100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
KO Uitgebreide college-aantekeningen, samenvatting kennisclips en voortgangstoetsen (2023/2024) $9.20   Add to cart

Class notes

KO Uitgebreide college-aantekeningen, samenvatting kennisclips en voortgangstoetsen (2023/2024)

 18 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide college-aantekeningen, samenvatting kennisclips en voortgangstoetsen van Kwalitatief onderzoek (2023/2024).

Last document update: 7 months ago

Preview 4 out of 73  pages

  • January 30, 2024
  • January 30, 2024
  • 73
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Kees
  • All classes
avatar-seller
KO college-aantekeningen, kennisclips en voortgangstoetsen


College-aantekeningen
College 1

Deze cursus Kwalitatief onderzoek
 Opvolger van het vak Onderzoeksmethodologie. Onderzoeksmethodologie: de ‘logos’ (Grieks
voor redenering) achter kwantitatieve dataverzameling + uitdagingen (bedreigingen van de
validiteit).
Geen analyse van kwantitatieve data (getallen) -> statistiekvakken.
 KO: de ‘logos’ achter kwalitatieve dataverzameling + uitdagingen (bedreigingen van de
validiteit).
Geen analyse van kwalitatieve data -> verdiepingsvakken in kwalitatief onderzoek (andere
opleidingen).
 Overeenkomsten tussen kwantitatief (Onderzoeksmethodologie) en kwalitatief onderzoek
(KO):
Overeenkomsten Verschillen
 Beide betreffen de logos  Het soort data dat verzameld
achter de empirische wordt verschilt: kwantitatieve
dataverzameling. data versus kwalitatieve data
 Beide betreffen de uitdaging -> verschillende uitdagingen.
daarbij.
 Gelijke doelen: vergroting van
begrip en doen van valide
inferenties (al dan niet
causaal) om het begrip van de
wereld te vergroten.
Met valide inferenties wordt bedoeld
dat je de onderzoeksobservaties kan
vertalen naar andere groepen.
De cursus samengevat:
 Aandacht voor de specifieke uitdagingen bij de verzameling van kwalitatieve data, met name
in focusgroeponderzoek.
 Nadruk op logos en de doelen van empirisch onderzoek.
-> Doel 1. Vergroting van begrip
-> Doel 2. Het mogelijk maken van (valide) inferenties
 Aandacht voor verschillen, overeenkomsten en integratie met kwantitatief onderzoek.

Opbouw cursus
Hoorcolleges:
1. Hoorcollege 1: Maruyama & Ryan (H1 &) H13; Vaughn, Schumm, & Sinagub H1
 Introductie sociaalwetenschappelijk onderzoek, kwalitatief onderzoek, focusgroeponderzoek
2. Hoorcollege 2: Vaughn, Schumm, & Sinagub H2, H3, H5
 Verdieping focusgroeponderzoek
3. Hoorcollege 3: King, Keohane, & Verba, H1
 Kwalitatief versus kwantitatief onderzoek
4. Hoorcollege 4: King, Keohane, & Verba, H2
 ‘Descriptive inference’
5. Hoorcollege 5: King, Keohane, & Verba, H3
 ‘Causal inference’
6. Hoorcollege 6: Maruyama & Ryan, H16

, KO college-aantekeningen, kennisclips en voortgangstoetsen

 Combinatie kwalitatief en kwantitatief onderzoek (‘mixed methods’)
 Terugblik en responsie
Werkgroepen:
 Ontwikkeling praktische vaardigheden kwalitatieve dataverzameling
-> (één type uitgelicht: focusgroep)
-> Student is zowel onderzoeker als participant (of moderator)
 Relatie met ACVA
-> Schrijfopdracht: Rapport van de kwalitatieve dataverzameling
-> (incl. ‘eigen poging tot’ data-analyse)
Toetsing:
1. Tentamen (80% eindcijfer; ≥ 5.5 ): 24 vierkeuzevragen (per fout 0.5 punt, dus max. 9 fouten)
2. Digitale voortgangstoetsen (AVV)
3. Schrijfopdracht (20% eindcijfer; ≥ 5.5)
Hulpmiddelen bij het leren:
 Discussieforum
 Kennisclips

Maruyama & Ryan H1 Ways of thinking and knowing
-> Bekijk aantekeningen OM hoorcollege 1.

Kennis opdoen
 Sociaalwetenschappelijk onderzoek: twee kapstokken (parallellen)




Wetenschappen:
 Formeler en systematisch dan dagelijks leven observeren -> alert zijn voor mogelijke
vertekeningen!
 Je observeert iets in de wereld en je gaat ideeën ontwikkelen over die observatie ->
hypothesevorming.
 Daarna ga je de hypothese toetsen m.b.v. manipulatie (ingrijpen op de werkelijkheid) en
vervolgens kijken of de theorie nog steeds houdbaar is of moet verwerpen.
De empirische cyclus van de Groot:
1. Observatie
2. Inductie: een idee opdoen om een hypothese te vormen.
3. Onderzoekshypothese opstellen
4. Deductie: verzamelen van data
5. Voorspelling doen a.d.h.v. de data
6. Toetsing van de data.
7. Resultaat van toetsen
8. Evaluatie: Kan ik de hypothese behouden of verwerpen?
-> Conclusie leidt tot een nieuwe observatie. Op deze manier kan je weer door de cyclus
heengaan.
Verschillen tussen wetenschap en dagelijks leven

, KO college-aantekeningen, kennisclips en voortgangstoetsen

 Grootste verschil: alertheid voor mogelijke vertekeningen.
 Wetenschap
-> Is kritischer.
-> Werkt systematischer en nauwkeuriger m.b.t. inferenties.
-> Heeft dus meer aandacht voor mogelijke vertekeningen (‘bias’).
Studies worden zodanig ontworpen dat vertekeningen worden geminimaliseerd.



 Onderzoeksdesign zonder selectie-effecten; experimentele en controlegroep waren gelijk
(geen bias) door randomisatie.
Pijlers evaluatiecriteria (criteria waaraan een valide onderzoek voldoet):
1. Constructvaliditeit= de mate waarin de specifieke variabelen nauwkeurig de constructen
van interest weerspiegelen of meten.
2. Interne validiteit= de mate waarin het onderzoeksdesign het toestaat om causale
conclusies te trekken over het effect van de onafhankelijke variabele op de afhankelijke
variabele.
3. Externe validiteit= mate waarin resultaten van het onderzoek kunnen worden
gegeneraliseerd (van steekproef naar andere populaties en settings).
4. Conclusievaliditeit= mate waarin de gebruikte statistische analyse geschikt is om conclusies
te kunnen trekken over de aan-/afwezigheid van een relatie tussen de onafhankelijke en
afhankelijke variabele.
Als de constructvaliditeit niet in orde is, kan je ook geen causale verbanden trekken en het
generaliseren, deze soorten validiteit hangen nauw met elkaar samen en dragen bij aan de totale
validiteit.
Verschillen tussen sociale wetenschappen en natuurwetenschappen
 Een van de onderwerpen van vandaag.
 Zeer belangrijk bij kwalitatief onderzoek om onderscheid te maken, want mensen zitten heel
anders in elkaar dan stofjes.

Positivistisme= beschrijven en ingrijpen in de werkelijkheid, sociale wereld net zoals de
natuurwetenschappen bestuderen, streven naar algemene causale wetten.
Overeenkomsten met natuurwetenschappen:
 Hypothesevorming en hypothesetoetsing (a.d.h.v. waarnemingen).
 Aannames positivisme:
-> Er bestaan algemene ‘wetten’ die gedragingen verklaren en/of voorspellen.
-> Empirisch onderzoek kan deze algemene wetten kan ontdekken.
-> De wetten kunnen vastgesteld worden a.d.h.v. dataverzameling en –analyse.
Constructivisme= niet streven naar algemene wetten, iedereen heeft een ander perspectief,
positivisme te beperkend voor wetenschap.
Contrast met positivisme/natuurwetenschappen:
 De zoektocht naar algemene wetten is misleidend en gedoemd te mislukken.
 Predictie en controle beperkt de wetenschap en verkleint het vermogen van de wetenschap
om te beschrijven en te verklaren. "Je kan natuurlijk gedrag niet observeren en beschrijven
door controle uit te oefenen."
 Positivisten zijn deterministisch, reductionistisch, egocentrisch, ‘opdringerig’ en
onnauwkeurig volgens constructivisten. "Ze denken dingen vastliggen a.d.h.v. wetten,
reduceren mensen tot een getal, zijn egocentrisch want denkbeeld van onderzoeker staat
centraal, zijn opdringerig door vragenlijsten op te dringen wat niet natuurlijk (gedrag) is en
hierdoor krijg je vertekeningen (onnauwkeurig)."

, KO college-aantekeningen, kennisclips en voortgangstoetsen

 Ontwikkel begrip omtrent speculaties en (voor)oordelen van participanten en ontwikkel
vanuit daar een oordeel.
 Bouw op de gezichtspunten van de participanten (niet op het wetenschappelijke
perspectief).
 ‘Patronen van betekenis’ komen bovendrijven gedurende de dataverzameling.

Geschiedenis sociaalwetenschappelijk onderzoek




Wetenschapsfilosofische stromingen: hoe denken we na over hoe de wetenschap in elkaar zit, hoe
kunnen we onderzoek doen?
 Metafysica-> nadenken/ filosoferen over de werkelijkheid, niet toetsbaar, op basis van
theorie.
 Prepositivisme-> empirisch, observeren, beschrijvend.
 Positivisme-> beschrijven en ingrijpen in de werkelijkheid, sociale wereld net zoals de
natuurwetenschappen bestuderen, streven naar algemene causale wetten.
 Constructivisme-> niet streven naar algemene wetten, iedereen heeft een ander perspectief,
positivisme te beperkend voor wetenschap = kwantitatief onderzoek.
 Post-positivisme-> combinatie van positivisme en constructivisme, minder sterke kritiek dan
constructivisme = kwalitatief onderzoek.
Conclusie: Kwalitatief onderzoek en kwantitatief onderzoek komt voort uit twee filosofische
stromingen die niet goed stroken met elkaar.

Getrokken lessen
Sociaalwetenschappelijk onderzoek ≠ natuurwetenschappelijk onderzoek
 Verschilt in de mate waarin de onderzoeksobjecten (participanten) een actieve rol spelen in
het onderzoek.
 Onderzoekers komen reacties van mensen tegen.
 Onderzoekers en participanten bedenken wat er gebeurt.
 Onderzoekers en participanten kunnen invloed hebben op elkaar
 Onderzoekers brengen hun eigen waarden en normen mee. Dit gebeurt ook in de
natuurwetenschappen, maar daar niet zo prominent als in de sociale wetenschappen.
-> Hou rekening met deze punten als je onderzoek gaat doen; ze leiden alle tot vertekening.

Moderne visie (boek M&R)
Synthese en nuance
 Qua methodologie: leunend op het (post)positivisme.
 Qua proces: beïnvloed door constructivisme.
De onderzoeker kent een grote verantwoordelijkheid:
 Dient participanten te respecteren.
 Heeft zijn/haar eigen waarden/(voor)oordelen en dient die te (her)kennen.
 Dient rekening te houden met, o.a.:
-> Situationele factoren, zoals rekening houden dat kinderen zich anders gedragen op school
dan thuis.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pigrix. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.20
  • (0)
  Add to cart