Woordenlijst
Kristalvorm: groep van kristalvlakken die aan elkaar gelieerd zijn door de symmetrie-
elementen die in een kristal aanwezig zijn
Habit: natuurlijk voorkomende, algemene vorm van een mineraal
Habitus: wanneer habit niet gevormd kan worden
o euhedraal: volledig omgeven door kristalvlakken (perfect)
o subhedraal: gedeeltelijk omgeven door kristalvlakken (meest)
o anhedral: mineraal zonder kristalvlakken, afgeronde of onregelmatige vlakken
(≠ kristalvlakken)
aggregaat: vergroeiing van verschillende kristallen
Conchoïdaal: smoothly curved as on broken plate glass
Fibreus (splintery): lijkt op het spinterig einde van een beroken stuk hout
Ongregelmatig: ruw oppervlak/random onregelmatigheden
Gekarteld (hacky): oppervlak met scherpe onregelmatigheden
Schaal van F Mohs (1824): serie van 10 mineralen om de hardheid te vergelijken
Vickers hardheid = weerstand tegen indrukken met harde punt
Absolute dichtheid: Densiteit (ρ) = massa (m) / volume (v) (g/cm³)
Soortelijk gewicht/relatieve massadichtheid: G= ρ/ρH2O
o Relatie tussen gewicht substantie en gewicht gelijk volume op 4°C
Specifiek gewicht
Glans: = voorkomen van een mineraalopp bij gereflecteerd licht (reflectie + scattering)
o Luster: niet-metallisch
Idiochromatisch allochromatisch
Crystal field theory: kleur veroorzaakt door chemische bestanddelen mineralen
o Sferisch veld
o Crystal field splitting: opsplitsen van ‘orbitaalenergie’ (E=hc/λ)
o Orbital hopping: golflengte uit licht absorberen
Molecualire orbitaal transities: ladingstransfer via valentie e- tssn ionen in nabijgelegen
kristalpositities
o electron hopping: Fe2+ Fe3+
o reverse electron hopping: val e- verdeeld onder moleculaire orbitalen ipv rond 1
atoom/ion
Kleurcentra: e- dat niet vast zit in een welbepaald orbitaal aan een atoom
Dispersie: kleurschifting
kleurenspel: inwendige weerkaatsing: kleuren veranderen naargelang de hoek invallend licht
verandert
, schittering/brilliance: bv diamant
o labradoriet: kleur varieert op basis van dikte van lamellen
oppervlakte irridiscentie (zeep, hematiet, borniet)
opalescentie: fijne lichtbrekingseffecten nabij oppervlakte door inwendige structuur
o opaal: dicht gepakte equidimensionele sferen
stereffect (asterisme): Stereffect (asterisme): schittering door regelmatig gerangschikte
insluitsels
Chatoyancy (tijgeroog): lichtstraal fibers/insluitsels
Streek: kleur vna fijn poeder van mineraal op wit porseleinen plaatje (H = 7)
Luminescentie: materiaal absorbeert energie (thermisch, mechanisch, elektromagnetisch) en
zendt terug uit als zichtbaar licht
o Fluorescentie: blootstelling aan UV, X-stralen, cathodestralen
o Fosforescentie: ook luminescent na stopzetten stralen langzaam verval
o Thermoluminescentie: warmte licht
o Triboluminescentie: kracht licht
Geleiders: afhankelijk van type binding
o geleiders: pure metallische binding
o semi-geleiders: gedeeltelijk metallische binding
o niet-geleiders: covalente of ionaire binding
vectoriële eigenschap: variatie met kristallografische richting
piëzo-elektrische mineralen: mineralen + druk elektrische lading (positieve & neg pool)
Pyro-elektriciteit: mineralen + warmte elektrische lading (positieve & neg pool
Diamagnetisme: geen netto magnetisch moment (alle orbitalen opgevuld)
Transitiemetalen: enkel e- in 3d orbitaal regel van hund
o Z 22 tot 29 = Fe, Mn, Ti, Cr
Paramagnetisch: zwakke aantrekking in magnetische velden (tijdelijk magnetisch door in
sterk magnetisch veld te plaatsen)
Ferromagnetisme: sterke aantrekking in magnetisch veld
Ferri-magnetisme: spinelstructuur (Ionische spin = anti-parallel = permanent)
Frantz-serparator: Instrument dat sterke magnetische velden gebruikt om mineralen met
verschillende magnetische susceptibiliteit te scheiden
Belangrijkste fysische eigenschappen
kristalvorm: Habit (nat voorkomende vorm)
Mechanische eigenschappen
o Splijting
o Fracturatie
o Hardheid
Interactie met licht:
o Kleur
o Streek
o Glans
massa
o Specifiekgewicht-~ densiteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lonekorsgaard. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.