100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Staatsrecht 23/24 Eur, alle hoorcolleges en webcasts samengevat/ getranscribeerd. $6.50   Add to cart

Summary

Samenvatting Staatsrecht 23/24 Eur, alle hoorcolleges en webcasts samengevat/ getranscribeerd.

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle hoorcolleges en webcasts samengevat van het vak Staatsrecht van het Erasmus, in 2024. Het tentamen hiervoor is 5 feb. Succes!

Preview 3 out of 30  pages

  • Yes
  • January 28, 2024
  • 30
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Staatrecht
Wat is het staatsrecht?
Staatsrecht: bestaat uit het geheel van rechtsregels die betrekking hebben op de organisatie van alle
met gezag beklede organen en de grenzen hiervan. Het is het recht dat 3 functies vervult en draait om
de verhoudingen tussen overheidsambten onderling en overheidsambten en de burger:

 Constituerende functie: instellen van overheidsambten. Bijvoorbeeld art. 51 GW.
 Attribuerende functie: toekennen van bevoegdheden aan al bestaande overheidsambten, het
kan hier gaan om regelgevende, bestuurlijke of rechtsprekende bevoegdheden. Deze kunnen in
een grondwet worden geattribueerd, maar ook in gewone wetten. Een voorbeeld is art. 81 GW.
 Regulerende functie: regelt de onderlinge betrekkingen tussen overheidsambten (gebeurt
vooral door het in het leven roepen van grondrechten, deze zorgen ervoor dat overheidsambten
niet te grote bevoegdheden krijgen ten aanzien van burgers. Bijvoorbeeld art. 11 Gw). En het
regelt de betrekkingen van overheidsambten tot de onderdaan. Belangrijk hierbij is dat de
bevoegdheden van een overheidsambt niet onbeperkt worden uitgebreid. Ambten en hun
bevoegdheden moeten binnen de perken gehouden worden. Een voorbeeld van een wet die de
verhouding tussen 2 ambten reguleert is art. 42 lid 2 Gw.

Machtenscheidingsprincipe Montesquieu: de overheidstaken worden in 3 functies verdeelt, namelijk
besturen, rechtspreken en wetgeven, die worden uitgevoerd door 3 ambten uitgevoerd. Deze zijn
afzonderlijk, gelijkwaardig en zelfstandig. Er is dus geen hogere functie, er is een gelijkwaardigheid en
geen hiërarchie. Volgens een zuivere machtenscheiding hebben de ambten niks met elkaar te maken, dit
is niet zo in Nederland, wij hebben een systeem van checks and balances, waar de ambten elkaar
controleren. Er is geen volledige scheiding tussen ambten. Elk orgaan wordt gecontroleerd en is
verantwoording verschuldigd aan andere organen.

 Uitvoerende macht: Regering: uitvoeren van wetten en beslissen over onderwerpen waar de
wet niets over zegt (bijv. Het aanleggen van nieuwe wegen).
 Wetgevende macht: Regering: maken van wetten en het parlement: controleert de regering.
 Rechterlijke macht: Rechters en het OM: controleren van de uitvoerende macht en rechter: de
wet toepassen op het concrete geval.

Het gaat in het staatsrecht om overheidsambten altijd om de samenstelling hiervan, verhoudingen en de
bevoegdheden van de ambten:

 Samenstelling: hier draait het om bijvoorbeeld hoeveel leden een overheidsambt heeft en hoe
deze gekozen worden, bijvoorbeeld art. 42 lid 1 Gw.
 Verhoudingen: bijvoorbeeld, hebben overheidsambten macht over elkaar en mogen ze elkaar
controleren, bijvoorbeeld art. 68 Gw. En tussen de overheidsambten en de burger:
grondrechten.
 Bevoegdheden: welke bevoegdheden hebben overheidsambten, bijvoorbeeld art. 81 Gw.

Er zijn 6 elementen van de rechtsstaat:

1. Legaliteitsbeginsel.
2. Voorafgaande algemene regel

, 3. Machtenscheiding
4. Democratieprincipe
5. Onafhankelijke rechter
6. Klassieke grondrechten

Het staatsrecht kent 4 basisbegrippen:

- Overheidsverband: een structuur waarin overheidsambten in:
o Een rechtens bepaalde verhouding tot elkaar staan en;
o In een (wederkerige) relatie staan tot onderdanen of groepen daarvan.
 Dit is dus in feite een verzameling overheidsambten en die ambten verhouden
zich tot elkaar. En de manier waarop ze zich verhouden tot elkaar wordt bepaald
door het staatsrecht en ze verhouden zich tot onderdanen, welke mede wordt
bepaald door het staatsrecht. Andere gebieden, zoals het strafrecht,
privaatrecht en bestuursrecht spelen hier ook een rol. Het is maar zelden dat er
een wederkerige relatie is tussen onderdanen en een overheidsambt. Bij een
wederkerige relatie hebben onderdanen en overheidsambten over en weer
rechten en plichten, bijvoorbeeld als je al burger een beschikking aanvraagt bij
de overheid. Soms is er dus een wederkerige relatie, maar meestal voert de
ambt eenzijdig bevoegdheden uit, zoals het opleggen van een boete. Er zijn
verschillende overheidsverbanden. Er zijn hoofdstructuren en hulpstructuren.
De hoofdstructuren:
 Centrale overheidsverband (Rijk, Staat). Dit wordt in de grondwet
veronderstelt, het bestaat zonder dat de grondwet er iets over zegt.
 Decentraal overheidsverband provincie. Dit wordt wel expliciet
genoemd: art. 123 Gw. Hier zijn er 12 van.
 Decentraal overheidsverband gemeente. Wordt ook expliciet genoemd
in art. 123 Gw.
 De hulpstructuren:
 Andere territoriale lichamen (art. 132a Grondwet), bijvoorbeeld
Bonaire.
 Waterschap (art. 133 Gw).
 Openbare lichamen voor beroep (art. 134 Gw): bijvoorbeeld de
Nederlandse orde van advocaten.
 Openbare lichamen op grond van art. 135 Gw. Hier gaat het om
samenwerking tussen 2 of meer openbare lichamen, zoals 2 of meer
gemeentes of provincies. Dit worden ook wel samenwerkingsverbanden
genoemd.
- Overheidsambt: zijn de samenstellende delen van overheidsverbanden. Er zijn verschillende
ambten te onderscheiden van
o Het centrale overheidsverband:
 De regering (art. 42 Gw);
 Ministerraad (art. 45 Gw);
 Staatssecretaris (art. 46 Gw);
 Staten-Generaal (art. 51 Gw);

,  Raad van State (Art. 73 Gw);
 Rechterlijke macht (Art. 112 Gw).
o De decentrale overheidsverbanden (provincie en gemeente) kennen beide de volgende
parallelle structuur: Op volgorde komen ze hierna per decentrale overheidsverband.
 Gekozen ambt;
 Dagelijks bestuur;
 Van rijkswege benoemd ambt.
o Het decentrale overheidsverband provincie:
 Provinciale staten;
 Gedeputeerde staten;
 Commissaris van de Koning.
 Staan allen in art. 125 Gw.
o Het decentrale overheidsverband gemeente:
 De gemeenteraad;
 College van burgemeester en wethouders;
 Burgemeester.
 Staan allen in art. 125 Gw.
- Staatsvorm: Heeft betrekking op 2 dingen:
o De verdeling van bevoegdheden over overheidsverbanden.
o Verhoudingen tussen overheidsverbanden.
o Er zijn 3 standaard- staatsvormen:
 Gecentraliseerde eenheidsstaat; Dit is Nederland
 Gedecentraliseerde eenheidsstaat.
 Federatie (bondsstaat). Dit is het Koninkrijk.
- Regeringsvorm: Ziet ook op 2 dingen:
o Verdeling bevoegdheden binnen een overheidsverband.
o Verhoudingen tussen de ambten binnen een overheidsverband.

De regeringsvorm van Nederland is een centraal overheidsverband. Dit is een constitutionele monarchie
met parlementair stelsel en er is een bevoegdhedenverdeling die berust in zekere mate op het
machtenscheidingsprincipe.

- Constitutionele monarchie: De monarch heeft bevoegdheden (koning bij ons), andere ambten
hebben echter ook bevoegdheden. Er is niet een hoogste ambt.

Het parlementair stelsel bestaat uit 3 onderdelen:

- Politieke ministeriële verantwoordelijkheid: Er zijn 4 vormen ministeriële
verantwoordelijkheid. 2 belangrijke voor dit vak zijn:
o Strafrechtelijke verantwoordelijk (vanaf 1840): de minister kan vervolgd worden voor
regeringsdaden die de wet of grondwet schenden en hij kan dus strafrechtelijk worden
vervolgd. Deze is verwerkt in de Wet ministeriële verantwoordelijkheid in 1855 en is ook
terug te vinden in art. 355 en 356 Sr. Dit heeft ervoor gezorgd dat vanaf dat moment
koninklijke besluiten niet alleen maar moeten worden ondertekend door de koning,
maar ook door de minister: het contrasign. Want je kan alleen verantwoordelijk zijn als
je je handtekening eronder hebt gezet.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller student1221. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.50. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.50
  • (0)
  Add to cart