Het vak Europees economisch recht is opgedeeld in verschillende subcategorieën. Deze samenvatting betreft een literatuursamenvatting van het vak intellectueel eigendomsrecht. Voor andere samenvattingen of aantekeningen, zie mijn overige uploads.
De samenvatting behandelt de voorgeschreven verpl...
,Week 1
Intellecuteel Eigendom handboek, hoofdstuk 1 en 7
Jurisprudentie: hijskraan, Holland/Decca, All Round/Simstars
Hoofdstuk 1: de intellectuele eigendom
1.1 Hoofdonderscheid tussen geestelijke prestaties en onderscheidingstekens
Intellectuele eigendom kent 2 koninkrijken:
1. Rechten op geestelijke prestaties of scheppingen:
a. Octrooirecht → technische uitvindingen
b. Auteursrecht → cultuur- en informatiewerken
2. Rechten op onderscheidingstekens:
a. Merkenrecht
b. Handelsnamen
c. Geografische herkomstaanduidingen
Alle rechten verschillen in: object, duur, verkrijging, rechthebbende, inhoud en omvang.
1.2 Gemeenschappelijke privaatrechtelijke karakteristiek
Alle intellectuele eigendomsrechten zijn absolute, subjectieve vermogensrechten op goederen, niet-
zaken. Maar:
• Van een handelsnaam is omstreden of het een subjectief recht betreft → alleen een recht om
zich te verzetten tegen gebruik van een gelijke handelsnaam en geen strikt genomen geen
absoluut recht op het merk zelf;
• Een intellectueel eigendom kan zich op verschillende plaatsen bevinden en verveelvoudigd
worden.
1.3 Gemeenschappelijke economischrechtelijke eigenschap: uitputting
Alle intellectuele eigendomsrechten hebben gemeen → als een product dat door een exclusief wordt
beschermd eenmaal rechtmatig in het verkeer is gebracht, de rechten daarop voor wat verdere
vervreemding betreft zijn uitgeput. Bv. als je een boek koopt dan mag je die aan een ander weggeven,
zonder dat de rechthebbende zich daartegen kan verzetten.
Bij software verkrijg je alleen een gebruiksrecht; wordt steeds vaker online aangeboden. HvJEU
UsedSoft: in een dergelijk geval is niettemin sprake van uitputting, en dus dat men het exemplaar kan
doorverkopen, mits voor het gebruiksrecht een prijs is betaald waarmee de rechthebbende een met
de economische waarde van de kopie overeenstemmende vergoeding moest kunnen ontvangen.
1.4 Economische karakteristiek van de intellectuele eigendom
Belangrijk voor economie: technische innovatie en creatieve sector. Primair is merkenrecht bedoeld
om verwarring te voorkomen (= herkomstfunctie). Het huidige merkenrecht beschermt ook de
goodwill van bekende merken.
Economisch speciale trekken van intellectuele eigendomsrechten:
• Non-excludable goods: gebruik door de één vorm geen enkel beletsel voor gelijktijdig
gebruik door de ander.
• Niet-rivaliserende goederen: verhoogd gebruik betekent geen verhoging in prijs.
2
,1.5 Doel en ratio van de bescherming van intellectuele eigendom
1. Doelmatige ordening van het mededingingshandelen
Geestelijke prestaties
• Vanwege grote inspanningen en investeringen om het product te ontwikkelen
• Bevorderen van innovatie
Toch nog steeds omstreden of ie-rechten bescherming verdienen:
• Bescherming belemmert groei en vooruitgang i.p.v. dat het dit stimuleert → kleine groep;
geen heel sterk argument
• Effectiviteit van bescherming; geven van vertrouwen aan investeerders
Onderscheidingstekens
• Bescherming van transparantie van de markt
1.6 Het recht van de ongeoorloofde mededinging
Ongeoorloofde medededinging is een vorm van onbetamelijk handelen → levert onrechtmatige daad
op (HR Lindenbaum/Cohen). Echter, het ie-recht is een op zichzelf staand rechtsgebied. In het
Nederlands recht gaan wij ervanuit dat hetgeen wat niet ie-rechtelijk beschermd is, onbeschermd is.
Profiteren en nabootsen is dus in beginsel toegestaan. Echter, slaafse nabootsing is uitdrukkelijk niet
toegestaan. Slaafse nabootsing = de nabootsing is onnodig; niet nodig voor de deugdelijkheid en
bruikbaarheid van het product en men schept gevaar voor verwarring door die nabootsing.
1.7 Spanning met het vrij domein
Er is een zeker spanning tussen hetgeen beschermd wordt en het vrije domein. Dit begint met de
vraag: wat wordt beschermd? Daarnaast is het de vraag hoe een bepaald object beschermd wordt
(duur, voorwaarden, inhoud en omvang). Daarbij kent het ie-recht weer allerlei uitzonderingen.
1.8 Internationaal karakter
IE-recht is in belangrijke mate internationeel/europees rechtelijk bepaald. Onder ander belangrijk zijn
Unieverdag van Parijs c.q. Berner Conventie. Beheer hiervan is toevertrouwd aan de WIPO/OMPI.
Beide verdragen gaan uit van het assimilatiebeginsel: onderdanen van andere toegetreden staten in
het land van de Unie waar zij bescherming inroepen, dit kunnen doen op dezelfde voet als de
onderdanen van dat land zelf.
1.9 Europese invloeden
Veel Europees rechtelijke regels; soms gecompliceerd. Zo kan er bijvoorbeeld bescherming
plaatsvinden zowel binnen Benelux als Europees rechtelijk. Het ie-recht wordt door het EU recht
beïnvloed o.a. door:
• Vrij verkeer van goederen → uitputting regeling
• Non-discriminatie beginsel art. 18 VWEU
• Veel rekening gehouden met Handvest van de Grondrechten van de EU
• Uitoefening van intellectuele eigendomsrechten kan beperkt worden door het EU
mededingingsrecht
1.10 Handhaving van intellectuele eigendomsrechten
Handhaving is geregeld in de Handhavingsrichtlijn, welke tegen de achtergrond van het TRIPS verdrag
moet worden gezien.
Bij de handhaving gaat het vaak om een verbod, versterkt met een dwangsom. Vorderingen tot
schadevergoeding zijn ingewikkeld, tijdrovend en kostbaar. Vaak wordt daartoe dus een kortgeding
gebruikt.
3
, Daarnaast maken niet-rechthebbenden vaak gebruik van een verklaring voor recht, in die zin dat zij
vragen de rechter de verklaren dat zij geen inbreuk maken of zullen maken.
Art. 1019 e Rv: verbod ex parte → In spoedeisende zaken is de voorzieningenrechter bevoegd een
onmiddellijke voorziening bij voorraad te geven, zonder dat de vermeende inbreukmaker wordt
opgeroepen.
Art. 1019 h Rv: veroordeling te vorderen van de in het ongelijk gestelde partij van de proceskosten.
Dit wil zeggen dat de inbreukmaker mede veroordeeld wordt in de betaling van de door de
tegenpartij gemaakte advocatenkosten.
Hoofdstuk 7: ongeoorloofde mededinging
7.1 inleiding
Positie en belang ongeoorloofde mededinging’
Ie-rechten zijn onderdeel van het rechtsgebied van de ongeoorloofde mededinging. Die samenhang is
van weinig betekenis wanneer ongeoorloofde mededinging door ie-rechten wordt verboden. Echter,
wanneer ie-rechten een vorm van ongeoorloofde mededinging niet verbieden, is de samenhang
ineens wel interessant.
Privaatrechtelijk en publiekrechtelijk
Recht van ongeoorloofde mededinging → privaatrechtelijk mededingingsrecht
Al het andere → ‘gewoon’ mededingingsrecht
Recht van de ongeoorloofde mededinging
Wettelijke regelingen die van belang zijn:
1. Ie-wetten uit Europese/internationale wetgeving
2. Nationale wetgeving
a. Oneerlijke handelspraktijken (art. 6:193a-j BW)
b. Misleidende en vergelijkende reclame (art. 6:194-196 BW)
c. Zorgvuldigheidsnorm art. 6:162 BW
7.2 vrijheid van handel en bedrijf
Uitgangspunt Nederlandse recht: vrijheid van mededinging → ‘vrijheid van handel en bedrijf’. Dit is
niet in de wet afgelegd, maar kan wel geciteerd worden uit de rechtspraak van de Hoge Raad en de
geschiedenis.
• Inmiddels is het wel op allerlei manieren ingeperkt; bv. voor beroep en bedrijf.
• Vrijheid van mededinging betekent ook vrijheid om na te maken.
Art. 16 Europees Handvest bevestigt vrijheid van handel.
7.3 beperkingen vrijheid van mededinging
Op grond van de wet
Een tijdelijke beperking kan worden opgelegd bij een wet in formele zin: namaken. Zij beperken de
mededinging doordat concurrenten het product niet meer onbelemmerd kunnen produceren.
• Vrijheid van handel en bedrijf → namaak tijdelijk verbieden
• Octrooirecht → verbieden technische uitvinding zonder toestemming gedurende 20 jaar
• Auteursrecht → verbiedt namaak tot 70 jaar na dood rechthebbende
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merithvanlent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.22. You're not tied to anything after your purchase.