Samenvatting van psychodiagnostiek 3 SPP belangrijkste informatie (tekst uit de powerpoints en extra leerstof) zonder de werkcollege's aangezien deze praktijkoefeningen zijn. Geslaagd eerste zit
- Telefoon
PSD3: SPP -
-
Documenten
Screeningsinstrumenten
- Observatiegegevens
Les 1: intro
Intakegesprek gehad met wie?
Rollen PC: psychodiagnosticus & psychologische
dienstverlening - Ouders/opvoeders
- Gezin
Psychodiagnostiek binnen SPP: - Leerkracht/zorgcoördinator
Diagnostiek binnen SPP: - Kind/jongere
Wie?: CLB/COS/Revalidatiecentrum/MPI
1 of meerdere intake gesprekken mogelijk met
Waarom?: verschillende informanten
- Inzicht problemen Binnen intakegesprek(ken):
- Bruikbare adviezen formuleren
- Kwalitatieve begeleiding op maat aanbieden - = niet-hypothese-gestuurd informatie verzamelen:
open, breed, zo veel mogelijk relevante domeinen
Hoe?: via principes psychodiagnostisch model
(kind)diagnostiek ter discussie:
Nadelen:
- Kinderen in ‘hokjes’, gereduceerd tot ‘stoornis’ - = hypothese-gestuurd informatie verzamelen:
- Enkel aandacht voor ‘afwijkend’ o PD info in verband met kennis
- Stigmatisering, naar label gedragen o Hypothesevorming tijdens gesprek
- Focus teveel op kindproblematiek en te weinig op o Hypothesetoetsing door gericht vragen stellen
omgevingsfactoren o Bevestiging of weerlegging hypothese
➔ Wisselwerking tijdens HELE intakegesprek!
Voordelen:
Combinatie intakegesprek(ken) & screeningsintrument:
- Opluchting voor kind
- Begrip en erkenning in omgeving - Niet-hypothese-gestuurd informatie verzamelen:
- Schuldgevoel ouders wegnemen o In gesprek
- Vergemakkelijkt communicatie tss hulpverleners, o In screeningsintrument: klachten die niet
betere samenwerking bevraagd zijn tijdens gesprek exploreren
- Essentieel bepalen juiste behandeling - Hypothese-gestuurd informatie verzamelen:
- Toegangspoort gepaste begeleiding en financiële o Hypothesevorming tijdens gesprek
tegemoetkoming o Hypothesetoetsing door afname
screeningsinstrument met toetsingscriterium
Uitganspunten van het psychodiagnostisch o Bevestigen of weerleggen toetsingscriterium →
procesmodel: hypothese
1. Handelt en denkt als scientist-practitioner ➔ 1 instrument bij cliënt kan beide functies hebben
2. Stemt optimaal af op cliënt
3. Handelt en denkt interventiegericht Combinatie intakegesprek(ken) & screeningsinstrument:
4. Handelt en denkt systematisch
- Niet-hypothese-gestuurd informatie verzamelen:
5. Handelt en denkt vanuit transactioneel
o Via screeningsinstrument
referentiekader
o Via gesprek
6. Handelt en denkt in constructieve samenwerking
- Hypothese-gestuurd informatie verzamelen:
met cliënt en omgeving
o Hypothese vorming via screeningsinstrument
7. Handelt en denkt fair en cultuurbewust
o Hypothesetoetsing door navraag tijdens
8. Benut en versterkt de positieve kenmerken van de
gesprek met aandacht voor falsificatie
cliënt en zijn omgeving
o Bevestiging of weerlegging hypothese
9. Handelt en denkt volgens deontologische richtlijnen
Analyse van kind en context
De intake binnen SPP: Breed kijken vanuit transactioneel referentiekader
Analyse van kind en context: OS en OLS
Context binnen SPP: opvoedingssituatie en
Praktijk ervaringen INTAKE?
onderwijsleersituatie
Informatie verzameld op stage via? (methode)
Aspecten van de OLS & OS:
- Gesprek
1
,- Analyse opvoeding en gezin Opfrissing opstellen VIB:
- Geen checklist: zeer persoonlijk, need to know, je Voorlopig integratief beeld opstellen:
moet/kan niet alles in kaart brengen
- In kaart brengen van pedagogische vraag en 1. Nagaan of verzamelde informatie volledig is
pedagogisch aanbod oPer klachtendomein (7 aspecten)
oAnamnestische informatie
De opvoedingssituatie (OS): oScoren en interpreteren van
screeningsinstrumenten
- Pedagogische vraag (kind)
o Relevante andere info (dossierstudie,
o In de interacties met opvoeder, kind als
observatie,…)
ontwikkelende persoon
2. Ordenen en clusteren van de verkregen informatie
o Kind zendt bepaalde nood uit naar opvoeders,
o Ordenen m.b.v. schema’s en modellen
met betrekking tot: aandacht, hulp, grenzen en
o Clusteren onder overkoepelende termen
sanctioneren
• Voorwaarden: aansluiten bij literatuur,
- Pedagogisch aanbod (ouder/opvoeder)
aansluiten verhaal cliënt
o Diegene verantwoordelijk voelt opvoeding
• Indicatoren: dezelfde functie, gelijklopend
kind
in tijd
o Stelt bepaald pedagogisch aanbod: aandacht,
• Dezelfde uitlokkende/inhiberende factoren
biedt hulp, stelt grenzen en sanctioneren
3. Verbanden leggen tss de geclusterde informatie
➔ !! Afstemming tussen pedagogische vraag en
o VIB = voorlopige hypothese/theorie over
aanbod
functioneren cliënt
De opvoedingssituatie: o VIB beschrijft:
• Samenhang tss probleemgebieden
- Aandacht geven = alle handelingen waardoor de • Krachtbronnen
opvoeder uitdrukt dat hij oog heeft voor het kind • Kwetsbaarheden
- Hulp bieden = de handelingen waarmee de o Vaak schematische voorstelling
opvoeder het kind bijstaat of bekwaam maakt in het o Soorten relaties:
verrichten van nog niet verworven handelingen • Causale unidirectionele relatie
- Grenzen stellen = alle handelingen van de opvoeder • Bidirectioneel verband
die een bepaald gedrag van het kind expliciet • Circulair verband
voorschrijven of inperken • Moderatie
- Sanctioneren = handelingen in reactie op • Speculatie
grensrespecterend of grensoverschrijdend gedrag • Onderdrukkend effect
van het kind 4. Onderkennende en verklarende hypothesen afleiden
- Problematische kenmerken/risicofactoren: o Toetsbare en wetenschappelijk gefundeerde
o Ouders ontkennen probleem bewerking over de cliënt/het cliëntsysteem
o Psychische stoornissen bij een ouder o Soorten hypothesen:
o Relatieproblemen • Onderkennende hypothese
o Werkloosheid • Verklarende hypothese
o Financiële problemen • Indicerende hypothese
- Positieve kenmerken/protectieve factoren: o Hypothesen hebben informatie over:
o Goede partnerrelatie • Klachten
o Goed sociaal netwerk • Omgevingsfactoren
o Goede, vlotte PH ouders • PH- en temperamentsfactoren
o Goede intelligentie • Kwetsbaarheden
o Goede pedagogische vaardigheden • Krachtbronnen
o Psychische stabiliteit • + de onderlinge samenhang tussen deze
Aspecten van de OLS: factoren
• + mogelijke hulp die aangewezen is
- Didactische werkwijze: o Selectiecriteria hypothesen:
o Vakkennis • Centraliteit
o Didactische vaardigheden • Relevantie
o Groeperingvormen • Waarschijnlijkheid
- Pedagogisch klimaat: • Toetsbaarheid/falsificeerbaarheid
o Aandacht geven o Kwaliteitscriteria formulering hypothese:
o Hulp bieden • Voldoende specifiek/concreet formuleren
o Grenzen stellen • Kan bevestigd of weerlegd worden
o Sanctioneren • In wts en operationaliseerbare termen
geformuleerd
2
, o Betrouwbaar getoetst?:
• Falsificatieprincipe voldaan?
• Volledigheid van toetsing?
Les 3: Aanvullend onderzoek
• Tegenevidentie consistent?
Psychodiagnostisch procesmodel versus
Les 2: handelingsgerichte diagnostiek:
Vergelijking procesmodel met HGD:
Wetenschappelijke onderbouwing
psychodiagnostiek
Etiologie:
- Ontstaansgeschiedenis van problematiek/stoornis
- Ook aftoetsen aan verhaal cliënt
- Bepaalt mee je VIB
- Opzoeken in diagnostische handboeken, wts
literatuur
Differentiaaldignostiek:
PPM: denken
- Uit elkaar houden van moeilijkheden/stoornissen
met gelijkaardige kenmerken - Onderzoekstraject bepalen voor afname van de
- Term differentiaal= het een sluit het ander uit onderzoeksmiddelen
- Je kan in beide moeilijkheden/stoornissen o Hypothese → onderzoekshypothese
gelijkaardige kenmerken vinden, maar toch hebben o Selecteren van onderzoeksmiddelen
ze een verschillende oorzaak o Opstellen van toetsinscriteria
- Opzoeken in diagnostische handboeken, wts
PPM: handelen
literatuur
- Stap 1:
Comorbiditeit:
o Stel onderzoekstraject voor aan cliënt
Samen voorkomen van moeilijkheden/stoornissen
o Afgestemd op cliënt
- Wts aangetoond - Stap 2:
- Hoeven elkaar niet uit te sluiten o Neem onderzoeksmiddelen op
- Kunnen dezelfde of verschillende etiologische gestandaardiseerde wijze af
factoren hebben
6 stappen Onderzoeksfase:
Psychodiagnostisch procesmodel:
1. Hypothesen omzetten in onderzoekshypothesen
2. Selecteren van onderzoeksmethoden
3. Opstellen toetsingscriteria
4. Stel onderzoeksplan voor aan cliënt
5. Neem onderzoeksmiddelen op gestandaardiseerde
wijze af
6. Hypothesen bevestigen, weerleggen of bijstellen
Handelingsgerichte diagnostiek:
1. Expliciteren van begrippen in onderzoeksvraag
2. Kiezen van onderzoeksmiddel
3. Formuleren van toetsingscriteria
4. Informeren leerling, leraar en ouder
5. Verzamelen onderzoeksgegevens
6. Interpreteren van onderzoeksgegevens en
beantwoorden van onderzoeksvragen
PPM: van hypothese naar onderzoekshypothese:
- Operationaliseren:
o Vertalen naar observeerbaar/meetbaar gedrag
o Gebaseerd op vakliteratuur/wts kader
- Expliciteren:
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller siengeukens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.66. You're not tied to anything after your purchase.