Antropologisch veldwerk = gericht op het begrijpen van een cultuur die anders
is dan de jouwe.
Culturele antropologie is ontstaan op het snijpunt van de industriële revolute
en het kolonialisme
Kolonialisme = zoveel mogelijk gebieden veroveren
Modern imperialisme = 2e periode van kolonisate politek heef ook invloed
op het land.
Drie moteven: behoefe aan grondstofen, de afzetmarkt en opbouwen van
een groot koloniaal rijk.
Culturele antropologie = de leer van de mens als cultureel wezen
Cultuur = niet aangeboren gedragingen/normen/waarden/voorstellingen over
het leven
- Cultuur is aangeleerd (door sociale omgeving) (=uitng oe wij
betekenis geven aan de wereld om ons een)
- Cultuur is aan verandering onder evig (veranderlijk)(veel
samenlevingen veranderen);
*Creolisering van culturen = door wederzijdse beïnvloeding van culturen,
een nieuwe samengesmolten cultuur ontstaat.
*Transnatonaliteit = migrant is met verschillende landen betrokken en
loyaal aan verschillende landen.
- Cultuur is situatoneel bepaald (gedrag aanpassen) (situate waarin
je leef bepaald je cultuur) (subgroepen/subculturen).
Emic-perspectief = langdurig onder dompelen in het leven van een vreemd
volk.
Emic-benadering = gaat uit van het bestudeerde binnen het systeem van een
cultuur en de structuur daarbinnen, maar niet het systeem als zodanig
(insiderperspectef, persoonlijke ervaring of cultuur).
Doel: onderzoeken of mensen hetzelfde doen als wat ze zeggen.
Frontstage = identteit die mensen laten zien die mogelijk positever eruitzien
dan het geval (sociaal wenselijk)
Backstage = privé-identteit, die mensen liever voor zichzelf houden en niet
snel laten zien.
- Antropologen blijven dus meer dan 1 jaar in een gemeenschap, dan heb
je meer kans om tot de backstage identteit te komen.
Obseraeren opzetelijk, doelgericht en systematsch waarnemen.
*Empathie cruciale kwaliteit van een antropoloog zonder empathie kunnen
ze geen goede observates maken.
Toick discription = observates vastleggen in een dagboek tjdens het veldwerk.
Om bepaalde conclusies of perspecteven vast te leggen. (= uitgebreide
beschrijving van de cultuur_
Outreacoend rerken > binnen oet sociaal rerk (sociaal werkers zijn ook
veldwerkers) (Scoot Toomas Coalmers)= empathisch inleven in de leefwereld
van de wijkbewoners.
Normatief sociaal rerk = de sociaal werker probeert de cliënten vanuit een
superieure (hogere) posite mensen beschaafder te maken.
- Eerste antropologen zijn beïnvloed door de stromingen die tot de Darwin
revolute heef geleid.
Diaersiteit = nadruk op cultuurverschil
Intersubjectiaiteit = nadruk op cultuurovereenkomsten
Going natiae > te veel onderdeel van de cultuur, te weinig afstand,
identiceren met de cultuur die je onderzoekt.
Sociologiscoe aerbeeldingskracot = probleem uit verschillende perspecteven
kunnen bekijken (micro, meso, macro), individuele problemen versus
insttutonele en samenlevingsproblemen.
, Uitgangspunt: er schuilt kracht in het verschil (diversiteit) en het vermogen om
ook overeenkomsten tussen mensen en ideeën te kunnen zien
(intersubjectviteit).
*Jo n Wrig t Mills: een goede sociaal werker is in staat om persoonlijke
problemen van mensen of sociale problemen vanuit versc illende t eoretsc e
perspecteven te benaderen.
Verandering begint met sociologiscoe aerbeeldingskracot sterk verbonden
met innoveren.
3 antropologische perspecteven, om je sociologische verbeeldingskracht te
trainen:
1. Structureel functionalisme (meso) – Grondlegger: Emile Durckheim
(heef zich beziggehouden met sociale cohesie)
= complex systeem onderling samenhangende insttuten (die beogen
solidariteit, harmonie, sociale cohesie) structuur gaat boven het individu
structuur moet een functe hebben.
Een functoneel systeem vervult de behoefen van de maatschappij als
geheel – niet individuele belangen.
Merton onderscheid twee soorten functes:
- Manifeste functies: bedoelde functe van insttuten. Bijvoorbeeld
onderwijs dient producteve arbeidskrachten op te leiden.
- Latente functies: onbedoelde functe van insttuten. Onderwijs kan ook
een huwelijksmarkt zijn (ontmoetng van partner)
Structureel functonalisten kijken dus altjd naar de manifeste en latente functe
2. Conflicttoeorie (macro) – Grondlegger: Karl Marx
= reacte op structureel functonalisme insttuten en ongelijke
samenlevingsstructuren zijn oorzaak van wijkproblemen kijken naar groepen
die achtergesteld zijn machtsstrijd
*Gericht op sociale ongelijkheden tussen mensen lijden tot gebrekkige sociale
cohesie gevolg: revolute.
Bij de marxistsche confictsociologie komt confict voort uit de tegenstelling
kapitaal en arbeid, terwijl de niet-marxistsche variant de scheiding legt tussen
degenen die gezag beziten en hen die daaraan onderworpen zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lyan1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.72. You're not tied to anything after your purchase.