Samenvatting Arbeid en tewerkstelling
Uitgebreide samenvatting INCLUSIEF EXAMENVRAGEN!!!
Gemaakt dit academiejaar (203-2024)
Notities van alle lessen + voorbeeldexamenvragen Hoge Raad + besproken artikels in de lessen
Examenvragen van alle voorgaande jaar + dit jaar ()
2.1 Werkzaamheid, werkloosheid en inactiviteit.......................................................................................... 14
2.2 Macro-, meso- en micro-aanbod............................................................................................................. 16
2.3 Determinanten van het arbeidsaanbod.................................................................................................. 20
3.1 Afgeleide vraag...................................................................................................................................... 28
3.2 Determinanten van de arbeidsvraag....................................................................................................... 29
3.3 Werving en selectie................................................................................................................................ 36
4.1 Overeducation, skill mismatches, and labor market outcomes for college graduates...............................40
4.2 Why is youth unemployment so high and different across countries?.....................................................45
4.3 Gender differences in competitiveness................................................................................................... 49
4.4 Anonymous job applications and hiring discrimination (ZEKER KENNEN).................................................54
5.1 Obesity and labor market outcomes....................................................................................................... 59
5.2 Why does unemployment differ for Immigrants?....................................................................................59
5.3 Sexual orientation and labor market outcomes.......................................................................................59
5.4 Do anti-discrimination policies work?..................................................................................................... 59
1 A1: Arbeid en arbeidsmarkt
Examen
A1: Syllabus kennen (A1,A2,A3)
Examenvragen (14/20 punten)
1 grote open vraag uit A.1, A.2 en A.3 (3 punten).
2 kleine open vragen (4 punten):
1 kleine open vraag uit elk van twee reeksen met vijf studies
(A4 en A5 bis)
4 begrippen uit A.1, A.2, A.3, A.5 en A.6 (“Omschrijf de volgende
begrippen en situeer binnen de functies en werking van de
arbeidsmarkt, in maximaal 100 woorden”; 4 punten)
2 kleine open vragen uit deel B (waaronder 1 uit voorbeeldvragen;
3 punten)
Inleiding
Beginpunt
Economie schaarste
Economie gaat niet over een overvloed aan geld, het is de
wetenschap van de schaarste
Economisten zijn mensen die op een rationele manier
handelen bij schaarste en ze gaan dan kijken hoe je hierbij
dan de best mogelijke keuzes kan maken
Schaarste = beperkt aantal centen en tijd
Schaarse factor hier: arbeid
Schaarse factor van mogelijke WN = tijd => die kunnen ze
inzetten om te gaan werken of om vrije tijd te nemen
Schaarse factor van WG: er zijn momenteel veel moeilijk in te
vullen vacatures dus schaarse factor is arbeid voor WG (wie
selecteren, = keuzeprocessen)
= hoeveel middelen inzetten om mensen tewerk te stellen
Eindpunt
Economie ⇔ vraag en aanbod op de markt
2 kanten: koper en verkoper
Koper van arbeid = werkgevers verkopen van arbeid =
werknemers
Markt hier: arbeidsmarkt
Kijken wat we van hen weten op de arbeidsmarkt (WN en WG)
Grafiek: Lijn van verkopers (aanbodscurve) en lijn voor kopers
van arbeid (werkgevers)
Stijgende aanbodscurve
Dalende vraagcurve
Evenwicht
Pagina 2 van 132
,Pagina 3 van 132
,1.1 Arbeid
1.1.1 BELANG VAN ARBEID
Belang van arbeid
DEFINITIE = Arbeid: menselijke activiteit die leidt tot productie van
nuttige goederen en diensten
Menselijk: inzetten van mensen in productieproces
Kapitaal bv: gebouwen, wegen en machines die we inzetten
in het productieproces = NIET MENSELIJK
Productie want het gebeurt binnen het proces van het maken van
goederen en diensten
Goederen: voeding en kledij
Diensten: transport, communicatie en onderwijs
Belang van arbeid:
Waarom is arbeid belangrijk?
Voltijdse carrière: 10% van het leven effectief aan het werken
= 38u werken op een week van 168u = 23% aan het werk
maar je hebt ook vakantie etc dus zo zal het dalen + je hebt
ook jaren dat je nog niet of niet meer werkt
Maatschappelijk: centrale plaats in het menselijk bestaan want (i)
verschaft welvaart, maar ook (ii) sociaal contact, zingeving en,
eventueel, status en prestige.
Belangrijk want het geeft mensen een loon en dat gebruiken
ze om te overleven in het overige % van hun leven
Wetenschappelijk: ethische, fysische, psychische, sociologische,
juridische en economische facetten
Wetenschappelijk: werk wordt in veel wetenschap bekeken
Typisch multidisciplinaire en interdisciplinaire benadering.
Economisch: onmisbare productiefactor
Productiefactor = menselijke activiteit
Onmisbaar want je hebt mensen nodig om de economie te
laten draaien
Zonder arbeid, zou er geen economie zijn
1.1.2 SOORTEN ARBEID
Soorten arbeid
Beroepsbevolking (alle mensen die arbeid aanbieden op de
arbeidsmarkt):
Beroepsbevolking = iedereen die werkt of werk zoekt dus iedereen
die arbeid aanbiedt = iedereen die bereid is om tijd te ontlenen om
te gaan werken
Arbeid uitgevoerd in dienstverband tegen vergoeding.
= Het gaat over arbeid leveren waarvoor je een vergoeding
krijgt dus NIET thuis iets doen van werk
Machtsrelatie van ondergeschikte en bovengeschikte
(vastgelegd in arbeidsverhoudingen)
Zelfstandig gepresteerde arbeid.
Geen machtsrelatie van ondergeschikte en bovengeschikte.
Typische vormen: zelfstandigen (en hun helpers en helpsters),
ondernemers en vrije beroepen
Helpers zijn bv: de meewerkende partners van de
zelfstandige
Vrije beroepen = beroepen waar je een
beroepskwalificatie voor nodig hebt (bv: apotheker,
Pagina 4 van 132
, advocaat, architect)
o Het zijn beroepen die onafhankelijk moeten zijn, ze
leveren een ideële, intellectuele prestatie waarmee
ze proberen bij te dragen aan de maatschappij
(intellect inzetten voor het maatschappelijke)
Niet: schijnzelfstandigen
Schijnzelfstandigen = doen alsof ze zelfstandig zijn (en zo
belastingen betalen)
o Mensen die hun belastingen invullen en betalen alsof
ze zelfstandige zijn (ze betalen dus geen klassieke
lasten op arbeid)
o Ze doen het om fiscale redenen om minder
belastingen te betalen
o MAAR ze zijn in de praktijk wel aan het werk als een
ondergeschikte aan een bovengeschikte WG
o Ze maken afspraak met WG om hen niet aan te
nemen in loondienst maar te doen alsof ze
zelfstandig zijn (en dan moet WG betalen voor de
dienst die WN levert via facturen)
Vaak in omgevingen waar er veel geld kan verdiend
worden
o Bv: CEO’s starten management vennootschap op
waardoor ze zogezegd zelfstandig zijn en dan huurt
een bedrijf hun diensten in (terwijl het eigenlijk het
enige bedrijf is waarvoor ze werken en het bedrijf in
feite hun baas is)
o Bv: voetballers (worden ingehuurd als een kleine
onderneming)
o Bv: journalisten die werken op freelancebasis maar
dan alleen voor 1 specifieke krant (om zo samen met
WG zo weinig mogelijk belastingen te betalen)
Schijnzelfstandig enkel als het om fiscale redenen zo lijkt
te zijn maar verder in de praktijk niet
o Dus als er geen sprake is van autonomie of
verschillende ondernemingen waar de WN werkt
Andere soorten (zonder participatie op de arbeidsmarkt):
Huishoudelijke arbeid
Onbetaalde dienstverlening
Bv: vrijwilligerswerk
Doe-het-zelf-arbeid
Bv: thuis klussen
Verdoken arbeid
Zwart werk => dan wordt je niet meegerekend als werkende
Zwart werk wordt opgespoord door te kijken hoe vaak cash
van eigenaar verandert: hoe meer omloop van cash, hoe
grotere indicator van zwart werk
België heeft redelijk veel zwart werk maar Italië nog meer
Studiearbeid
Studiearbeid = studeren en kennis opdoen = soort investering
om later te kunnen toepassen op de arbeidsmarkt
=> deze vormen van arbeid zorgen er niet voor dat iemand tot de
beroepsbevolking behoort
Pagina 5 van 132
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studX. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $30.75. You're not tied to anything after your purchase.