Duidelijke en uitgebreide samenvatting. Onderverdeeld in kopjes, begrippen zijn geel gemarkeerd en is ondersteund met afbeeldingen ter verduidelijking. Eventuele namen hebben een oranje kleur.
Samenvatting Het palet van de psychologie - Jakop Rigter
Het palet van de psychologie H 1 t/m 6 & 8
Het palet van de Psychologie
All for this textbook (3)
Written for
Haagse Hogeschool (HHS)
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Psychologische Stromingen
All documents for this subject (2)
22
reviews
By: timofeenstra1 • 9 months ago
By: noelledejong • 1 year ago
By: marliekebrouwer • 1 year ago
By: nienkeeelkema • 2 year ago
By: dancerx • 1 year ago
By: Naomidevries123 • 1 year ago
Translated by Google
Got an 8.8 with this summary;)
By: zhilinbosch • 1 year ago
Translated by Google
Oh what great! Nice to hear!!
By: lisandijkstra • 3 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
zhilinbosch
Reviews received
Content preview
Psychologische stromingen aantekeningen.
Hoofdstuk 1: Een palet vol theorieën
Psychologie:
Psychologie is een wetenschap waarbij zowel het gedrag van mensen wordt bestudeerd, als de gevoelens en
gedachten die mensen hebben bij het ervaren van hun gedrag en de omstandigheden waarin dat
plaatsvindt.
- Extern: de psychologie kent van oudsher veel raakvlakken met andere mens- of sociale wetenschappen.
- Intern: veel meningsverschillen tussen psychologen onderling.
Theorie:
Referentekader
- Werkt als een bril: manier van kijken.
- Fungeert als een zoeklicht: sommige aspecten worden belicht en andere juist onderbelicht.
Meerdere theorieën kunnen zaken verschillend beschrijven en verklaren.
Theorieën komen en gaan.
Drie functes van psychologie:
Systematseren of ordenen:
- Het ordenen van de werkelijkheid.
- Het beschrijven van wat er wordt waargenomen.
- Belangrijke wetenschappelijke eis: de procedure van verwerving is duidelijk en controleerbaar.
Verklaren en voorspellen:
- De resultaten kunnen verklaard worden door aan te geven dat ze in specifeke omstandigheden bereikt
worden.
Heuristsche functe:
- Op grond van het inzicht dat de theorie heef opgeleverd kunnen nieuwe voorspellingen gedaan worden
experiment Milgram (schokken toedienen) je zou kunnen voorspellen dat mensen die in een
afhankelijkheidsrelate komen van een ander, dingen zullen doen die ze normaal niet zouden doen.
Geschiedenis van stromingen:
Altjd een historische ontwikkeling- schoolvorming
Altjd onder invloed van cultuur en tjdstp van ontstaan.
Stromingen reageren op elkaar.
Er is vaak sprake van wisselende modes en slingerbewegingen.
Stromingen maken gebruik van elkaars inzichten.
Nadruk op efectviteit: evidence based.
Mensbeelden:
Manier waarop wij naar mensen kijken.
Wie zijn wij? Beschrijving van de eigenschappen.
Wie behoren wij te zijn?
- Het is toch normaal hoe hij zich gedraagt?
- Dat is onmenselijk!
Wordt bepaald door cultuur hoofd vs hart.
3 mensbeelden in de psychologie:
Mechanistsch mensbeeld
Organistsch mensbeeld
Personalistsch mensbeeld
1
,Mechanistsch mensbeeld:
De mens is samengesteld uit afzonderlijke delen, met elk hun afzonderlijke eigenschappen.
Delen van mensen kunnen zelfstandig bestuurd worden.
Mensen worden door externe krachten voortbewogen: gaat om jouw reacte op omgeving en niet
andersom.
Delen kunnen los van sociale of materiële omgeving bestudeerd worden.
Uitgangspunten mechanistsch mensbeeld:
Geen onderscheid tussen dieren en mensen.
Verklaring is lineair causaal A veroorzaakt B.
Als alle onderdelen bekend zijn, kennen we het geheel.
Mensen en onderdelen van mensen kunnen zelfstandig bestudeerd worden zonder rekening te houden met
hun omgeving.
Vb: behaviorisme.
Organistsch mensbeeld:
Mensen zijn een geheel, een groeiend organisme.
Er is sprake van een interne dynamiek en een externe dynamiek.
- Intern: onderdelen beïnvloeden elkaar en zijn niet los van elkaar te zien.
- Extern: er is een wisselwerking met de omgeving.
Uitgangspunten organistsch mensbeeld:
Mens en dier zijn gelijk, behalve dat mensen een sociale/ culturele omgeving hebben en dieren niet.
Verklaring is circulair causaal (A veroorzaakt B en B veroorzaakt ook A): interacte met omgeving.
Het geheel is meer dan de som der delen: we kijken naar de totale mens.
Mensen zijn niet los van hun omgeving te bestuderen.
Vb: systeemtheorie.
Personalistsch mensbeeld:
Gaat uit van het unieke karakter van mensen, mensen vormen zelf cultuur/ omgeving.
Mens staat niet alleen in wisselwerking met de omgeving, maar geven hier ook vorm aan.
Mens verleent zin of betekenis aan de wereld.
Geloof en spiritualiteit zijn belangrijke thema’s. Dat benadrukt het verschil tussen mensen en dieren.
Mensen kunnen toekomstgericht denken -vb. diploma halen, bepaalt je gedrag.
Mensen handelen doelgericht.
Uitgangspunten personalistsch mensbeeld:
Mensen en dieren zijn niet gelijk.
Mens wordt gezien als een geheel, niet in delen.
Mensen handelen doelgericht en zijn verantwoordelijk voor eigen gedrag.
Vb: psychoanalyse.
3 methoden van kennisverwerving in de psychologie:
Verklarende methode:
- Objectviteit en controleerbaarheid van de kennisverwerving staat centraal.
- Kennisverwerving door objecteve verbanden aan te tonen en door algemeen geldende weten te
formuleren.
- Gedrag van mensen wordt opgedeeld in kleine delen die goed te meten zijn.
- Wordt toegepast op observeerbaar gedrag (reductonisme: alle processen die zich in onze hersenen/
lichaam afspelen zijn er niet, betrekken we niet bij het onderzoek).
- ‘Harde’ kant van de psychologie: alleen maar zichtbaar gedrag.
- Correspondeert vooral met het mechanistsche mensbeeld.
Verstehende methode:
- Subjectviteit, complexiteit en verstehen (=begrijpen) staan centraal.
2
, - Therapeut ‘kruipt in de huid’ om iemand te kunnen begrijpen.
- Mensen zijn complexe gehelen en dus meer dan de som der delen.
- ‘Zachte’ kant van de psychologie.
- Correspondeert vooral met het organistsche mensbeeld.
Hermeneutsche methode:
- Gaat uit van ’theorie geladen’ waarneming van mensen (interpretate van situates).
- Zoekt niet naar (verklarende) weten, maar naar wat gebeurtenissen betekenen voor mensen.
- Sluit aan bij het personalistsche mensbeeld.
- Waarneming zal verschillen naar de situate (bakker wanneer honger/ bakker wanneer vol).
Hoe moeten we gebruikmaken van de mensbeelden?
Bril: bepaalde aspecten van de werkelijkheid worden belicht eenzijdigheid.
Hersenonderzoek:
- Reptelbrein: automatsch gedrag instncten, refexen, slapen, ademhalen.
- Limbisch systeem: emotes regelen.
- Neocortex: intelligente, plannen.
Algemene systeemtheorie (AST):
Metatheorie (theorie over theorieën) tbv dynamisch denken, met aandacht voor relates tussen mensen (en
theorieën) en hun context.
- Dynamisch denken: in het dynamisch denken worden de relates tussen mensen en hun context
benadrukt. Men geloof niet in absolute kenmerken, maar de waarde van een kenmerk wordt pas
duidelijk in een bepaalde context.
- Beidt een overkoepelend (holistsch) kader waarbinnen de verschillende sociale wetenschappen zijn
geïntegreerd.
Het BioPsychoSociale model biedt een vereenvoudigde versie van de AST om te gebruiken om de stromingen
met elkaar te vergelijken.
AST kenmerkt zich door dynamisch denken:
Vereenvoudigde weergave van AST in Biopsychosociaal model:
3
, Hoofdstuk 2: Psychoanalyse
Uitgangspunten psychoanalyse (psychodynamische theorie):
Subjecteve ervaringen staan centraal: meer interesse in wat mensen onderscheidt ipv wat in hen
overeenkomt. Gedrag is een uitng van zowel biologie als levensgeschiedenis.
- Ervaringen uit de eerste levensjaren bepalen in belangrijke mate de persoonlijkheid: hersenen zijn in de
jeugd nog in ontwikkeling, de invloed is daarom groter dan op volwassen leefijd.
Gedrag wordt niet altjd bewust aangestuurd goede voornemens: ons gedrag lijkt soms zijn eigen gang te
gaan.
Mensen hebben een onbewuste: beïnvloedt actef het gedrag compromis tussen een wens en een
verbod: ‘ik ben aan de lijn, maar kon die taart niet weerstaan’ goede voornemens.
Confictmodel: het waarneembare gedrag van mensen en hun bewuste gedachten en dromen worden
bepaald door zowel hun onbewuste wensen als door het feit dat ze deze niet accepteren (je zou van alles
willen, maar dat kan niet altjd ons gedrag moet hier een weg in zoeken).
Als ons gedrag heef een betekenis niets gebeurt per ongeluk, toeval bestaat niet.
Geschiedenis:
Sigmund Freud (1856-1939).
Zijn theorie werd ontworpen en vervolgens werd gekeken hoe de feiten erin pasten: theorie werd op grond
van bevindingen aangepast verschillende interpretates.
Psychoanalyse is beïnvloed door twee wetenschapstheorieën/ mensbeelden is hiermee dualistsch:
- Natuurwetenschappelijke benadering (mechanistsch: aangeboren drifen).
- Romantsche benadering (personalistsch: doelgericht gedrag).
Natuurwetenschappelijke theorie:
Biologische benadering staat centraal: eenduidige oorzaken van gedrag.
Determinisme: wij kunnen zelf weinig over ons gedrag doen, verklarend zoeken naar eenduidige oorzaken
van gedrag.
Mechanistsche benadering blijkt uit aangeboren drifen.
Romantsche theorie:
De irreële wil bepaalt gedrag.
Gedrag is (ook onbewust) doelgericht.
Uitlegkunde: aan gedrag en dromen werd een betekenis toegekend, waardoor ze begrijpelijk werd gemaakt.
Personalistsche benadering.
Ontwikkeling psychoanalyse door Freud:
1885: hypnose werd steeds belangrijker.
- Symboolfuncte van verlamde arm: het symptoom beeldt iets anders uit en verwijst naar een probleem
of innerlijk confict.
- Reële traumatsche gebeurtenissen vormen de achtergrond van neurotsche symptomen.
- Maar…
Niet alle patënten bleken gevoelig voor hypnose.
Gehypnotseerde patënten herinnerden zich lang niet altjd trauma’s.
1900: droomduiding manifeste (iets wat je echt ziet) en latente (verborgen betekenis) betekenis:
- Weerstand: ombuigen van datgene wat niet acceptabel is tot iets wat wel acceptabel is. Een actef
psychisch mechanisme dat helpt om moeilijke herinneringen bewust te maken.
- Nadruk op onbewuste innerlijke wensen en de wijze waarop deze aan de oppervlakte komen.
- De droominhoud die herinnerd wordt, is een vermomming van de onbewuste innerlijke wensen.
Optmistsch vs pessimistsch:
Zou de psychoanalyse pessimistsch of optmistsch naar ‘de mens’ moeten kijken?
Pessimistsch: mensen zijn geen baas in eigen brein, drifen besturen ons.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zhilinbosch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.59. You're not tied to anything after your purchase.