Dit document betreft een samenvatting van het vak Onderneming & Recht uit jaar 2 van de bachelor Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit Leiden. Het bevat jurisprudentie, hoorcollegestof en literatuur.
Week 1 & 2 Inleiding, rechtsvormen en oprichting/ontstaan van
rechtspersonen en personenvennootschappen
Eisen onderneming (art. 2 Handelsregisterbesluit):
1. Voldoende zelfstandig optredende organisatorische eenheid;
2. Voldoende inbreng arbeid of middelen;
3. Ten behoeve van derde;
4. Met het oogmerk daarmee materieel voordeel te behalen.
Eenpersoonszaak (geen rechtsvorm).
Personenvennootschappen (ontstaan bij overeenkomst):
1) Maatschap (art. 7A:1655 BW e.v.)
2) Vennootschap onder firma (art. 15 WvK e.v.)
3) Commanditaire vennootschap (art. 19 WvK e.v.)
De personenvennootschap heeft een afgescheiden vermogen. Crediteuren hebben twee
vorderingsrechten, (i) een vorderingsrecht tegen de gezamenlijke vennoten, verhaalbaar op
het afgescheiden vermogen en (ii) een vorderingsrecht tegen de afzonderlijke vennoten.
Privéschuldeisers van een vennoot kunnen, zolang de vennootschap bestaat, zich niet
verhalen op het afgescheiden vermogen.
Enkele verschillen tussen de maatschap en de vof zijn:
- Maatschap: individuele vennoten zijn slechts vertegenwoordigingsbevoegd bij
volmacht van andere vennoten (art. 7A:1679 en 7A:1681 BW). Vof: de vennoten zijn
in beginsel vertegenwoordigingsbevoegd (art. 17 WvK).
- Maatschap: individuele vennoten zijn voor gelijke delen aansprakelijk (art. 7A:1679
en 7A:1680 BW). Vof: vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk (art. 18 WvK).
Beroep Bedrijf
‘Stil’ Maatschap Maatschap
Openbaar Maatschap Vof/CV
(voor derden
bekend)
Van beroepsuitoefening is sprake indien de persoonlijke kwaliteiten van de aanbieder
centraal staan, er een (sterke) vertrouwensband is tussen cliënt en aanbieder, voor de
aanbieder tuchtrecht geldt en er ereregels zijn (advocaten, notarissen, artsen etc).
Van bedrijfsuitoefening is sprake indien er geen beroepsuitoefening is.
Rechtspersonen (boek 2 BW: hebben wél rechtspersoonlijkheid)
BV/NV
- Opgericht bij notariële akte
- Statuten
- In aandelen verdeeld kapitaal
, - Duale structuur met als zeggenschapsorganen het bestuur en de algemene
vergadering van aandeelhouders (AVA)
- Aandeelhouders zijn in beginsel niet aansprakelijk voor schulden van de
vennootschap (art. 2:64/175 lid 1 BW)
Coöperatie
- Opgericht door meerzijdige rechtshandeling bij notariële akte (art. 2:53/54 BW)
- Statuten
- Ingeschreven in het handelsregister
- Coöperatie mag wél winst uitkeren aan haar leden
- Wordt gefinancierd door middel van het met winst drijven van de onderneming (art.
2:53 BW)
Vereniging
- Kan ontstaan doordat het samenwerkingsverband van personen als eenheid aan het
rechtsverkeer gaat deelnemen (The Lord’s Choir)
- Opgericht bij notariële akte: formele vereniging
- Niet opgericht bij notariële akte: informele vereniging
- Rechtspersoon met leden en gericht op een bepaald doel (art. 2:26 lid 1 BW)
- Geen winst uitkeren aan haar leden (art. 2:26 lid 3 BW)
- Kan contributie vragen aan leden (art. 2:34a BW)
Stichting
- Opgericht bij notariële akte (art. 2:286 BW)
- Rechtspersoon zonder leden die beoogt met behulp van een daartoe bestemd
vermogen een in de statuten vermeld doel te verwezenlijken
- Mag geen winst uitkeren (art. 2:285 lid 3 BW)
- Ledenverbod (art. 2:285 lid 1 BW)
Structuurregime van toepassing bij de NV of BV (art. 2:153/263 BW)
1. Het geplaatst kapitaal bedraagt samen met de reserves minimaal 16 miljoen;
2. Er is een ingestelde ondernemingsraad (OR) bij de vennootschap of een afhankelijke
vennootschap;
3. In de regel zijn meer dan honderd werknemers bij de vennootschap of een
afhankelijke vennootschap werkzaam.
Bij een ontstaansgebrek, als het ontbreken van een vereiste notariële akte, ontstaat de
rechtspersoon niet (art. 2:4 lid 1 BW).
Een oprichtingsgebrek leidt tot een geldige, maar voor ontbinding vatbare rechtspersoon
(art. 2:21 lid 1 sub a). Bij een oprichtingsgebrek is er sprake van totstandskomingsgebreken
zoals geen oprichtingshandeling, de statuten voldoen niet aan de wettelijke eisen, niet
voldaan aan het minimumkapitaal etc.
Preconstitutief handelen (art. 2:93/203 BW): voordat de vennootschap is opgericht kan
men al handelen onder de naam BV of NV in oprichting. De vertegenwoordigende
handelingen verricht door de vennootschap in oprichting kunnen dan, na oprichting, door de
vennootschap bekrachtigd worden. Omdat dit systeem voor de wederpartij veel onzekerheid
, meebrengt, zijn degenen die namens de op te richten vennootschap hebben gehandeld, tot
het moment van bekrachtiging, hoofdelijk verbonden en aansprakelijk.
Wanneer echter de vennootschap haar verplichtingen uit die bekrachtigde rechtshandeling
niet nakomt, en degenen die handelen, wisten of redelijkerwijs konden weten dat de
vennootschap niet zou nakomen, dan zijn deze laatsten hoofdelijk aansprakelijk voor de
schade die de wederpartij als gevolg daarvan lijdt (art. 2:93/203 lid 3 BW).
‘Van een onderneming is sprake indien een voldoende zelfstandig optredende
organisatorische eenheid van één of meer personen bestaat waarin door voldoende inbreng
van arbeid of middelen, ten behoeve van derden diensten of goederen worden geleverd of
werken tot stand worden gebracht met het oogmerk daarmee materieel voordeel te behalen’
(art. 2 lid 1 Handelsregisterbesluit).
Jurisprudentie
The Lord’s Choir-arrest
In dit arrest bepaalde het Hof dat een vereniging twee verschijningsvormen kent ex art. 2:26
en 2:27 BW, namelijk een formele vereniging en een informele vereniging. Een informele
vereniging wordt niet bij notariële akte opgericht en statuten zijn ook niet vereist. Wel is
vereist dat de vereniging een zelfstandig georganiseerd samenwerkingsverband is met een
eigen identiteit dat gericht is op een bepaald doel en als eenheid deelneemt aan het
rechtsverkeer.
Astense dierenartspraktijk-arrest
Vijf vereisten voor het aannemen van een maatschap (art. 7A:1655 BW) zijn:
1. Een overeenkomst die vormvrij is;
2. Een streven naar materieel voordeel voor alle deelnemers;
3. Verdeling van voordeel over alle deelnemers;
4. Samenwerking op basis van gelijkheid en gelijkwaardigheid;
5. Inbreng ex art. 7A:1662 lid 1 BW.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sararedeker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.