van de plaatselijke
variant van de Gotiek (streven naar een culturele autonomie)
> Gaudi ging op basis van de lokale bouwstijl en technieken een moderne
vormentaal ontwerpen om de Catalaanse identiteit vorm te geven
⋅ Sagrada Famillia (1898)
¬ 3 stappen op weg naar abstractie:
> gotische spitsbogen
> essentie gotiek overgehouden
> parabool = geen trekkrachten nodig
¬ Evolueerde van een typisch neogotisch paradigma naar een steeds
abstracter regionalistisch geïnspireerd idioom
¬ Vormelijke intuïtie combineren met structurele rationaliteit
(vormen afleiden uit de functionele en structurele karakteristieken van het
materiaal)
¬ Gebruik van maquettes: hangende kettingen, met gewichten die de gewichten van de
voorziene architectuurelementen nabootsten
¬ Diepgaande kennis van materialen en vormen lieten hem toe zijn rijke fantasie en
ideeën vorm te geven en te zoeken naar een eigen identiteit als ontwerper
> Charles Rennie Mackintosch
⋅ Art nouveau werd te subjectief, individueel en ook te duur bevonden om
antwoord te bieden op de opkomende industriële maatschappij
⋅ Kritische reacties ontstaan die aanleiding geven tot meer fundamentele
vernieuwingen in de architectuur
⋅ Versobering en abstrahering
⋅ Kunstschilder en decorateur
⋅ ‘tea rooms’ vol Keltische symboliek, gecombineerd met oriëntale toets
(Japan)
⋅ Waardeerde in de Japanse kunst: de terughoudendheid, economie van
middelen, eenvoudige vormen, werken met texturen en schaduweffecten,
kwalitatieve / duurzame materialen
⋅ Willow Tea Rooms, Sauchiegall Street, Glasgow
¬ Ontspanningsruimte in het centrum van de stad
¬ Verschil ruimtes qua gebruik en publiek te zien via aankleding
¬ Totaalkunstwerk
¬ Wilgentak: dominante houtsoort
⋅ Sterk beïnvloedt door de Gothic Revival
> ontwikkelen tot een persoonlijk en meer abstracte vormidioom
⋅ Glasgow School of Art (1896-1910)
¬ In 2 fasen opgetrokken
¬ Inspelen op de uitgesproken terreinhelling
¬ Inkom licht excentrisch, in het hart (zowel horizontale als verticale
zin)
¬ 4 verdiepingen terwijl de gevel er maar 2 lijkt te suggereren
(visuele effect: klassieke architectuur)
¬ Rondingen ramen: plastische aspect van de massiviteit
¬ 1ste fase neogotische inslag: decoratie met kruisbloemen,
gevelspitsen, torentjes (oostelijke gevel)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller arnedemarest. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.58. You're not tied to anything after your purchase.