In het eerste jaar, eerste periode van Social Work op de Fontys, krijg je het vak psychologie. Hierbij is een samenvatting gemaakt met het boek en de gegeven colleges
Psychologie
Hoofdstuk 1; geest, gedrag en wetenschap
Binnen de psychologie zijn er 3 gebieden:
- Experimenteel psychologen -> doen vooral onderzoek, maar geven ook vaak
onderwijs
- Toegepast psychologen -> zijn o.a. Werkzaam in het onderwijs, de klinische
psychologie en counseling
- Docenten psychologie -> geven bv les aan het hbo of de universiteit
Psychiatrie is geen psychologie. Psychiaters hebben een medische opleiding gevolgd en
zijn daarnaast gespecialiseerd is de behandeling van psychische problemen.
Psychologie is een breed veld, met vele specialismen, maar in wezen is psychologie de
wetenschap van gedrag en cognitieve processen.
6 belangrijkste perspectieven van psychologie:
- Biologisch perspectief -> zoekt oorzaken van gedrag in lichamelijke processen als
hersenfuncties en genetica
o Neurowetenschap
o Evolutionair
- Cognitieve perspectief -> invloeden vanaf de scholen, informatieverwerking
- Behavioristische perspectief -> verklaringen in termen van waarneembare stimuli en
responsen
- Perspectieven vanuit de gehele persoon
o Psychodynamisch
o Humanistisch
o Positief
- Ontwikkelingsperspectief -> mentale en gedragsmatige veranderingen die
voorspelbaar gedurende het hele leven plaatsvinden
- Socioculturele perspectief -> elk individu beïnvloedt door andere mensen en door de
cultuur waar ze deel van uitmaken
Tegenwoordig worden meerdere perspectieven gebundeld. Alle perspectieven zijn
voortgekomen uit radicaal nieuwe ideeën over geest en gedrag.
Hoofdstuk 2; sensatie en perceptie
Sensatie – sensorische fase (gewaarwording)
Perceptie – perceptuele fase (eigenlijke waarneming en interpretatie)
Perceptie geeft betekenis aan sensatie
Zintuiglijke indrukken zijn neurale representaties, geen werkelijke stimuli -> niet
rechtstreeks in de hersenen.
Stimulatie van zintuig -> activatiecode van receptoren -> transductie -> sensatie (tot nu
toe voor iedereen hetzelfde) -> perceptie (is voor iedereen anders)
Voorbeeld: je kijkt naar een potlood, de kleuren komen binnen en worden omgezet in
neurale impulsen die in je brein binnenkomen, waardoor je een potlood ziet.
Kenmerken zintuigen:
- Transductie; stimulatie in sensatie veranderen
o Het proces waarbij fysische energie wordt omgezet in neurale impulsen,
omvorming.
- Sensorische adaptatie;
o Zintuigen worden steeds minder gevoelig naarmate een stimulus langer
aanhoudt.
- Drempel; grenzen van sensatie
, o Absolute drempelwaarde = de minimumhoeveelheid fysische energie die nodig is
om tot een sensorische ervaring te leiden.
o Verschildrempel = het kleinst waarneembare verschil tussen twee stimuli dat
iemand als verschil kan opmerken (JWV – juist waarneembare verschil)
o Wet van Weber = hoogte intensiteit=hoeveelheid verandering.
Signaaldetectietheorie = sensatie is afhankelijk van de kenmerken van de
- Stimulus
- de achtergrondstimuli
- de detector (degene die aan het waarnemen is)
Zintuigen zijn gevoeliger voor verandering dan voor constante stimuli en onderscheiden
zich door soort stimuli en gespecialiseerde verwerkingseenheden in de hersenen.
Gezichtsvermogen:
- we kijken met onze ogen, maar zien met onze hersenen
- Verwerking lichtgolven in visuele cortex -> gaat niet altijd zonder problemen
Perceptuele verwerking door:
- Wat (object en context) en waar (locatie in de ruimte) route
- Kenmerkdetectoren (bv gezichten), herkennen van bepaalde dingen
- Bottom up = stimulusgestuurde verwerking
- Top down = conceptueel gestuurde verwerking (bv je wil een fiat, je ziet alleen nog
maar fiat)
- Perceptuele constantie = als iemand van je af loopt blijft het dezelfde, ondanks hij
‘kleiner’ wordt. We snappen dat het hetzelfde voorwerp is.
Doel perceptie = accurate grip op de wereld
Perceptuele illusie = zaken die ons op het verkeerde spoor zetten (beter bekend als
optische illusies)
Theoretische verklaringen:
- Nadruk op aangeboren of aangeleerd (nature vs nurture)
o Aangeboren:
Figuur en (achter)grond; je kunt je niet volledig focussen op 2 dingen
tegelijkertijd
Subjectieve contouren en sluiting; informatie wat ontbreekt in zintuigen
maken hersenen voor ons af
Gelijkenis; zaken die op elkaar lijken zullen we meer als 1 geheel waarnemen
Dichtbijheid; mensen die naast elkaar lopen zie je als setje, tot ze verder uit
elkaar lopen
Continuering; we maken zaken af als 1 geheel. - - - - - - (geen stipjes maar
een lijn)
Minimumprincipe van perceptie = wet van Pragnanz; waarnemen wat het
minste moeite kost
o Aangeleerd/leerprocessen
Context en verwachtingen; bepaalde zaken komen vaak voor in een bepaalde
situatie
Perceptuele predispositie; voorbereiding op de waarneming. Je gaat
waarnemen wat je al gehoord hebt, of wat je verwacht.
Cultuur; omgeving speelt rol in wat je waarneemt (>—< lijkt langer dan<—>)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller famkevandeneinden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.