Psychologische gespreksvoering en interactionele vaardigheden
Summary
Samenvatting Psychologische gesprekvoering & interactionele vaardigheden (geslaagd eerste zit!)
40 views 1 purchase
Course
Psychologische gespreksvoering en interactionele vaardigheden
Institution
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Dit is een volledige uitgebreide samenvatting van het vak Psychologische gesprekvoering en interactionele vaardigheden gedoceerd door de prof. Dr. An Hooghe (Vrije universiteit Brussel). De samenvatting bevat alle lessen (modules) met de PowerPoints en de lesnotities erin verwerkt (hoorcolleges). G...
Psychologische gespreksvoering en interactionele vaardigheden
All documents for this subject (14)
Seller
Follow
hafsal
Reviews received
Content preview
Samenvatting Psychologische
Gespreksvoering En Interactionele
Vaardigheden
, INLEIDING
1. Het communicatiemodel van Virginia Satir
EXAMEN!!!
Binnen communicatie heb je:
• Een ontvanger: wij studenten in een aula
• Een zender: de prof
o Heeft een bepaalde binnenkant met bepaalde gevoelens, gedachten, ideeën,
geschiedenis, normen, waarden: Bv: prof vindt het spannend om voor de aula te staan en les
te geven. Wat er allemaal vanbinnen omgaat. Een selectie hiervan zal naar de buitenkant
komen (kunnen we zien)
o Heeft een bepaalde buitenkant dat gaat over datgene wat we communiceren:
▪ Woorden
▪ Niet verbale communicatie
• Houding
• Intonatie
→ Gaat worden gedecodeerd door ontvanger (gaat naar onze binnenkant, waarvan een deel
uiteindelijk naar de buitenkant komt)
,2. Vier elementen van een boodschap
Er zijn Vier elementen tegelijkertijd in één boodschap (Schulz von Thun, 2010):
1. Letterlijke inhoud: feitelijke betekenis van wat wordt gezegd
o “ik zie het niet meer zitten”= letterlijke boodschap
2. Expressief deel van de boodschap: weergave van de boodschap
o Hoe iemand iets zegt bv: intonatie
3. Informatie over de relatie: de informatie in de boodschap die weergeeft hoe de zenderde relatie tot
de ontvanger (op dit moment) ziet
o Het feit dat je het zegt, zeg je in een cliëntencontact=> in bepaalde relatie met een
vertrouwen
4. Appelerend deel van de boodschap: de zender doet een appel, wil dat de ander iets doet met de
boodschap die hij/zij zendt
o Als je het zegt, duw je er een bepaalde knop mee in bij de ander. Het doet iets met je als
therapeut
3. Inhouds- en betrekkeningsniveau
Watzlawick et al. 1967: Onderscheid maken tussen
1. Inhoudsniveau van communicatie en de feitelijke boodschap die wordt overgebracht.
o “Amai precies goed gaan shoppen”, “kheb het gezien op de rekening”=> je zegt dit niet enkel op
inhoudsniveau.
o “De bril stond weer omhoog”=> is geen informatieve boodschap: er zit een betrekkingsniveau in
namelijk “ik zou graag hebben dat je in het vervolg de bril omlaag doet”
2. Betrekkingsniveau van communicatie en de informatie in de boodschap die de relatie tussen zender
en ontvanger weergeeft, zoals gezien door de zender. De interpretatie van het betrekkingsniveau is
afhankelijk van toon en non-verbale aspecten van communicatie. Zegt iets over de relatie, over de
knop die je induwt.
4. Interpreteren van een boodschap
4.1 Gebruik van vuistregels of heuristieken (bij boodschap interpreteren)
Doel: omgeving voorspelbaar maken, snel kunnen reageren, controle te krijgen, om te kunnen
gaan met complexiteiten, … Bijvoorbeeld:
• Causale actor-observator attributieneiging: neiging om eigen gedag te verklaren uit instabiele,
externe (situationele) factoren en het gedrag van anderen te verklaren uit stabiele, interne
(eigenschappen van de persoon) factoren
o Bv: Zelf gebuisd op Statistiek → Moeilijk examen of veel lawaai tijdens afname, ik
was ziek… (externe factoren) => eigen dingen aan ander toeschrijven als ze moeilijk lopen (als iets goed
loopt ga je dit eerder bij jezelf leggen)
o Bv: Vriendin gebuisd → Niet goed gestudeerd, begrijpt het niet goed… (interne
factoren)
o Deze neiging hebben we ook in therapie of in een gesprek
• Gedragsconfirmatie: het uitlokken van responsen die de eigen vooronderstellingondersteunen.
Op een bevestigende manier zeggen
o Bv: Oma vraagt « Je eet graag rode kool eh? » Omdat ze eigenlijk zelf graag rode koolklaarmaakt.
o “Ik verwijs de patient door want je doet da graag eh?”
3
, • Beschikbaarheidsheuristiek: gebruikmaken van wat (gemakkelijk) beschikbaar is inhet geheugen;
o Bv: valkuil psychologe=> teruggetrokken, depressief gedrag kaderen binnen depressie of burn-out
omdat we dit al vaak hebben gezien tijdens lessen. Kan ook mogelijks teken zijn van psychose
maar dit staat minder op voorgrond van ons geheugen.
o Bv: de prof gaat niet direct aan burnout of neurologische problemen denken want ze werkt er niet
mee
o Bv: Een neurologische psycholoog gaat niet aan rouwproblemen denken bij geheugenverlies (die
gaat eerder zeggen “maak een hersenscan”)
o De context waarin je werkt bepaalt hoe je kijkt en dingen interpreteert.
• Confirmatorische strategie: de neiging alleen informatie te zoeken die overeenkomt met de eigen
veronderstelling=> zoeken naar confirmatie. Minder openstellen voor andere informatie.
o Alles wat bij je binnenkomt voor een stuk interpreteren volgens de hypotheses die je al hebt.
o Bv: je hebt een vermoeden dat de partner van je beste vriendin vreemdgaat. En je gaat vragen
stellen zoals: ‘vaak met zijn gsm bezig zeker? Jaja, op zondag gaan fietsen met de vrienden? Ahja
als hij alcohol denkt te drinken gaat hij bij zijn ouders slapen, omdat hij niet dronken de baan op
wil…
4.2 Waarden en normen
Wij hebben eigen waarden en normen, maar cliënt heeft ook eigen
waarden en normen. De manier waarop je denkt over wat juist en fout
hebt bepaalt veel. De persoon van de therapeut is je instrument, je
W&N, hoe je denkt over opvoeding, hoe je denkt over alcohol,… Uw
W&N is hoe je luistert naar anderen. Je moet deze niet helemaal
aanpassen aan de persoon voor u maar je moet je er wel bewust van
zijn.
Bv: als je zelf geneigd bent om uit te reiken naar anderen als je het
moeilijk hebt (bellen naar anderen). Dit zit dan in je interventies. Je gaat zeggen “heb je niemand waar je
kan naar bellen om troost te vinden”. Het lijkt neutraal maar is dat niet volledig.
Waarden
• Eigen vooronderstelling van wat goed of fout is;
• Voorbeeld: gelijkwaardigheid.
Normen
• Gedragsregels die uit waarden worden afgeleid;
• Voorbeeld: beide partners helpen mee in het huishouden
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hafsal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.75. You're not tied to anything after your purchase.