Samenvatting Blok 8
Taak 1- Komt een vrouw bij de dokter. Borstkanker van verleden tot heden
Kanker
Celdeling gebeurd elke minuut, in elke cel zit informatie wanneer de cel moet gaan delen en wanneer
deze weer moet stoppen. Er kan iets mis gaan in de celdeling, door toeval of door schadelijke
invloeden, reperatie-genen zorgen voor herstel, blijft dit weg, ontstaat kanker.
Solide kanker: kanker die ontstaat in een orgaan, vast, hecht, stevig.
Niet-solide kanker: kanker ontstaat in weefsels of cellen, (vloeibaar, los) in bloed of lymfe.
Kanker: paraplubegrip met allen een ongeremde celdeling, schade aan weefsels door invasieve groei
of infiltratie(=door anatomische grenzen heen groeien).
Vormen van kanker:
• Carcinomen: ontstaan uit cellen die een lichaamsoppervlak vormen. (huid, darm, luchtweg).
Onderverdeling in bedekkende cellen(=plaveicelcarcinoom/ basaalcelcarcinoom),
klierweefsel(=adenocarcinoom), overgangsepitheel, nierbekken, urineleider of de
blaas(=’overgangscelcarcinoom).
• Sarcomen: ontstaat uit cellen die bindweefselvormen(=botten, spieren)
• Blastomen: tumoren van ectodermale oorsprong(denk aan zenuwcellen)
• Melanoom: kanker van pigmentcellen
• Leukemieën en lymfomen: kanker van de cellen in het beenmerg en lymfeklieren.
•
Oorzaken: Exogeen: blootstelling chemicals, nicotine, alcohol, straling, virale infecties, voeding,
medicamenten. Endogeen: erfelijk, hormonaal, overgewicht.
Risicofactoren: Leeftijd >65, ongezond leven, virus of bacterie(=HPV-virus), erfelijkheid.
1
,Symptomen: hoesten, slikklachten, veranderende moedervlekken, schilfering/knobbeltje op de huid,
afscheiding, verandering stoelgang, plasproblemen,
gewichtsverlies, bloedarmoede(=moe, zwak, kortademig,
duizelig, hartkloppingen, zweten, hoofdpijn, oorsuizen,
bleekheid), bloedprop(=zwelling, gevoeligheid, pijn,
roodheid), vermoeidheid, pijn.
Epidemiologie:
Overleving/genezing: uitgedrukt in mortaliteit, 5-jaars en
10-jaars overleving, afhankelijk van ziektestadium en de
leeftijd. 5 jaars-overleving: 55%
Goedaardige tumor: de gevormde cellen dringen omliggend
weefsel niet binnen.
Kwaadaardige tumor: dringen wel omliggend weefsels/organen
binnen, cellen kunnen los raken en in bloed/lymfe
terechtkomen.
TNM-classificatie: T(=tumor, mate infiltratie omliggend weefsel
0-4), N(=node, lymfekliermetastasen 0-3), M(=afstandsmetastase, 0-1)(palliatief).
Soorten metastaering: lymfogene, hematogene(bloedvaten), afstandmetastering.
Ontstaanswijze
Carcinogenese: ontstaan kwaadaardige gezwellen
Eerst mutatie van proto-oncogen→ tumorsupressorgen
→apoptose genen→DNA-repair genen.
Kanker in ontwikkeling: angiogenese(=bloedvaten aanleg naar
de tumor), invasie(=binnen dringen in cellen),
metastasering(=omgeving uitgroeien), onsterfelijke cellen.
Proto-oncogen: groei stimulerend, celmembraan receptoren,
celdeling.
Tumorsuppressorgenen: remmen celgroei.
2
, Apoptose-genen: zelfvernietigingsmechaisme.
DNA-repair genen: fouten in het DNA kunnen hiermee worden hersteld.
Borstkanker
Symptomen: knobbeltje of plekje op de borst, tepelverandering(ingetrokken, afscheiding, zwelling,
rood), huidverandering(deukjes, wondjes, sinaasappelschil), warm, zwelling oksel.
Risicofactoren: vroege menstruatie(12), laat overgang(55), geen zwangerschap, na 35e kind, geen
borstvoeding, anticonceptie, overgewicht, hormoonpreparaten, dicht borstklierweefsel(veel
melkklieren), verminderd afweersysteem, alcohol, infecties, erfelijk, leeftijd, overgewicht, straling,
roken, voeding, UV.
Gevolgen: vermoeidheid, zenuwpijn, lymfeoedeem, cognitieve klachten, hartfalen, overgangsklachten,
borstprothese, botontkalking, emoties, gewichtstoename, schouder beperking, pijn,
onvruchtbaarheid, somberheid, vermoeid, verandering in de voeding.
Schildwachtklieren = regionale uitzaaiingen.
Soorten borstkanker:
• Ductaal carcinoma in situ(DCIS): borstkanker in melkbuisje, op zijn plaats, geen uitzaaiing;
• Invasief ductaal carcinoom: meest voorkomend, ontstaan uit DCIS, uitgroeiend;
• Lobulair carcinoma in situ(LCIS): melklier, op een plaats;
• Invasief lobulair carcinoom: ontstaan uit LCIS, omliggend doorgroeien, 10%.
• Hormoongevoelige borstkanker: groeit onder invloed vrouwelijk geslachtshormoon, ¾
• HER-2 positieve borstkanker: veel HER-2, eiwit die deling en groei regelt, 10%.
• Triple negatieve: allen hormoon gevoelige niet, ontbreken receptoren voor hormonen, 15%,
moeilijk te behandelen.
Zeldzame: inflammatoire(=ontstoken, agressief, 1%), Paget(=bovenste laag vd huid, tepel 3%),
medullair(=vorm van invasief ductaal carcinoom, pijn, roodheid, 2%), tabulair(=vorm ductaal
carcinoom, 1%), Phyllodes(=ontstaat in de melkklier, groeit snel, 1%).
Stadium indeling: I: <2cm, zonder uitzaaiingen, II: 2-5 cm, uitzaaiingen naar lymfeklieren, III: >5 cm,
uitzaaiingen, kleiner en buiten de huid of vast aan borstwand, IV: tumor met uitzaaiing
Gradering: I: goed gedifferentieerd, II: matig gedifferentieerd, III: slecht gedifferentieerd.
Medisch onderzoek bij borstkanker
3