1 Terwijl E een bestelling opgeeft aan de melkboer loopt haar driejarige dochter de tuin
in van buurman F. Zij loopt over de bloemperken die volledig vernield worden. F
spreekt E aan tot schadevergoeding op grond van artikel 6:162 BW.
Beoordeel de volgende stellingen.
I De vordering van F zal niet succesvol zijn.
II F kan moeder E met succes op een andere rechtsgrond aansprakelijk stellen.
a Stelling I en II zijn juist.
b Alleen stelling I is juist.
c Alleen stelling II is juist.
d Stelling I en II zijn onjuist.
2 E, eigenaar van een antieke auto, is met B overeengekomen dat B de auto
gedurende een jaar om niet voor demonstratiedoeleinden mag gebruiken. Voordat de
wagen aan B ter beschikking is gesteld, wordt E in de antieke auto aangereden door
een in strijd met de verkeersregels handelende dader D, die de wagen total loss rijdt.
Nu E de auto niet meer ter beschikking kan stellen, lijdt B aanzienlijke schade.
Beoordeel de volgende stellingen.
I B kan met succes een vordering tot schadevergoeding op grond van
onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) tegen dader D instellen.
II B kan met succes een vordering tot schadevergoeding op grond van
toerekenbare tekortkoming (art. 6:74 BW) instellen.
a Stelling I en II zijn juist.
b Alleen stelling I is juist.
c Alleen stelling II is juist.
d Stelling I en II zijn onjuist.
3 Beoordeel de volgende stellingen.
I Een rechtvaardigingsgrond heeft betrekking op de onrechtmatigheid van de
gedraging.
II Een onbevoegd gegeven bevel waarop de dader mocht afgaan is een
rechtvaardigingsgrond.
a Stelling I en II zijn juist.
b Alleen stelling I is juist.
c Alleen stelling II is juist.
d Stelling I en II zijn onjuist.
4 E rijdt met 80 km per uur op de autoweg als hij door het gladde wegdek in een slip
geraakt. Hij verliest de macht over het stuur, glijdt naar de rechterkant van de weg en
ziet in sneltreinvaart de sloot langs de weg naderen. E remt krachtig en geeft een ruk
aan het stuur waardoor hij naar links schiet, op de verkeerde weghelft terechtkomt en
daar met automobilist F in botsing komt. De auto van F raakt bij de botsing ernstig
beschadigd. F stelt E op grond van artikel 6:162 BW voor de schade aansprakelijk.
Beoordeel de volgende stellingen.
I E kan zich met succes verweren met een beroep op overmacht.
II De onrechtmatige daad kan aan E worden toegerekend.
a Stelling I en II zijn juist.
b Alleen stelling I is juist.
c Alleen stelling II is juist.
d Stelling I en II zijn onjuist.
5 Als gevolg van een windhoos waait een groot aantal pannen van het dak van het huis
van eigenaar E, waardoor de voor het huis geparkeerde auto van A zwaar wordt
beschadigd. Uit onderzoek blijkt dat de onderhoudstoestand van het dak uitstekend
was. A stelt E voor de geleden schade aansprakelijk. E weigert echter de schade aan
de auto te vergoeden, aanvoerend dat de schade door overmacht is veroorzaakt dan
wel dat hem van het veroorzaken van de schade geen verwijt kan worden gemaakt.
Beoordeel de volgende stellingen.
I A kan uitsluitend E met succes ex artikel 6:162 BW voor zijn schade
aansprakelijk stellen.
II A kan uitsluitend E met succes ex artikel 6:174 BW voor zijn schade
aansprakelijk stellen.
III A kan E zowel met succes ex artikel 6:162 BW als artikel 6:174 BW voor zijn
schade aansprakelijk stellen.
a Stelling I is juist.
b Stelling II is juist.
c Stelling III is juist.
d Stelling I, II en III zijn onjuist.
6 Beoordeel de juistheid van de volgende stellingen.
I In de gevallen die door artikel 6:170, eerste lid, BW worden beheerst, bestaat
aansprakelijkheid niet alleen wanneer de daad werd gepleegd bij de uitvoering
van de opgedragen taak, maar ook wanneer de werkkring de gelegenheid
schiep tot handelingen als die welke tot de schade hebben geleid.
II In de gevallen die door artikel 6:170, tweede lid, BW worden beheerst, bestaat
aansprakelijkheid uitsluitend voor schade ontstaan door handelingen verricht
ter vervulling van de taak die aan de ondergeschikte werd opgedragen.
a Stelling I en II zijn juist.
b Alleen stelling I is juist.
c Alleen stelling II is juist.
d Stelling I en II zijn onjuist.
7 Advocaat A behartigt een zaak van cliënt C. Voor de processuele vertegenwoordiging
draagt A de zaak op aan procureur P. P maakt een procedurefout, waardoor C €
10.000 misloopt.
Beoordeel de juistheid van de volgende stellingen.
I Cliënt C kan op grond van artikel 6:171 BW advocaat A met succes
aansprakelijk stellen tot schadevergoeding voor de door procureur P
gemaakte procedurefout.
II Cliënt C kan A op grond van een contractuele aansprakelijkheidsgrond met
succes aansprakelijk stellen tot schadevergoeding voor de door procureur P
gemaakte procedurefout.
a Stelling I en II zijn juist.
b Alleen stelling I is juist.
c Alleen stelling II is juist.
d Stelling I en II zijn onjuist.
8 Kunstenaar K komt met galeriehouder G overeen dat G een schilderij van K in zijn
galerie te koop zal aanbieden. G geeft werknemer W opdracht om het schilderij op
een bepaalde plaats in de galerie op te hangen. Korte tijd na de ophanging valt het
schilderij van de muur waardoor de omlijsting breekt en het schilderwerk ernstig wordt
beschadigd. Het schilderij blijkt op een poreuze plek in de muur te zijn bevestigd. W
was hiervan niet op de hoogte. G wel, maar hij was er op het moment van de
opdracht niet op bedacht.
Beoordeel de juistheid van de volgende stellingen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottoacc. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.80. You're not tied to anything after your purchase.