Samenvatting Psychologie, een inleiding, 8e editie met MyLab NL toegangscode, ISBN: 9789043034593 Minor Toegepaste Psychologie
All for this textbook (1)
Written for
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Verpleegkunde / HBO-V
I&M Individu & Maatschappij
All documents for this subject (4)
1
review
By: thibaultkdj • 5 year ago
Seller
Follow
HannahVdVeen
Reviews received
Content preview
Gedragswetenschappen Week 1 Psychologie een inleiding H10.
Persoonlijkheid: de psychologische kenmerken die een contnnuteit erlenen aan het gedrag an een
indi idn in erschillende sitnates en op erschillende momenten. (rode draad an het le en)
Persoonlijkheid wordt ge ormd door ervaring en innerlijke factoren.
Temperamenten, trekken, typen: als je snel een o erzichtelijk beeld wilt hebben an de hnidige
persoonlijkheidskenmerken (sollicitate).
Sociaal-cognitieve perspectieff nadrnk op percepte en leren, de beste inspanningen zijn niet genoeg.
Impliciete persoonlijkheidstheorieën: als je geunteresseerd bent in de manier waarop indi idnen
elkaar begrijpen (relatetherapent).
Crossculturele onderzoek: af ragen of mensen elkaar o eral ter wereld op dezelfde manier begrijpen
Persoonlijkheid bestaat uitf
- Biologie en e olnte
- Nnrtnre (omge ing)
- Sociale netwerken en cnltnnr
- Ontwikkeling
Beschrijvende persoonlijkheidstheorie: de nadrnk ligt op de betrekkelijk stabiele
persoonlijkheidskenmerken of karaktertrekken.
Persoonlijkheidsproces: de interne werking an de persoonlijkheid, om at mot ate, emote,
percepte en leren en daarnaast ook onbewnste processen.
Procestheorieën: gaan erder dan alleen beschrij en en erklaren an de persoonlijkheid in termen.
Individualisme: mensen die op allen door hnn talent of intelligente worden beloond.
Collectivisme: mensen worden beloond als ze in de groep passen en de sociale harmonie
be orderen.
Humores Bron Temperament
Bloed Hart Optmistsch (monter)
Cholè (gele gal) Le er Cholerisch (licht ont lambaar)
Melancholè (zwarte gal) Milt Melancholisch (depressief)
Flegma (slijm) Hersenen Flegmatsch (traag)
Dispositie: een psychische en fysieke kwaliteit of eigenschap an een persoon (extra ert, erlegen).
Dispositionele theorieën: een erzamelnaam oor benaderingen an de persoonlijkheid op basis an
temperament, karaktertrekken en persoonlijkheidstypen.
Hippocrates: le erde een roege bijdrage aan het idee an een erband tnssen lichaam en geest.
,Karaktertrek: stabiel persoonlijkheidskenmerk waar an men aanneemt dat het zich in het indi idn
be indt en dat in erschillende omstandigheden een leidraad ormt oor zijn of haar gedachten en
handelingen.
Hnmenrig
Opgewekt
Enthonsiast
Vriendelijk
Slim
Vijf-factorentheorie: een perspectef op karaktertrekken dat aangeef dat persoonlijkheid is
samengesteld nit ijf persoonlijkheidsdimensies.
Open-nienwschierig s. Gesloten-ongeunteresseerd (openess to experience)
Betronwbaar-georganiseerd s. Onbetronwbaar-chaotsch (conscientiousness)
Dominant-extra ert s. Ondergeschikt-intro ert (extraversion)
Warm- ertronwend s. Koel-achterdochtg (agreeableness)
Gelijkmatg-zelf erzekerd s. Ner ens-temperament ol (neuroticism)
Validiteit: mate waarin een psychologische test meet wat hij geacht wordt te meten.
Psychodynamisch persoonlijkheidstheorie (Freud)f richten de aandacht op mot ate en op de
in loed an de roege jengd op onze geestelijke gezondheid. Het accent ligt op mote en en emotes,
die deels onbewnst knnnen zijn.
Humanistische persoonlijkheidstheorief legt de nadrnk op menselijke groei en potenteel in plaats
an psychische stoornissen. Benadrnkken de mogelijkheden en niet op de tekorten.
Psychoanalyse /psychoanalytische theorie: Frends persoonlijkheidstheorie en de methode die hij
toepaste in de behandeling an psychische stoornissen.
Onbewuste: het deel an de geest waar an een indi idn zich niet bewnst is, maar waar zich
onderdrnkte impnlsen be inden die geen toegang hebben tot het bewnste.
Libido: het frendiaanse concept an psychische energie die indi idnen aanzet tot het er aren an
sensneel genot.
Idf het primite e, onbewnste deel an de persoonlijkheid. Be at fnndamentele drijf eren en
onderdrnkte herinneringen.
Superego: deel an de persoonlijkheid dat onze normen en waarden be at o ergenomen an onders
en de maatschappij.
Ego: het bewnste, ratonele deel an de persoonlijkheid, dat is belast met het handha en an rede
tnssen het snperego en het id.
Psychoseksuele fases: opeen olgende patronen waarbij genot wordt geassocieerd met de stmnlate
an erschillende delen an het lichaam in erschillende perioden an het le en.
Oedipuscomplex van Freud: grotendeels onbewnst proces waarbij jongens zich aangetrokken oelen
tot hnn moeder en zich identiceren met hnn ader. Later erschnif de erotsche aantrekkingskracht
naar ronwen an hnn eigen leefijd.
, Identificatie: het psychologische proces waarbij een indi idn probeert net zo te worden als iemand
anders (onder an het zelfde geslacht).
Elektracomplex van Carl Jung: psychoseksnele compette an een meidje met haar moeder om de
liefde an de ader.
Fixatie: stagnate an de psychoseksnele ontwikkeling in een on olwassen stadinm.
Ego-afweermechanisme: onbewnste psychische strategie die gebrnikt wordt om de er aring an een
confict of angst te erzachten.
Projectieve test: hnlpmiddel oor de beeld orming an de persoonlijkheid an een indi idn.
Persoonlijk onbewuste: Jnngs term oor dat deel an het onbewnste fat grofweg o ereenkomt met
Frends id.
Introversie (Jung)f aandacht gericht op interne er aringen, eigen gedachten en ge oelens. (minder
toegankelijke personen)
Extraversie (Jung)f aandacht is gericht naar bniten, op anderen.
Zelfactualiserende persoonlijkheid: gezond indi idn waar an de basisbehoefe er nld zijn en
daardoor rijheid heef om zijn interesse te ontwikkelen.
Fenomenaal veld: onze psychologische realiteit, bestaat nit perceptes.
Positieve psychologie: stroming die zich concentreert op de wenselijke aspecten an het
fnnctoneren an de mens, in plaats an op de psychopathologie.
Observationeel leren: een orm an cognitef leren waarbij nienwe reactes worden erwor en
nadat het gedraag an anderen is waargenomen.
Wederzijds determinisme: het proces waarbij de persoon, de sitnate en de omge ing elkaar
wederzijds beun loeden.
Locus of control: de plek waar een indi idn de belangrijkste in loed op gebenrtenissen in zijn le en
sitneert (intern of extern).
Impliciete persoonlijkheidstheorie: aanname o er de persoonlijkheid die mensen hanteren met het
doel anderen gemakkelijker te knnnen begrijpen.
Mindset: een reeks an eronderstellingen, attndes en opinies en een wijze an denken an een
indi idn of een groep.
Redemptive self: het ge oel te zijn geroepen om obstakels te o erwinnen bij pogingen om anderen
te helpen.
Fundamentele atributiefout: de neiging om bij het interpreteren an gedrag an anderen enerzijds
een o ermatge nadrnk te leggen op persoonlijke karaktertrekken terwijl anderzijds de sitnatonele
in loeden worden geminimaliseerd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HannahVdVeen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.