Week 1 huiswerkvragen studentenhandleiding
‘De prenatale en babyfase’
1) Noem 6 bedreigingen voor de ontwikkeling tijdens de prenatale periode
- Voedingspatroon van de moeder
- De prenatale begeleiding van de moeder
- De gezondheid van de moeder
- Het drugs- en medicijngebruik van de moeder
- Moeders die alcohol en tabak gebruiken
- Invloed/ gedrag van de vader
- Stress/ nervositeit
- Leeftijd van de moeder
2) Omschrijf de sensomotorische fase van de cognitieve ontwikkeling (Piaget)
Deze fase is van 0 tot 2 jaar. Baby’s gebruiken zintuigen om de wereld te ontdekken,
plus motorisch komen ze erachter dat het effect op hun lichaam heeft
De sensomotorische fase is het eerste stadium in Piagets theorie, waarin het kind sterk
afhankelijk is van zijn aangeboren motorische reacties op stimuli (motorische reacties op
zintuiglijke informatie).
De 6 substadia van de sensomotorische periode:
1: Eenvoudige reflexen (0-1 maand)
Bijvoorbeeld zuigreflex
2. Eerste gewoonten en primaire circulaire reacties (1-4 maanden)
Eerdere afzonderlijke acties tot geïntegreerde activiteiten coördineren, bijvoorbeeld
een object vastgrijpen en er tegelijkertijd aan zuigen. Als een activiteit de interesse heeft
gewekt zal die vaak herhaald worden, omdat de baby de ervaring ervan wil blijven
ondergaan
Deze herhalingen helpen een begin te maken aan circulaire reactie (ontwikkeling van
cognitieve schema’s). Primaire circulaire reacties zijn schema’s gericht op zichzelf, die
betrekking hebben op de herhaling van interessante of prettige acties, gewoon omdat ze
leuk zijn om te doen.
3. Secundaire circulaire reacties (4-8 maanden)
Baby’s verleggen hun cognitieve horizon naar de wereld buiten zichzelf en beginnen in
te spelen op hun omgeving.
Vanaf nu proberen baby’s prettige gebeurtenissen die ze bij toeval hebben veroorzaakt
te herhalen.
Cognitieve schema’s kunnen wijzigen.
Secundaire circulaire reacties zijn schema’s die betrekking hebben op herhaalde acties
die een gewenst resultaat opleveren. De baby is gericht op de buitenwereld, meer
stemgebruik, imiteren en vocalisatie.
4. Coördinatie van secundaire circulaire reacties (8-12 maanden)
Intentioneel gedrag: gedrag waarbij verschillende schema’s gecombineerd en
gecoördineerd worden tot één enkele actie om een probleem op te lossen.
Ook beginnen baby’s te anticiperen
- Middelen gebruiken om doelen te bereiken
, - Vermogen om op toekomstige omstandigheden te anticiperen.
Objectpermanentie: het besef dat mensen en objecten niet ophouden te bestaan,
ook al zijn ze onzichtbaar. Dit speelt een cruciale rol bij de ontwikkeling van sociale
banden.
5. Tertiaire circulaire reacties (12-18 maanden)
Schema’s die betrekking hebben op de doelbewuste variatie van acties die tot
gewenste resultaten leiden. Mini-experimenten om te zien wat de consequenties zijn.
Belangstelling voor het onverwachte (interessant en als verklaring), dit leidt tot nieuwe
vaardigheden.
6. Het begin van denken (18-24 maanden)
Mentale representatie
Betere oorzaak-gevolgrelaties
Indirecte imitatie: het imiteren van mensen en scènes uit het verleden.
3) Wat is babytaal en welke functie heeft het? Noem 4 kenmerken van babytaal
Babytaal : een manier van praten tegen baby’s die bestaat uit korte, eenvoudige
zinnetjes, een hoge toonsoort en een zangerige intonatie
Functie: het is goed voor de linguïstische ontwikkeling van de baby
4 kenmerken van babytaal:
- Korte, eenvoudige zinnetjes
- Hogere toon
- Zangerige intonatie
- Bewoordingen veranderen, en elk woord bewust afzonderlijk uitspreken
4) Hoe ontwikkelt het zelfbesef zich tijdens de baby- en peuterfase?
1 fase: We worden geboren zonder het besef dat we onafhankelijk van anderen en van
de rest van de wereld bestaan.
5-10 maanden (2e fase): ze komen erachter dat ze los staan van anderen, dan is er een
fase dat ze vreemd zijn van anderen
Toenadering laatste fase: Rond 12 maanden begint het zelfbesef te groeien, begin
sociaal emotionele ontwikkeling
.
Differentiatie
Oefen
Toenadering: opzoeken van andere interacties
5) Welke 3 typen temperament zijn er bij baby’s te onderscheiden en leg uit wat het
verschil is
- Gemakkelijke baby’s 40%:
Positieve, nieuwsgierige instelling, regelmatige lichaamsfuncties en een goed
aanpassingsvermogen. Milde of lage intensiteit van emoties
- Moeilijke baby’s 10%:
Negatieve buien, traag aanpassingsvermogen, trekken zich meestal terug
- Traag op gang komende baby’s 15%:
Zijn inactief en reageren relatief kalm op hun omgeving, negatieve stemming,
trekken zich terug en passen zich langzaamaan.
De overige 35% is niet exact in te delen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AniekvanderSanden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.