Begrippenlijst FRESH
Periode 1
Week Begrip Betekenis
1.1 Waarde Begrippen die omschrijven wat mensen waardevol
vinden en waarnaar zij streven (persoonlijk)
(rechtvaardigheid).
Norm Handelingsvoorschrifenn die laten zien hoe je moet
handelen (algemeenn een regel) (geef mensen gelijke
kansen).
Deugd Goede eigenschap die de handelwijze van de mens
bepaalt. Intente van het handelen komt voort uit
een vaste goed eigenschap van de persoon.
Ethische vraag Vragen die steeds betrekking hebben op de vraag
wat goed of kwaad isn beginnen aak met mag/moet.
Duidelijk maken wat voor JOU het probleem is in
een casus. ‘’Is het goed als…’’
Waardenhiërarchie Een rangorde die je kunt brengen in de
belangrijkheid van de verschillende waarden die je
nastreef.
Ethisch dilemma Een dilemma is een probleem waarbij je uit twee
alternateven moet kiezenn er is sprake van een
ethisch dilemma als beide alternateven te maken
hebben met verschillende waarden en normen.
Autonomie als recht op Centraal moet staan dat de cliënt het vermogen
zelfbeschikking heef om zelf na te denken en zelf te bepalen wat hij
wilt met je leven of te wel; de mogelijkheid om over
zichzelf en het eigen lichaam en leven te beslissen.
bijvoorbeeld; moeder krijgt kinderbijslag maar kiest
ervoor om de bijslag te besteden aan henzelf
(schoenen bijvoorbeeld). Dit mag in Nederland! Als
je 18 bent ben je autonoomn dan mag je zelf
beslissen.
Autonomie als moreel ideaal als je keuzes kunt maken waar je goed over hebt
nagedacht; goede beslissingn weloverwogen
, beslissing!
Moraal Ideeën over goed en slecht.
Publieke moraal Openbaar moraaln moraal van iedereen (normen)n
waar iedereen zich aan moet houden.
Privé moraal Moraal van jezelf (waarden van jezelf)
Brede moraal Concepte van het goede die elk voor zichzelf als
persoonlijke leidraad in het leven erop na houdt en
die niet voor iedereen geldig wordt gehouden.
(samenleving met veel normen/regels)
Smalle moraal Een code van sociaal-morele normen die de
samenleving leefaar en rechtvaardig houdt en
waaraan allen zich hebben te houden.
(samenleving met weinig normen/regels)n zoveel
mogelijk persoonlijke vrijheid.
Niet-schaden principe je hebt vrijheid totdat je iemand schaadt (het moet
niet schadelijk zijn).
Dominant mensbeeld Een beeld van de mens dat erg aanwezig is ten
opzichte van andere mensen.
Normatief mensbeeld Hoe je vindt dat de mens zou moeten zijn.
Ideaalbeeld waar we naar streven.
Feitelijk mensbeeld Hoe jij de mens (feitelijk) ziet.
Neo-liberalisme Maximale vrijheid voor iedereen (smal moraal).
1.2 Mensbeeld, kindbeeld en De middeleeuwen, 500-1500 kinderen werden
opvoeddoel in: als volwassenen gezien. Door het kijken naar
De middeleeuwen anderen weet je hoe je je moet gedragen.
Renaissance
Verlichting Renaissance, 14e tot 17e eeuw kinderen kunnen
Romantiek leren.
, Verlichting, 18e eeuw Locke zei dat kinderen niet
weten en moeten leren van personen in plaats van
de kerk. Rousseau zei dat je kinderen kind moet
laten zijn.
Romantiek, eind 18e eeuw en 19e eeuw als je
maar goed je best doet. Dichter wil kinderen leren
wat wel en niet mag. Ben gehoorzaam en netjes.
Hieronymus van Alphen
Humanisme Gedachten dat je een goed leven kunt leiden zonder
een beroep te doen op Godn ervan uitgaande dat
ieder mens vrij isn waardevol en gelijkwaardig is en
dat iedereen zelf verantwoordelijk is voor zijn leven.
Rationalisme Filosofische denkrichtng die ervan uitgaat dat alleen
het gebruik van het menselijk verstand (rato) tot
zinnige kennis kan leiden.
Reformatie Hervorming die als doel heef dat iets weer wordt
zoals vroeger.
Secularisatie Proces waarbij het maatschappelijk leven zich steeds
meer gescheiden ontwikkelt van de kerk en het
geloof.
Moralisering, deugdzaamheid Anderen vertellen wat juist gedrag is.
Sociale disciplinering Een proces tjdens de vroegmoderne perioden
waardoor de samenleving verandert.
1.3 Feitelijk mensbeeld Hoe jij de mens (feitelijk ziet). Hoe de mens zich
feitelijk gedraagt.
Normatief mensbeeld Hoe je vindt dat de mens zou moeten zijn.
Ideaalbeeld waar we naar streven.
Vooronderstellingen Een theorie of stelling die men aanneemt voordat de
eerste logische stap genomen wordt. Een dergelijke
aanvaarding beïnvloedt vaak de richtng waarin men
, verder redeneert.
1.4 Soort recht: m.n.: Burgerlijk recht Ook weln civielrecht of
Burgelijkrecht/civiel privaatrecht genoemd. Beschrijf de regels voor de
recht onderlinge verhoudingen tussen personen (dus
Bestuursrecht personen- en familierechtn vermogensrecht). De
Strafrecht inhoud van het burgerlijk recht wordt het materiële
Staatrecht burgerlijke recht genoemd.
Recht tussen burgers. Alle rechten die tussen mij en
de cliënt plaatsvinden (toestemming nodig, privacy)
Bestuursrecht Het bestuursrecht geef regels hoe
bestuursorganen zich moeten gedragen jegens
burgers.
Rechtsregels tussen overheid en burgers met als doel
de samenleving te regelen (regelend recht).
Strafrecht Strafrecht is het geheel van
rechtsregels waarin is vastgelegd welk gedrag
strafwaardig wordt geachtn welke strafen op dit
gedrag gesteld zijn en via welke weg strafoplegging
gerealiseerd kan worden. Strafrecht betref dus het
(negatef) sanctoneren van bepaald gedrag.
Recht tussen overheid en een burger waarbij de
overheid het recht heef om de daad van de burger
te vergelden.
Staatrecht Het staatsrechtn grondwetelijk of
consttutoneel recht is het recht inzake de staat als
organisatorisch verband. Het heef betrekking op de
organen van de staatn op de instelling ervann hun
bevoegdhedenn hun verhouding tot elkaar en die tot
de burgers. Het staatsrecht is een onderdeel van het
publiekrecht.
Recht tussen overheden. Het feit dat jeugdzorg van
overheid naar gemeente is gegaan valt onder
staatsrecht.
Democratische rechtstaat Staatsvorm waarin de regering een
verantwoordingsplicht heef ten opzichte van de
volksvertegenwoordiging (democratsch beginsel) en
waarin de regering slechts die bevoegdheden mag
uitoefenen waartoe zij gemachtgd is door wetelijke
bepalingen (beginsel van de rechtsstaat)
De wet Geschreven wetn kan zowel van de overheidn
provincie als gemeente afomen. www.overheid.nl
alle weten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller birgitjanssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.