Een stemmingsstoornis is een psychische aandoening die wordt gekenmerkt door een verstoord emotioneel
evenwicht, met significante en langdurige veranderingen in stemming of emotie. Deze stoornissen beïnvloeden
iemands algemene emotionele toestand en het vermogen om normaal dagelijks functioneren te handhaven.
Stemmingsstoornissen worden ook wel affectieve stoornissen genoemd, omdat affect de externe uiting van een
stemming is, een emotie die intern wordt gevoeld.
STEMMINGSEPISODES
Onder stemmingsepisodes vallen depressieve episodes, manische episodes, hypomanische episodes.
Depressieve episodes kunnen eventueel met gemengde kenmerken voorkomen.
We spreken van een DEPRESSIEVE EPISODE wanneer de episode voldoet aan de volgende kenmerken:
- Minimaal 2 weken
- Minimaal 5 symptomen
- Sombere stemming en/of verlies aan interesse en plezier (1 en 2)
o Gewichtsverlies, -toename (3)
o Insomnia of hyposomnie (4)
o Psychomotorische agitatie of vertraging (5)
o Vermoeidheid (6)
o Waardeloosheid (7)
o Problemen cognitieve functies (8)
o Suïcidale gedachten (9)
We spreken van een MANISCHE EPISODE wanneer de episode voldoet aan de volgende kenmerken:
- Minimaal 1 week
- Minimaal 4 symptomen
- Periode van uitgelaten of prikkelbare stemming (1) plus 3 anderen (4 bij slechts prikkelbaar)
o Verhoogd zelfgevoel (2)
o Afgenomen slaapbehoefte (3)
o Spraakzamer dan normaal (4)
o Gedachtevlucht (5)
o Verhoogde afleidbaarheid (6)
o Dadendrang, psychomotorische agitatie (7)
o Daden met grote kans op pijnlijke consequenties (8)
We spreken van een HYPOMANISCHE EPISODE wanneer de episode voldoet aan de volgende kenmerken:
- Ongeveer 4 dagen
- 3 symptomen (4 indien alleen prikkelbaar, niet uitgelaten)
- Verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming die verschilt van niet-depressieve (“normale”)
stemming
o Verhoogd zelfgevoel (1)
o Afgenomen slaapbehoefte (2)
o Spraakzamer dan normaal (3)
o Gedachtevlucht (4)
o Verhoogde afleidbaarheid (5)
o Dadendrang, psychomotorische agitatie (6)
o Daden met consequenties (7)
- Geen duidelijke verstoring dagelijks functioneren
, DSM-V CRITERIA PER STOORNIS
We verdelen stemmingsstoornissen in bipolaire stoornissen en depressieve stoornissen
BIPOLAIRE I-STOORNIS
De criteria voor bipolaire I-stoornis vertegenwoordigen het moderne begrip van de klassieke manisch-
depressieve stoornis of affectieve psychose die in de negentiende eeuw werd beschreven. Ze verschillen slechts
in die zin van die klassieke beschrijving dat psychose noch de levenslange ervaring van een ernstige depressieve
episode vereist is. Niettemin heeft de overgrote meerderheid van individuen wiens symptomen voldoen aan de
criteria voor een volledig syndromale manische episode ook ernstige depressieve episodes gedurende hun
leven.
DSM-V CRITERIA
A. Criteria voldoet aan minstens 1 manische episode;
B. Het optreden van manische en depressieve episodes wordt niet beter uitgelegd door een andere stoornis
BIPOLAIRE II-STOORNIS
Bipolaire II-stoornis, die de levenslange ervaring van ten minste één episode van ernstige depressie en ten
minste één hypomane episode vereist, wordt niet langer beschouwd als een "mildere" aandoening dan
bipolaire I-stoornis, voornamelijk vanwege de hoeveelheid tijd die mensen met deze aandoening in depressie
doorbrengen en omdat de stemmingsinstabiliteit die mensen met bipolaire II-stoornis ervaren, doorgaans
gepaard gaat met ernstige beperkingen in werk- en sociaal functioneren.
DSM-V CRITERIA
A. Er is voldaan aan minstens één van de criteria van de hypomanische episode én minstens één van de criteria
van de depressieve episode;
,B. Er heeft nooit een manische episode plaatsgevonden;
C. Het optreden van de hypomanische en depressieve episode kan niet beter worden verklaard door een
andere stoornis;
D. De symptomen van depressie of de onvoorspelbaarheid die wordt veroorzaakt door frequente afwisseling
van perioden van depressie en hypomanie, veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of verslechtering op
sociaal, beroepsmatig of andere belangrijke gebieden van functioneren
CYCLOTHYME STOORNIS
De diagnose van cyclothyme stoornis wordt gesteld bij volwassenen die gedurende ten minste 2 jaar (voor
kinderen, een volledig jaar) zowel hypomane als depressieve periodes ervaren zonder ooit te voldoen aan de
criteria voor een episode van manie, hypomanie of ernstige depressie.
DSM-V CRITERIA
A. Minstens 2 jaar (één jaar bij kinderen en adolescenten) zijn er talrijke perioden met lichte manische
symptomen geweest die niet voldoen aan de criteria van een hypomanische episode, en talrijke perioden met
depressieve symptomen die niet voldoen aan de criteria voor een depressieve episode.
B. Gedurende bovengenoemde tijdspanne van twee jaar (één jaar bij kinderen en adolescenten) zijn de
perioden met lichte manische en depressieve symptomen minstens de helft van de tijd aanwezig geweest en is
de betrokkene niet langer dan twee maanden achtereen symptoomvrij.
C. Er is nooit voldaan aan de criteria voor een depressieve, manische of een hypomanische episode.
D. De symptomen in criterium A kunnen niet beter worden verklaard door een andere stoornis.
E. De symptomen kunnen niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel (zoals een
drug of medicatie) of een somatische aandoening (zoals hyperthyreoïdie).
F. De symptomen veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatig
functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen.
MAJOR DEPRESSIEVE STOORNIS
Het gemeenschappelijke kenmerk van alle depressieve stoornissen is de aanwezigheid van een droeve, lege of
prikkelbare stemming (depressieve stemming), samen met somatische en cognitieve symptomen die het
functioneren van het individu verstoren. De verschillen tussen de stoornissen zijn gerelateerd aan hun duur,
timing, bijbehorende kenmerken of vermoedelijke oorzaken.
DSM-V CRITERIA
A. Aanwezigheid van 5 of meer van de volgende symptomen, gedurende dezelfde periode van 2 weken en die
en verandering in functioneren met zich meebrengen:
Minstens een van de symptomen is ofwel een depressieve stemming (1), ofwel verlies van interesse of plezier
(2):
- Gewichtsverlies, -toename (3)
- Insomnia of hyposomnie (4)
- Psychomotorische agitatie (niet kunnen stil zitten) of vertraging (5)
- Vermoeidheid (6)
- Gevoelens van waardeloosheid (7)
- Problemen cognitieve functies (8)
- Suïcidale gedachten (9)
B. Symptomen veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige
functioneren, of functioneren op andere terreinen;
C. Episode kan niet worden toegeschreven aan fysiologische effecten van een middel/ somatische aandoening;
D. Het optreden van de depressieve episode kan niet worden verklaard door schizofrenie, schizofreniforme
stoornis, een waanstoornis of door een andere psychotische stoornis;
E. Er heeft zich ooit een manische of hypomanische episode voorgedaan.
DSM-V CRITERIA
A. Sombere stemming het grootste deel van de dag, meer dagen wel dan niet, zoals blijkt uit ofwel subjectieve
mededelingen ofwel uit observatie door anderen, gedurende minstens 2 jaar.
B. Aanwezigheid, tijdens depressiviteit, van 2 (of meer) van de volgende kenmerken: Gewichtsverlies, -toename
Insomnia of hyposomnie Psychomotorische agitatie (niet kunnen stil zitten) of vertraging Vermoeidheid
Gevoelens van waardeloosheid Problemen cognitieve functies Suïcidale gedachten
C. Gedurende de periode van 2 jaar (één jaar voor kinderen en adolescenten) van de stoornis is de betrokkene
nooit langer dan 2 maanden achter elkaar vrij geweest van de symptomen in criteria A en B.
D. Criteria voor een depressieve stoornis kunnen gedurende 2 jaar continue aanwezig zijn.
E. Er is nooit sprake geweest van een manische of hypomanische episode geweest en er is nooit voldaan aan de
criteria voor een cyclothyme stoornis.
F. De stoornis kan niet beter worden verklaard door een persisterende schizoaffectieve stoornis, schizofrenie,
een waanstoornis of een andere gespecificeerde of ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere
psychotische stoornis.
G. De symptomen kunnen niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel (zoals een
drug of medicatie) of een somatische aandoening (zoals hypothyroïdie).
H. De symptomen veroorzaken inklinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatig
functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen
DISRUPTIEVE STEMMINGSDISREGULATIE STOORNIS (DMDD)
DSM-V CRITERIA
A. Ernstige recidiverende driftbuiten die zich verbaal (verbale agressie) en/of in het gedrag (fysieke agressie
jegens personen of eigendommen) manifesteren en die wat intensiteit of duur betreft in grove mate buiten
proportie zijn ten opzichte van de situatie of aanleiding;
B. De driftbuien komen niet overeen met het ontwikkelingsniveau;
C. De driftbuien treden gemiddeld 3 keer of vaker per week op;
D. De stemming tussen de driftbuien is persisterend prikkelbaar of boos, gedurende het grootste deel van de
dag en bijna elke dag, en dit is door anderen waarneembaar (bijvoorbeeld ouders, leerkrachten,
leeftijdsgenoten);
E. Criteria A-D zijn sinds één jaar of langer aanwezig. In die periode is de betrokkene nooit gedurende 3 of meer
achtereenvolgende maanden geheel vrij geweest van de symptomen in criterium A-D;
F. De symptomen in criteria A-D zijn in minstens 2 van de 3 settings aanwezig (dat wil zeggen: thuis, op school of
in contact met leeftijdsgenoten) en zijn in minstens één van deze settings ernstig;
G. De classificatie dient niet voor de eerste keer vóór de 6-jarige leeftijd of na 18- jarige leeftijd te worden
toegekend;
H. Op basis van de anamnese of door observatie kan worden vastgesteld dat criteria A-E voor de 10-jarige
leeftijd zijn begonnen;
I. Er heeft zich nooit een duidelijke periode van meer dan één dag voorgedaan waarin de symptomen volledig
hebben voldaan aan de criteria voor een manische of hypomanische episode, met uitzondering van de duur.
J. Het gedrag doet zich niet uitsluitend voor tijdens een episode van de depressieve stoornis en kan niet worden
verklaard door een andere psychische stoornis (bijvoorbeeld een autismespectrumstoornis, posttraumatische
stressstoornis (PTSS), separatieangststoornis of persisterende depressieve stoornis (dysthymie)).
K. De symptomen kunnen niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel of aan een
neurologische of andere somatische aandoening.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dominiquehuijbregtss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.00. You're not tied to anything after your purchase.