Duidelijke samenvatting die erg overzichtelijk is opgebouwd aan de hand van goede voorbeelden.
Erg goede voorbereiding op naderende tentamens, en leest gemakkelijk weg.
Betreft: H1, H2, H3, H4, H6
Hoofdstuk 1 (het begrip opvoeding)
Opvoedkunde: richt zich p de vaardigheden van de opvoeder
Opvoedingsleer: richt zich op het vergaren van kennis over opvoeden
Opvoedingswetenschap: richt zich op theorieën/methodes van opvoeden en de ontwikkeling daarvan.
Vier basisdimensies van opvoeden
1. Ondersteuning bieden (warmte, afecce, responsiviteit sensicviteit, beloning, emoconeel).
2. Instrucce geven (gedragsverwachcngen).
3. Controle uitoefenen (autoritaire/autoritaceve controle).
4. Grenzen stellen (wijze van bestrafen/belonen).
Opvoedingsdoelen (3 Z’s)
1. Zelfstandigheid (individu, zelf keuzes maken).
2. Zelfredzaamheid (samenleving, posiceve vorm geven aan rol in de maatschappij).
3. Zelfvertrouwen (toekomst, zelfstandig prakcsche en theorecsche problemen oplossen).
Ouder probeert dit te bereiken door kind te scmuleren zelf oplossingen voor vraagstukken te
bedenken, afankelijk van leefijd. De 3 opvoedingsdoelen versterken elkaar als het kind meer zelf
kan en mag, wordt het zelfstandiger, krijgt het meer zelfvertrouwen en wordt het zelfredzamer.
Materiële en emotonele opvoeding
Materieel: vervullen lichamelijke behoefen ((e fundamentele behoefe volgens Maslow)
Emotoneel: veiligheid, liefde, eigenwaarde en zelfactualisace (overige behoefes volgens Maslow).
Opvoeding is circulair
Opvoeding is een circulair proces acce en reacce waardoor er interacce ontstaat tussen kind en
ouder. Binnen dit proces moet de ouder creacef en invencef zijn want ieder kind is uniek en heef een
andere aanpak nodig.
, Hoofdstuk 2 (de ouder en het kind)
Opvoedingsrelate
Liefdevolle relace tussen ouder en kind waarbij ouder grenzen en ondersteuning, controle en instrucce
geef, hierdoor ontstaat incmiteit en ervaart het kind veiligheid, liefde en geborgenheid en er is sprake
van echtheid en uitdaging van het kind. In de relace is sprake van gelijkwaardigheid, wederzijds respect
en een wisselwerking.
Bowlby: houdt zich bezig met het hechcngsgedrag van een kind.
Vygotsky: benadrukt de rol van de volwassene in de zone van de naaste ontwikkeling van het kind.
Pedagogisch besef van ouders
1. Egocentrische oriëntate: de ouder projecteert de eigen behoefen op het kind, de ouder voedt het
kind op vanuit zijn eigen wensen en behoefen (vader wil dat zoon profvoetballer wordt).
2. Conventonele oriëntate: het kind wordt begrepen vanuit de algemeenheden die bestaan rond
kinderen. ze hebben betrekking op de cultuur waarin hij opgroeit (geloof).
3. Subjectef-individualistsche oriëntate: de ouder probeert de behoefe van het kind te bevredigen
binnen de context waarin de opvoedrelace zich afspeelt, zij hebben ook voor uniciteit van het kind.
4. Interacteve oriëntate: de ouder zoekt naar evenwicht tussen zijn eigen behoefen en die van het
kind. de ouder is ervan op de hoogte dat het kind veranderingen doormaakt, zowel de ouder als het
kind groeien in hun rol.
Ontwikkelingsfasen/ontwikkelingstaken/opvoedingsopgaven
Ontwikkelingsfasen: zijn fasen waarin een kind in een bepaald stadia zou moeten zijn.
Ontwikkelingstaken: gaat over de vaardigheden die een kind bij een bepaalde fase zou moeten kunnen.
Opvoedingsopgaven: wijze waarop de ouder het kind ondersteunt en helpt zijn ontwikkelingstaak te
volbrengen.
1. Fase 1: Baby/peutertjd (0-2)
Recht op primaire levensbehoefen. In deze fase fysiologische zelfregulate. Eerste 2 maanden
emoconele periode. Eerste jaar is periode van hechtng. Peuter merkt dat sommige dingen niet mogen.
Opvoedingsopgave: hechtngsfiguur, structuren aan de wereld van de baby brengen en actviteiten
voor het kind te creëren.
2. Fase 2: Peuter/kleutertjd (2-4)
Ontwikkeling op gebied van spraak en waarneming. Kind krijgt meer te horen wat wel of niet van hem/
haar verwacht wordt. Leert zich iets voor te stellen wat er niet (meer) is. Accommodate (leren van
voorbeelden uit de omgeving) en assimilate (nieuw verworven kennis kunnen toepassen op andere
gebieden). Omgaan met leefijdsgenoten. Eind van de fase geïnteresseerd in sekseverschillen.
Opvoedingsopgave: toezien op cogniteve ontwikkeling kind. Mogelijkheden creëren om met
leefijdsgenoten om te gaan.
Adaptate bestaat uit twee elementen (Piaget)
1. Assimilate: het proces waarbij mensen een ervaring interpreteren binnen hun huidige cogniceve
ontwikkelingsstadia. Denk aan flmpje (rammelaar stuk, vervangbaar voor lucifersdoosje).
2. Accommodate: verwijst naar veranderingen in bestaande manieren van denken in reacce op nieuwe
scmuli of gebeurtenissen. (je kunt ook vuur maken met de lucifersstokjes en het doosje).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rickkrul. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.