100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie voor jou HAVO 4 thema 3 voortplanting $4.27
Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie voor jou HAVO 4 thema 3 voortplanting

 220 views  1 purchase
  • Course
  • Level

Boek biologie voor jou, havo 4, thema 3 voortplanting

Preview 2 out of 6  pages

  • June 19, 2018
  • 6
  • 2017/2018
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Thema 3: voortplanting
Paragraaf 1
De periode van de lichamelijke verandering wordt de puberteit (vaak van 10 tot 17
jaar) genoemd, de geestelijke ontwikkeling wordt adolescentie genoemd. Het einde
van de adolescentie is vaak bij het begin van de volwassenheid (tussen de 20 en 25
jaar). Tijdens de adolescentie veranderen de hersenen.

Hormonen zijn chemische stoffen die door hormoonklieren aan het bloed worden
afgegeven. Het bloed vervoert de hormonen door het hele lichaam. Via het bloed en
de weefselvloeistof komen hormonen bij alle cellen. Door hormonen krijgen cellen
informatie van andere cellen. Als cellen informatie uitwisselen spreek je van cel
communicatie.
- Hormonen regelen vooral processen in het lichaam als groei, stofwisseling en
voortplanting. Hormonen die een rol spelen bij de voortplanting worden
geslachtshormonen genoemd.

Bij de ontwikkeling van geslachtsorganen speelt de hoeveelheid (mannelijke)
geslachtshormoon testosteron een belangrijke rol. Bij veel testosteron ontwikkelen
zich bij het embryo mannelijke geslachtskenmerken, bij een lage concentratie
ontwikkelen zich vrouwelijke geslachtskenmerken.
- De geslachtskenmerken die een kind bij de geboorte heeft heten primaire
geslachtskenmerken.
- De lichamelijke veranderingen die optreden gedurende de puberteit heten
secundaire geslachtskenmerken. Dit zijn bijvoorbeeld gezichtsbeharing bij
jongens en borstgroei bij meisjes.

Het gebied dat een dier verdedigd is zijn territorium. De handelingen die dieren
uitvoeren voorafgaande aan de paring wordt balts genoemd. Het vergroot de kans op
paarvorming en de kans op voortplanting.

Een soort overleeft doordat individuen in leven blijven en zich voortplanten
(reproduceren). Om te overleven bezitten organismen aanpassingen om bijv. niet op
te vallen (vergroten de kans om in leven te blijven). De genen worden weer
doorgegeven aan nakomelingen. Er vindt dus selectie plaats waardoor bepaalde
eigenschappen wel worden doorgeven en andere niet (natuurlijke selectie).
- Wanneer selectie plaatsvindt op grond van eigenschappen die de kans op
voortplanten bevorderen, spreek je van seksuele selectie. Ontstaat ook vaak
doordat mannetjes met elkaar wedijveren om vrouwtjes. De winnaar paart met
het vrouwtje.

Paragraaf 2
Tijdens de deling van cellen kunnen fouten optreden. Door de fouten verschillen de
kopieën iets van elkaar. Veranderingen in het DNA die tijdens de replicatie kunnen
ontstaan heten mutaties. Hierdoor kunnen verschillen ontstaan tussen de moedercel
en de dochtercel.

, Ongeslachtelijke voortplanting is voortplanting waarbij maar 1 organisme nodig is. Dit
kunnen prokaryoten, protisten, schimmels, planten en sommige dieren. Bij
ongeslachtelijke voortplanting krijgt ieder individu nakomelingen.

Bij geslachtelijke voortplanting zijn twee individuen nodig. De kern van een cel van
een individu smelt samen met de kern van een cel van een ander individu. Dit
versmelten van twee kernen heet bevruchting.
- Tijdens de bevruchting verdubbelt het aantal chromosomen. De cellen van het
organisme dat uit de bevruchte cel ontstaat, bevatten daardoor allemaal dit
dubbele aantal chromosomen. Om opnieuw te kunnen voortplanten ontstaan
er cellen die weer het oorspronkelijke aantal chromosomen bevatten 
geslachtscellen (gameten).

De erfelijke informatie van de beide ouders is gemengd, dit heet recombinatie. Door
recombinatie van chromosomen zijn de nakomelingen niet exact gelijk aan de ouders
en onderling verschillen ze (variatie).

Paragraaf 3
Bij bevruchting versmelten de kern van de eicel en de kern van de zaadcel. In de
nieuwe cel bevindt zich het dubbele aantal chromosomen en informatie van beide
cellen. Door celdeling ontstaat een nieuw organisme uit de bevruchte cel. Alle cellen
bevatten daardoor het dubbele aantal chromosomen.
Het aantal chromosomen in de cellen van organismen is constant en veranderd niet
door geslachtelijke voortplanting. Om het aantal constant te houden vindt reductie
plaats, bij mensen vindt dit plaats tijdens de productie van geslachtscellen.

De cellen van een menselijk lichaam bevatten 46 chromosomen. Er zitten 23 paar
chromosomen in de celkern.
- Een weergave van chromosomenparen die gegroepeerd zijn heet een
karyogram.
- Het aantal 46 wordt “2n” genoemd. Met “n” wordt dan het aantal verschillende
chromosomen bedoeld en met 2 wordt aangegeven dat het om paren gaat.
Een diploïde cel bevat dus altijd 2n chromosomen.
- Het aantal chromosomen in een geslachtscel is “n”. haploïde cellen bevatten
dus “n” chromosomen.

Lichaamscellen bevatten een dubbele set chromosomen  deze cellen heten
diploïd. Geslachtscellen bevatten een enkele set chromosomen  deze cellen heten
haploïd (eenvoudig).

Tijdens de bevruchting versmelten de kernen van twee haploïde cellen met ieder n
chromosomen tot 1 nieuwe kern. De bevruchte eicel (zygote) is dus diploïd en bevat
2n chromosomen.

Na de bevruchting groeit de diploïde zygote uit tot een organisme. Alle cellen die
ontstaan zijn diploïd, behalve de geslachtscellen. Geslachtscellen ontstaan in

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavalkenier. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.27  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added