- Beide gebruikt voor grote doelgroepen. De doelgroepen heten niet per se altijd de boodschap welkom.
- Willen kennis, attitudes, gedragingen beïnvloeden (=persuasief zijn)
- Men wil altijd het algemeen belang voor ogen hebben, bepaalde doelgroepen die specifieke noden hebben
ondersteunen
- De overheid moet zicht hebben op het bewaken, bedienen van het algemeen belang
- De grens vervaagt tussen deze twee, steeds meer samenwerkingen.
- Ze zijn niet gericht op financiële winst
Soms verschillen:
- Principieel zijn er verschillen, maar steeds meer samenwerkingen. Er zijn steeds meer mengvormen. De domeinen die
vroeger sterk van elkaar verschilden, overlappen nu met elkaar. De samenwerking is interessant en soms financieel
nodig om projecten te kunnen realiseren.
- Beide begrippen worden verschillend ingevuld
o Vraag over toepassingsgebied, deze moet goed afgebakend worden (wetgeving). (er zijn regels waaraan men
moet voldoen om de overlap te gaan vermijden)
- Combinatie overheid en communicatie, leidt tot nieuwe vragen:
o Enkel communicatie ‘door de overheid’, of ook ‘met’, ‘naar’ de overheid en komt het van de burger?
o Vraag over richting(en) van het communicatieproces (bv met social media is de richting veranderd, burgers
halen bv thema’s aan om dit in de aandacht te zetten, zo kan het ook op de beleidsagenda komen)
o Vroeger voornamelijk top-down communicatie, nu met opkomst sociale media en de burger die mondiger is,
niet enkel top down.
DEFINITIE: "OVERHEID"
IN ENGE OF RUIME ZIN? (GAAT OVER “OVERHEID”)
- In ruime zin: Openbaar gezag, openbare sector <> particuliere sector (profit- en social-profitsectoren)
- Kenmerken (criteria) die de overheid duidelijk identificeert als openbare sector. De overheid wordt onderscheden
van andere typen organisaties: (o.b.v. Maes, 1996):
o 1. Instelling(en) onder verantwoordelijkheid van vertegenwoordigers die door burgers gekozen zijn
▪ Organisatorisch of institutioneel criterium
▪ Het gaat over instellingen wanneer er iets fout loopt of bv iets nieuw wordt gerealiseerd, er in een
politieke context wordt over beslist waarvan de vertegenwoordigers door de burgers verkozen zijn.
o 2. De werking met gemeenschapsgelden
▪ Financieel criterium
o 3. De behartiging van het algemeen belang
▪ Functioneel criterium
▪ Tegenover een specifiek privaat belang van een bepaald bedrijf of organisatie
▪ Algemeen belang, men focust op specifieke doelgroepen die bepaalde noden hebben en extra
ondersteuning nodig hebben
o 4. Onder specifieke regels voor de organisatie en werking van de diensten
▪ Juridisch criterium
▪ Procedures, werken, communiceren van de diensten regelen
1
,Problemen met afbakening?
- 1. Particuliere organisaties die het algemeen belang willen dienen? Social profit (zgn non-
profit/social profit)
- 2. Er zijn steeds meer publieke-private samenwerkingen. Projecten zijn bv grote
infrastructuurwerken, sensibiliseringcampagnes (overheid en privépartners)
Men heeft dus andere belangen. Steeds meer organisaties vinden dat op bepaalde vlakken de
overheid niet zijn werk goed uitvoert, hierbij nemen de social profit organisaties zelf initiatief. Soms
zijn de social profits ook bezig met het algemeen belang.
- Verduidelijken van de omschrijving: Overheid = Openbaar bestuur:
o “Samenhangend systeem dat zich richt op de besturing van de maatschappij” (Rijnja, 2003)
o “Geheel van structuren en processen waarbinnen bindende beslissingen voor en namens de samenleving
worden genomen” (Mastenbroek, 1993)
- Openbaar bestuur bestaat uit:
o Politiek bestuur: wetgevende & uitvoerende macht --> Politieke bestuurders, Leidinggeven en verantwoording
afleggen in het parlement of bv voor de media.
o Ambtelijk bestuur: verzekert de continuïteit. (De ‘vierde macht’ naast de uitvoerende, wetgevende en
rechterlijke macht, o.w.v. groeiende rol van overheidsoptreden in de maatschappij) :de administraties die
verantwoordelijke politici bijstaan(beleid inspireren/uitvoeren)
▪ Dagelijkse bestuurders (management)
▪ Ambtenaren (inspireren + uitvoeren) die vanuit hun ervaring inspiratie opdoen om voorstellen te
doen en deze uit te voeren. Bv de diensten binnen een stad.
Overheidsniveaus:
Maakt de communicatie en het nemen van initiatieven complex.
OPENBAAR BESTUUR: WELKE KERNTAKEN?
Wat doet de overheid? Verwevenheid taak & hoe link je dit met
communicatie?
1. Veiligheid verzekeren binnen het land/regio = handhaving
van de rechtsorde → Opstellen, communiceren, verfijnen van normen.
a. Communicatie is belangrijk omdat je de burgers ook wil betrekken + de normen door communiceren
2. Rechtvaardige verdeling van beschikbare middelen & ruimte. (her)verdeling financiële middelen, sociale woningen
a. Communiceren waarom het een goed idee is om je woning bv te verbeteren, hoe je te werk gaat
3. Voorkomen/preventie van bepaalde negatieve effecten van het samenleven van de mens. Bv roken, autorijden.
a. Communicatie: De gevoelige snaar van burgers vinden en die te raken om attitudes, gedrag te kunnen
veranderen
4. Instaan voor bepaalde diensten die het ‘algemeen belang’ dienen zoals wegen, onderwijs, zorg, defensie
a. Communicatie: om informatie te geven over waarom bv werken nodig zijn, maar ook het bekend maken van
bv de verschillende mogelijkheden binnen het onderwijs.
5. Stimuleren van samenwerking en vernieuwing bv stimuleren van innovatie, diffusie van technologie (verspreiden van
nieuwe technologische ontwikkelingen om deze toegankelijk te maken naar burgers toe).
a. Bv digibanken: is een initiatief van de overheid omtrent digitale hulp. Kwetsbare groepen meekrijgen in de
digitaliseringsgolf. De overheid stimuleert innovatie. Is noodzakelijk, maakt het makkelijker.
b. Communicatie: bv communiceren dat die digibanken er zijn.
c. Stimuleren van samenwerken is enorm belangrijk bv apple en google moeten samenwerken voor een nieuw
platform door een crisissituatie. Terwijl deze normaal niet samenwerken.
2
,WAT IS HET VERSCHIL MET EEN BEDRIJF?
1. Missie
a. Overheid: positieve maatschappelijke effecten nastreven
b. Bedrijf: Winst nastreven, blij maken van aandeelhouders. Bedrijven kiezen welke producten ze op de markt
brengen, kiest zijn doelgroep. Doen wat hun bedrijf draaiende houdt. De overheid is er voor het algemeen
belang, gaat niemand uitsluiten.
2. Markt
a. Overheid: welzijn van burger, algemeen belang, is veel diverser.
b. Bedrijf: doelgroepen, segmenten uit de populatie selecteren
3. De producten/diensten
a. Overheid: wat de particuliere sector niet kan/wil doen
b. Bedrijf: economisch rendabele goederen en diensten
4. De marketing
a. Overheid: draagvlak creëren, informeren, beïnvloeden, sanctioneren. De overheid moet voldoen aan een
bepaalde structuur
b. Bedrijf: attitude/koopgedrag beïnvloeden
5. Communicatie:
a. Overheid:
i. Thema’s zijn complex (bv nuances wetgeving, vaccinatie, maatschappelijke issues)
ii. Moet volledig waarheidsgetrouw (nuancering bemoeilijkt communicatie)
iii. Boodschap soms onwelkom bv nieuwe belasting, pensioen
iv. Vereist soms (ingrijpende) gedrags- en meningsverandering bv rookverbod
v. Soms geen individueel (direct) voordeel bv sorteren van huisvuil
vi. Steeds meer transparantie en inspraak vereist bv infrastructuurwerken
b. Bedrijf:
i. Positieve boodschap (behalve in crisissituaties bv product recal)
ii. Gedeeltelijk informeren bv promoten van kernaspecten product of dienst. Men legt de nadruk op de
positieve elementen van het product.
iii. Aanbod biedt een (direct) persoonlijk voordeel bv het is goedkoper, gezonder…
iv. Burger/consument kan kiezen om informatie te negeren
v. Inspraak via marktonderzoek, beperkt inzage in beleid(splannen) bv de jaarverslagen
DEFINTIE: "COMMUNICATIE"
VERHOUDING ZENDER -ONTVANGER (GAAT OVER COM STUK)
Communicatie:
- Er is een evolutie merkbaar met betrekking tot de verhouding tussen de zender (overheid, non-profit organisatie) en
ontvangers (burgers, klanten)
- Discussie richting(en) van de communicatie (niet enkel meer top-down, willen ook inspraak en inspiratie van burgers)
- Discussie macht zender en ontvanger afhankelijk van de richting van de communicatie.
- 2 modellen als situering van typen en evolutie van overheidscommunicatie:
o Bordewijk & Van Kaam (in McQuail, 1994) informatieverkeer
o Grunig & Grunig (in McMillan, 2002) modellen public relations
3
, 1. TYPOLOGIE INFORMATIEVERKEER (BORDEWIJK EN VAN KAAM)
- Uitgangspunt: controle
o Dimensie 1= controle over de informatiebron
▪ Waar ligt de controle over de bron waar de data,
informatie opgeslagen en verspreid wordt vanuit een
organisatie?
o Dimensie 2= controle over de tijd en onderwerpkeuze
▪ De controle die men heeft over tijdstip en de keuze van
het onderwerp (de specifieke informatie die men binnen die bron wil gebruiken, waarover er
gecommuniceerd wordt)
- Controle hiervan ligt bij
o Centrale bron (bv. overheidsinstantie, commercieel bedrijf, social profit organisatie.)
o Individu (bv. burger)
- 4 Typen communicatiepatronen:
o Allocutie = one-way communicatie bv overheidsinstantie beslist zelf welke informatie, wanneer (tijdstip) en
met welke doelgroep gedeeld wordt. Zeer top-down vorm van communicatie, vanuit een centrale bron naar
specifieke groepen/brede groepen. Speech
▪ Bv Overheid gaat met behulp van database een brief sturen naar specifieke doelgroepen om zich te
laten vaccineren voor corona. Maar ook de corona-campagnes waarbij men een breed publiek wenst
te informeren. of bv informatie van algemeen belang (brede doelgroep) dat gecommniceerd wordt
zoals persberichten, campagnes..)
▪ Bob campagne, in bepaalde periodes de burger attent maken op belangrijke thema’s. Burgers
sensibiliseren.
o Conversatie = interactief tussen individuen. Dialoog, wisselwerking.
▪ Vorm van communicatie waarbinnen overheid en social profit slecht in recente jaren meer en meer
geïnvesteerd geeft. Meer en meer mogelijkheden om informatie van burgers te registreren.
▪ Bv met social profit organisaties: personen van amnesty international die op de meir staan.
▪ Initatieven van burgerpartcipaties: Rond cruciale beslissingen neem je burgers mee in een volledige
procedure om na te denken over verschillende aspecten en hiermee rekening houdt.
▪ Chat functie/call center: interactief met overheid communiceren.
o Consultatie = raadplegen centraal punt door individu. Centrale overheidsorganisatie heeft controle over de
informatie die opgeslagen wordt. Maar het individu kiest het moment en kiest of hij/zij bepaalde informatie
gaat raadplegen.
▪ Zelf naar websites surfen van overheid. Het individu kiest zelf welke informatie wanneer wordt
geraadpleegd.
▪ Bv als burger zelf opzoeken of je subsidies kunt krijgen, berekenen wat je kinderbijslag is.
o Registratie = centraal orgaan wint informatie in van individu. Individu heeft controle op de opgeslagen
informatie, er wordt centraal bepaalt wanneer, hoe en welke informatie wordt geregistreerd.
▪ Bekend maken, registreren in centrale database.
▪ Bv Belastingaangifte. Je moet tegen een bepaalde deadline online een aangifte doen. Centrale
organisatie beslist hoe en tegen wanneer je informatie moet delen.
- In de praktijk vinden we soms een vermenging van de verschillende informatieverkeren. Meer en meer is er dankzij ICT
en digitale media een integratie van de verschillende patronen. Bv in de bob-controle (allocutie met affiches),
conversatie integreren door meer en meer in te zetten op social media .
- De ontwikkeling evolueert van traditionele allocutie naar meer en meer conversatie. Waarbij we als burger dit ook
verwachten van overheidsorganisaties.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yunavanreusel1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.