100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting pedagogiek jaar 1 toets 1 meer dan onderwijs h1,7 en 10.7/10.8 $7.34   Add to cart

Summary

Samenvatting pedagogiek jaar 1 toets 1 meer dan onderwijs h1,7 en 10.7/10.8

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

pedagogiek jaar 1 toets 1 meer dan onderwijs h1,7 en 10.7/10.8 reformpedagogiek en pedagogisch klimaat

Preview 4 out of 42  pages

  • No
  • 1,7,10.7 en 10.8
  • January 30, 2024
  • 42
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Pedagogiek KB 1
1.1
Elke team en ook elke leraar heeft idealen en een beeld van een ideale basisschool. Een goede leraar
basisonderwijs is volgends de schrijvers in hun ogen een persoon die ook een opvoeder en
begeleider is en die op een respectvolle manier bijdraagt aan de vorming van kinderen tot volwassen
die zelfverantwoordelijk en zelfredzaam zijn en die op een constructieve manier lid zijn van de
samenleving. Deze idealen zijn verbonden met een bepaalde visie op opvoeding en onderwijs.

De visie is gebaseerd op drie inspiratiebronnen. De eerste is Lea Dasberg (1993). Zij gaat ervan uit dat
het onderwijs de taak heeft mensen te helpen bij menswording, dit houdt in om zowel meeloper of
dwarsligger te worden.
Meeloper in de betekenis van kennismaken en meelopen met de bestaande ontwikkelingen,
kennisnemen van nieuwe inzichten, vaardigheden leren om je in de samenleving te kunnen redden
en daaraan constructief bij te dragen. Dit vraagt om zelfdiscipline en conformisme. De school moet
zorgen dat leerlingen bagage verwerven (rekenen, taal, fatsoenregels ect.).
Het onderwijs heeft ook nog een tweede taak: leren dwarsliggen. Dit heeft als betekenis kritisch
leren kijken naar bestaande ontwikkelingen en nieuwe inzichten in de samenleving. Het gaat dan om
het vormen van een eigen mening, ontwikkelen van het vermogen anders te zijn, het gaat erom dat
je ‘nee’ durft te zeggen tegen heersende opvatting. Dit vraagt naast het hebben van kennis ook een
mate van eigenwijsheid, die gebaseerd is op je eigen visie op mens en maatschappij. Dit betekent dat
je een onderwijs en leeromgeving moet creëren die ruimte biedt: voor verschillende opvattingen en
individuele keuzes. Dus leerprocessen waarin kinderen leren een standpunt in te nemen, te
experimenteren met meningen en gelegenheid krijgen voor eigen onderzoek. Het kind moet zich
veilig voelen, zich durven uiten en waarden en normen worden voorgeleefd en geëxpliciteerd.

De tweede is pedagoog Micha de Winter (2000). Hij houdt zich bezig met onderwijs en onderzoek op
het gebied van jeugdbeleid, jeugdzorg en matschappelijke opvoedingsprocessen. Hij constateert dat
er een gat in de opvoeding zit. Naast het gezin en de school heeft de gemeenschap ook een taak in
de opvoeding. In onze individualistische samenleving is de gemeenschap steeds minder zichtbaar,
mensen voelen zich minder met elkaar verbonden. Hij pleit voor beter maatschappelijk opvoeden,
dit betekent dat de samenleving een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid heeft voor het
grootbrengen van een nieuwe generatie. Kinderen moeten leren omgaan met verschillende
spanningen en de belangen van andere en zich medeverantwoordelijk voelen. De Winter laat zich
inspireren door Perquin, hij schreef ‘de pedagogiek is sociaal gericht of zij is geen pedagogiek’. De
Winter benadrukt dat de pedagogiek individueel en sociaal gericht is en dat een eenzijdige
gerichtheid op de individuele ontwikkeling van het kind het vak ondermijnt. Het opvoeden heeft niet
alleen de individuele ontwikkeling of belang van het kind op het oog, maar het gaat om
verbondenheid met de samenleving en een sociaal of gemeenschapsbelang. Kinderen maken deel uit
van de samenleving.

De derde is pedagoog Biesta. Hij vraagt zich af of we niet naar een andere onderwijscultuur moeten.
Het gaat er in het onderwijs niet om dat kinderen leren, maar dat ze iets leren, dat ze iets waardevols
leren en dat ze van iemand leren: inhoud + doel + relatie. De leraar doet ertoe. De wereld verkeert in
crisis en we hebben moeite om ons met de wereld te verbinden. Het onderwijs moet de nieuwe
generatie helpen een stap in de wereld te zetten, zich met de wereld te verbinden. Dit is de
verbinding van mens en wereld.

Voor vragen die hierbij te pas komen kan je niet afdoen met toetsen of een plaats in de ranglijst.
Daar zijn hoofd, hart en handen voor nodig. Pestalozzi zei: ‘wij hebben de wereld niet zelf gemaakt
en zullen onze weerstand ertegen moeten overwinnen en erin te kunnen leven’. Dit kan door te
proberen de wereld je wil op te leggen (wel of niet met geweld wereldvernieteging). Dit kan door je
terug te trekken uit de wereld, je niet verbinden (zelfvernietiging). En dat kan door de dialoog tussen

,mens en wereld. Een dialoog is een voortduren proces dat lastig en soms frustrerend is. De taak van
de leraar is om de dialoog tussen kind en wereld vorm te geven. Je ervaart de weerstand en gaat
ermee aan de slag. Het kind leert dan zich tot de wereld te verhouden en het in de wereld te houden.
Tijd, aandacht doorzetten en uithouden zijn belangrijke begrippen. Niet individualiseren, maar
engageren, verbinden. Het onderwijs is een zoektocht naar evenwicht tussen leren meelopen en
dwarsliggen: kinderen eigen keuzes leren maken, zich verhouden tot de wereld, een eigen weg
ingaan en leren deel te nemen aan de samenleving met eigen normen en waarden en zo een
gemeenschappelijk doel leren na te streven. Hierdoor komt sociale verbondenheid tot stand. Je bent
als leraar onderdeel van het onderwijs, je bent betrokken en speelt een cruciale rol.

1.2
Keuzes waarop ouders de keuze van een basisschool op baseren zeggen iets over de pedagogische
opdracht, ook wel pedagogische kwaliteit, van de school: waartoe willen wij kinderen opvoeden?
Het woord pedagogie is samengesteld uit de worden ‘pais’ (kind) en ‘agogin ‘(leiden). Het betekent
dus eigenlijk het leiden/begeleiden van het kind. We raken dan gelijk twee belangrijke kwesties.
1. Waarnaartoe begeleiden we de kinderen? Het is de vraag naar de doelen van de opvoeding.
2. In hoeverre is de school verantwoordelijk voor de opvoeding van de kinderen? Hoever rijkt
de pedagogische opdracht van de school?
Antwoorden geven op deze vragen zijn niet makkelijk. Er was in de jaren negentig een discussie
hierover. De basisschool zouden volgens sommige een grotere rol moeten spelen in de opvoeding
van kinderen, andere vinden van niet. De discussie split zich in drie aspecten:
1. De taak van de school de leerlingen voor te bereiden op het leven in een democratische
samenleving.
2. De relatie tussen onderwijs en levensbeschouwing.
3. De manier waarop volwassenen en kinderen in de school met elkaar omgaan.
Je ziet nu een nieuwe aandacht voor de rol van de school. Enerzijds wordt sterk de nadruk gelegd op
leren van vak inhouden zoals rekenen, taal ect. Anderzijds is er veel aandacht voor het welbevinden
van leerlingen in de school en daarbuiten. Van school wordt er verwacht dat ze leerlingen goed
gedrag, normen en waarden bijbrengen, hen in aanraking brengen met verschillende
levensbeschouwingen en culturen. Maar school kan niet alles. Hier discussieert men dus vaak over.

In dit boek verstaan we dus onder pedagogische opdracht of kwaliteit: Kinderen begeleiden bij
menswording, dat wil zeggen bij het leren meelopen of dwarsliggen en bij het leren een betrokken
sociale volwassen te worden. Onderwijs is dus in de eerste plaats gericht op leren leven, leren mens
te zijn; de vakken staan in dienst van dit doel.
Ouders en de gemeenschap waarin kinderen opgroeien plus de school hebben hierin een taak. De
ouders dragen als natuurlijke opvoeders van het kind de eindverantwoordelijkheid voor de
opvoeding. De school verzorgt in opdracht van de ouders op een professionele manier dat onderdeel
van de opvoeding waarin de ouders niet kunnen voorzien. Zoals rekenen, taal en inleiding in
culturen. Maar ook opvoedende elementen, zoals de manier waarop je kinderen leert omgaan met
regels, mening vormen over bepaalde onderwerpen en het enthousiasme van de leraar, aspecten die
als het ware tegelijkertijd met het onderwijs aan de orde zijn, behoren tot de pedagogische opdracht.
De opdracht vormt als het ware de kern van het onderwijs. Ook de keuze voor het omgaan met
levensbeschouwingen, de waarde en normen die de school van belang vindt en de manier daarop zij
de kinderen voorbereidt op het leven in een democratische samenleving blijkt dat de pedagogische
kwaliteit essentieel is. Hoe leraren handelen en straffen heeft te maken met hun eigen pedagogische
opvattingen en keuzes deze zijn verbonden met hun waarden. Deze kunnen bewust en onbewust
een rol spelen. Naast leraar ben je voor de kinderen ook een voorbeeld, ideaal, cultuurdrager,
vertrouwenspersoon, medespeler of scheidsrechter. Leeman heeft een manier bedacht om na te
denken over het begrip pedagogische kwaliteit.

,1.3
Als je voor het onderwijs kiest is het van belang om ook na te denken wie de mens eigenlijk is. Veel
filosofen zijn met deze vraag bezig. Filosofie is dus ook een belangrijke wetenschap die een leraar kan
helpen om vragen en antwoorden te vinden. Opvoeding en onderwijs begeleiden kinderen op weg
naar hun menswording. Het woord ‘wording’ geeft aan dat de kinderen in ontwikkeling zijn. Ook
volwassenen zijn in ontwikkeling, ieder mens is onderweg naar de toekomst. Maar we zijn niet alleen
toekomstgericht. Onze geworteldheid in het verleden, onze verbondenheid met de collectieve en
individuele historie geven richting aan onze toekomst. Mensen leven niet in een isolement, maar in
een gemeenschap met anderen.

Je hebt enkele wezenskenmerken van het mens-zijn:
1. Creator zijn. De mens heeft het vermogen zelf nieuwe dingen te maken, wat essentieel is
voor de ontwikkeling en verandering van hemzelf en de wereld. Daarmee is hij in zekere zin
de creator van de wereld om zich heen.
2. Keuzevrijheid hebben. We zijn onderweg naar een bepaald doel. Dat zijn we ons niet altijd
bewust. Dankzij ons vermogen om te kunnen oordelen, zijn we in staat om onderscheidt te
maken tussen verschillende doelen. We kunnen ons ook afvragen wel doel aanvaardbaar is
en welke waarden de keuze van ons doel. Door na te denken over het leven kan je jezelf een
doel geven. De mens kan dus keuzes maken, doelen bepalen en daarvoor gaan. Ook wel de
keuzevrijheid.
3. Verantwoordelijkheid kunnen dragen. De mogelijk om te creëren geeft de mens ook
verantwoordelijkheid voor zijn doen of laten. Dit geldt ook voor de verantwoordelijkheid
voor jezelf, elkaar, voor omgeving dichtbij en veraf. Het begrip is ook van toepassing op de
manier waarop een mens met zijn omgeving, natuur en medemens omgaat. De mens hoeft
de gegeven wereld niet te accepteren: hij wordt uitgedaagd zelf een mening te hebben.
4. Betekenissen geven. Mensen geven betekenis aan de wereld en hebben dat altijd gedaan.
We ordenen de wereld op bijvoorbeeld de taal, we geven dingen een naam en geven er dus
een betekenis aan.
5. Zin zoeken en zin geven. Veel mensen geven een doel aan hun leven. We vragen ons vaak af
waar we naartoe willen, maar ook waarom. Achter deze vragen ligt nog een diepere vraag de
vraag naar de zin van het leven. We willen graag dingen doen die we als zinvol ervaren, je
zou kunnen zeggen dat we zinzoekers en zingevers zijn.

De mens is in veel opzichten afhankelijk van de andere en leert van anderen. Mensen kun je leren
kennen aan hun relatie met de wereld. Mensen handelen veelal vanuit een bedoeling. Dan kan je
mensen uitleggen waarom je dat op een bepaalde manier deed (motiveren). Kennen we iemands
motieven, dan leren we hem beter kennen en zijn handelingen beter te begrijpen. We zijn
voortduren bezig om andere te begrijpen of te interpreteren.
De 5 kenmerken die hierboven staan hebben ook beperkingen. Niet alles kan een mens. Ook is
belangrijk dat mensen om kunnen gaan met dingen die niet door hen bedacht of gekozen zijn. Als je
uitgaat van 1 mensbeeld loop je de kans om aspecten van de mens over het hoofd te zien. Je kunt de
mens vanuit verschillende perspectieven bekijken: elk perspectief is tijd- en plaatsgebonden.

Op de vraag wie de mens, komen steeds meer antwoorden uit de neurowetenschappen. Een
invloedrijk standpunt is ingenomen door Dick Swaab. Hij schreef het boek Wij zijn ons brein. Hierin
beschrijft hij een groot aantal aspecten van ons mens-zijn vanuit de neurowetenschappijlke kennis.
Zoals homo- of heteroseksualiteit wordt verklaard vanuit de aard van onze hersenen, mensen
hebben geen hersenen we zijn hersenen, de geest/ziel van de mens kan ook niet onafhankelijke van
de hersenen functioneren. Door de vele onderzoeken zullen we binnenkort alle facetten leren
kennen en verklaren vanuit de processen in onze hersenen.

, Deze vrij radicale neurobiologische benadering riep veel reacties op. Zo zei Herman van Praag dat we
meer zijn dan ons brein, wij zijn ook onze geest. Mensen gaan hier de strijd aan met elkaar over
mensbeelden op natuurwetenschappen gebaseerd en die op sociale wetenschappen gebaseerd.

Er zijn ongetwijfeld nog meer kenmerken te noemen die iets zeggen over het zijn van de mens. Maar
de vijf die hierboven staan zijn de belangrijkste:
 Scheppend bezig zijn, creator
 Het maken van eigen keuzes
 Verantwoordelijk zijn voor wat je doet
 Betekenis geven aan de wereld om je heen
 Zin zoeken en geven aan je bestaan
Deze kenmerken vormen een belangrijk vertrekpunt en doel in onze gedachten over opvoeding en
onderwijs. Opvoeding en onderwijs hebben als opdracht jonge mensen te helpen zelf een richting te
zoeken en te vinden. Beide hebben als taak een omgeving te realiseren waarin kinderen zich kunnen
ontwikkelen, in vrijheid keuzes te kunnen maken en creatief te kunnen zijn. Een omgeving waarin
betekenissen gegeven worden en tijd en ruimte is voor zingevingsvragen, kinderen leren zo
meelopen en dwarsliggen.

Er zijn nu een aantal kenmerken van de mens genoemd, als je ze tot je laat doordringen, hebben ze
een grote invloed op de manier waarop je je onderwijs inricht. Ze zijn als het ware je bril waardoor je
naar de leerlingen, collega’s, werk en de samenleving kijkt. De meningen die je erover hebt bepalen
je opvoeding. Een leraar kan zijn eigen opvattingen niet uitschakelen. Wat je vindt zegt wie je bent.

Nussbaum een Amerikaanse filosofe, onderzocht wat het goede leven inhoudt. Ze kwam op een paar
kenmerken die je moet waarborgen om een leven te leiden:
1. Elk mens wordt geboren als uniek wezen met talenten en mogelijkheden. Deze talenten en
mogelijkheden zouden ontwikkeld moeten worden zoals hij in aanleg is. De omgeving met
haar zorg, hulp, liefde en vriendschap is daarbij onmisbaar.
2. Ieder mens blijft echter zelf verantwoordelijk voor dit proces.
3. Een goede samenleving is een samenleving die iedereen in de gelegenheid stelt om zijn
capaciteiten te ontplooien.
Deze punten kunnen weer worden ondergebracht in tien punten:
1. Leven (in staat zijn om een leven van nature duur te leiden).
2. Lichamelijke gezondheid
3. Lichamelijke onschendbaarheid (vrijwaring van geweld en vrijheid op het gebied van
voortplanting en seksuele bevrediging).
4. Zintuigelijke waarneming, verbeeldingskracht en denken (scholing, schrijven, vrijheid van
meningsuiting en expressie).
5. Gevoelens (in staat zijn tot het beleven van gevoelens).
6. Praktisch inzicht (in staat zijn om een concept van het goede te vormen en het eigen leven
vorm te geven).
7. Sociale banden (in staat zijn om voor andere te leven).
8. Andere biologische soorten (in staat zijn om te leven met zorg en in relatie met dieren,
planten en de wereld van de natuur).
9. Spel (lachen, spelen en genieten van recreatieve activiteiten).
10. Vormgeving van eigen omgeving (politiek en materieel).
Menswaardige ontwikkeling staat en valt met de vrijheid om zelf te mogen kiezen hoe men met dit
omgaat en ze wil ontwikkelen. Emoties zijn hierbij onmisbaar, door deze emoties te leren kennen,
ontdekken we wat belangrijk is on ons leven.


1.6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller theduke2804. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77764 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.34
  • (0)
  Add to cart