100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Oefentoets 2 incl. aantwoorden $3.24   Add to cart

Exam (elaborations)

Oefentoets 2 incl. aantwoorden

 149 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Oefentoets 2 van marketingstrategie inclusief antwoorden

Preview 2 out of 5  pages

  • June 17, 2018
  • 5
  • 2017/2018
  • Exam (elaborations)
  • Unknown
avatar-seller
1. In de adoptecurve worden vijf groepen consumenten onderscheiden. Hoe noemen we de
groep die wil delen in het succes van de innovators en de early adopters?
A. Late innovators
B. Early majority
C. Late majortty
D. Laggards

2. Welke stelling is juist over cogniteve dissonante?
A. Cogniteve dissonante komt alleen voor bij dissonancereducingbuyingbehavior
B. Cogniteve dissonante komt alleen voor bij high involvement situates
C. Als gedachten en gedragingen met elkaar overeenstemmen dan is er sprake van
D. Als je spijt hebt ten aanzien van een aankoop dan is er sprake van cogniteve dissonante

3. De Boston Consultng roup ontwikkelde een portoliomatriix. Welke van de volgende
alternateven hoort bij het kwadrant met een lage marktgroei en een groot marktaandeel?
A. Cash cow
B. Dog
C. Star
D. Wild Cat

4. In welke geval is de kruiselastciteit positef?
A. Bij complementaire goederen
B. Bij substtuten
C. Bij inferieure goederen
D. Bij luixegoederen

5. Op welke voorbeeldstrategie voor innovate heef de volgende zin betrekking: ‘er zal geen
voorraad zijn alleen een positeve cashfoww.
A. Frontloading
B. Benchmarketng
C. Bundling
D. Make-to-order

6. Aandacht aan de invloed van studeten in de marketng van Red Bull (using…..in the market.
Deze studenten die jong, atletsch en stylish zijn, zijn vermoedelijk:
A. Innovators
B. Mavens
C. Early majority
D. Early adopters

7. Welke van de volgende uitspraken is waar over cogniteve dissonante?
A. Bij pogingen spanning te reduceren is het cogniteve aspect van de
B. Cogniteve dissonante kan leiden tot attudeverandering
C. Ratonalisate speelt geen rol bij cogniteve dissonante
D. A, B en C zijn alle drie onjuist

8. In de adoptecurve worden vijf groepen consumenten onderscheiden. Hoe noemen we de
groep die wil delen in het succes van de innovators en de early adopters?
A. Late innovators
B. Early majority
C. Late majority
D. Laggards

, 9. Cogniteve dissonante kan optreden als je gedrag inconsistent is met je attude. Wat is geen
manier om cogniteve dissonante te verminderen?
A. Je gedrag aanpassen
B. Je vergelijken met iemand anders
C. Je attude aanpassen
D. De situate herinterpreteren

10. Een onderneming heef te maken met vaste, constante en variabele kosten, welke typering is
niet juist:
A. Variabele kosten zijn afankelijk van de producteomvang
B. Vaste en constante kosten zijn altjd constant
C. Niet iedere onderneming heef vaste en constante kosten
D. Een onderneming met veel variabele kosten heef automatsch veel vaste kosten

11. Om cogniteve dissonante te reduceren kan een onderneming het volgende doen:
A. Selectef informate vergeten
B. De mate van belangrijkheid van de keuze, aankoop of handeling minimaliseren
C. De beslissing terugdraaien door het product terug te brengen of te verkopen
D. Alle voorgaande mogelijkheden

12. De elastciteit van de functe y(ixx) = -1 ix2 in ix = 2 is gelijk aan:
A. -1793
B. -157
C. 159
D. -154
E. een van de bovenstaande antwoorden

13. Ten gunste van marktonderzoek bezocht Zara universiteiten, discotheken en
uitgaansgelegenheden. Er wordt hier gesproken over het benaderen van ‘wfashion leadersww.
Deze fashion leaders worden in de communicatetheorie ook wel genoemd:
A. Opinion formers
B. Opinion leaders
C. Early adopters
D. Opinion holders

14. Constante kosten dienen in de kostprijs opgenomen te worden op basis van:
A. De werkelijke bezetng
B. De begrote bezetng
C. De normale bezetng
D. Het gemiddelde van de normale en begrote bezetng

15. Welke bewering is juist?
A. Bij inverse prijszetng wordt er uitgegaan van een ideale verkoopprijs……
B. Vaste kosten worden ook wel constante kosten genoemd
C. Wanneer je positonering van hoge kwaliteit wilt opbouwen……
D. Variabele kosten worden ook wel overhead genoemd

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessa_g. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

57114 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.24
  • (0)
  Add to cart