1. Historisch overzicht van de Europese integratie
1.1 Wat is de EU?
De Europese Unie
= internationale organisatie. Een internationale organisatie houdt in dat je met andere staten
moet gaan samenwerken om dingen te gaan realiseren en je belangen te verdedigen.
Basiskenmerken van een internationale organisatie
o Internationale organisatie moet kunnen optreden op internationaal vlak
o Internationale organisatie heeft een internationale persoonlijkheid
o Internationale organisaties worden opgericht door staten
o Deze organen moeten zelfstandig kunnen optreden als organisatie
o Staten komen samen en sluiten een verdrag. Een verdrag is dwingend, daar ben je
aan verbonden
o Internationale organisatie is een rechtspersoon die kan optreden op internationaal
vlak. Dit betekent dat als een organisatie bepaalde internationale regels schendt, men
hiervoor aansprakelijk kan worden gesteld.
Voorbeelden van internationale organisaties:
o VN
o OPEC
o IMF
o OESO
o Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
Opmerking: G7/G20 is geen internationale organisatie, omdat men niet beschikt over
organen die zelfstandig optreden.
Supranationale en intergouvernementele organisaties
Definitie: Definitie:
Lidstaten staan soevereiniteit af aan de Lidstaten behouden hun volledige
organisatie. Op bepaalde domeinen geeft soevereiniteit.
men de beslissingsmacht uit handen en
geeft men dit over aan de organisatie.
Gevolg: Men kan tegen zijn wil gebonden Gevolg: men kan niet tegen zijn wil
zijn aan een beslissing gebonden zijn aan een beslissing.
, Hoe worden beslissingen genomen? Hoe worden beslissingen genomen?
o Men beslist bij een vorm van o Men kan enkel bindende
meerderheid. Minderheid kan beslissingen nemen indien iedereen
gebonden zij tegen zijn wil akkoord is
o Soms worden er beslissingen
Voorbeeld: EU genomen met meerderheid, maar
deze zijn niet juridisch bindend
Voorbeeld: VN, NAVO (meeste
internationale organisaties zijn
intergouvernementeel)
Opmerking: De Europese Unie is overwegend supranationaal, maar op bepaalde
beleidsdomeinen is dat niet of slechts gedeeltelijk het geval
1.2 Hoe is de Europese Unie ontstaan?
Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten:
België Kroatië
Bulgarije Letland
Cyprus Litouwen
Denemarken Luxemburg
Duitsland Malta
Estland Nederland
Finland Oostenrijk
Frankrijk Polen
Griekenland Portugal
Hongarije Roemenië
Ierland Slovenië
Italië Slowakije
Spanje Zweden
Tsjechië
1.2.1 Jaren 40
Na WOII: de eerste vormen van samenwerking:
1) Organisatie voor Europese Economische samenwerking (OEES, 1948)
o Voorloper van de organisatie OESO
o Was een intergouvernementeel initiatief
o Opgericht als economische doelstelling om een samenwerking te creëren
tussen Europese staten
o Opgericht in het kader van het Marshall-plan om een economische
heropbouw van Europa te coördineren
, o In 1960 omgevormd tot Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling
o De belangrijkste geallieerden van WOII: Sovjet-Unie, VS, VK en Frankrijk
o Na WOII hebben ze samen Nazi-Duitsland en Japan verslaan. WOII viel
dan uiteen en er ontstond een koude oorlog. De Sovjet-Unie tegenover
de andere geallieerden.
o West-Europese landen waren de traditionele bondgenoten van de VS
2) Raad van Europa (1949)
o Opgericht om een nauwere samenwerking tot stand te brengen, op basis van
een aantal fundamentele beginselen (respect voor rechten van de mens,
rechtstaat en democratie)
o Raad van Europa heeft niets te maken met de Europese Unie, het is geen
instelling ervan
o Het is een organisatie opgericht op initiatief van de VK (Winston Churchill)
o Landen die hierin zijn meegegaan: West-Europese landen
o Gevestigd in Straatsburg
o 46 lidstaten zijn lid van de Raad van Europa, behalve Rusland, Wit-Rusland en
Kosovo
o Wit-Rusland niet omwille van de grove schendingen van de
mensenrechten
o Kosovo niet aangezien een aantal staten Kosovo erkennen als een
meer soevereine staat
3) Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO, 1949)
o Militair bondgenootschap: opgericht als collectieve verdedigingsorganisatie
(bescherming van de leden tegen een militaire dreiging uit het Oosten)
o Leden van organisaties blijven volledig soeverein
o Dit is geen pure Europese organisatie aangezien de VS hierbij betrokken is
o De samenwerking was belangrijk omdat men vreesde voor de agressie van de
Sovjet-Unie die mogelijk zou komen
o Gewapende aanval tegen één lidstaat van de NAVO wordt beschouwd als een
gewapende aanval tegen alle lidstaten van de NAVO.
1.2.2 Jaren 50: de eerste stappen in het integratieproces
1) Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS, 1951)
o Kolen-en staalindustrie van leden werd aan nationale bevoegdheid onttrokken
en onder het gezag gesteld van een onafhankelijke hoge autoriteit
o Opgericht door Robert Schauman, de toenmalige minister van buitenlandse
zaken
o Hij kwam op het idee om samen te werken om gewapende conflicten in
Europa te vermijden
o West-Duitsland was bereid om mee te gaan
, o 6 oorspronkelijke leden van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
(the Founding Fathers): West-Duitsland, Frankrijk, Nederland, België,
Luxemburg en Italië
2) Europese Defensie Gemeenschap (EDG, 1952)
o Integratie van strijdkrachten
o Strijdkrachten komen onder supranationaal bevel
o Frankrijk weigert te ratificeren
o Is nooit tot een volwaardige oprichting gekomen
o VK was een traditionele bondgenoot en was er niet bij waardoor de Europese
Defensie Gemeenschap nooit werd opgericht
3) West-Europese Unie (WEU, 1954)
o Alternatief voor EDG: gebaseerd op beginsel van collectieve verdediging
o Dit is samen met de Britten
4) Europese Economische Gemeenschap en Europese Gemeenschap voor
Atoomenergie (EEG en EURATOM, Verdragen van Rome, 1957)
o Economische integratie bevorderen door:
o De oprichting van een gemeenschappelijke markt en een gemeenschappelijk
mededingingsbeleid, landbouw-, handels-en transportbeleid
o Gebaseerd op de principes van de EGKS mits enkele aanpassingen
o Men heeft economische integratie gebruikt als een instrument om in de
toekomst een gewapend conflict onder de staten te vermijden
1.2.3 Jaren 60: de Europese integratie in crisis
o Lege-stoel politiek van Frankrijk (1965): Voor sommige staten was het niet
evident om soevereiniteit af te staan, vooral Frankrijk
o Fusieverdrag (1965)
1.2.4 Jaren 70: begin van de Europese Politieke en Monetaire Samenwerking
o In het kader van de EEG: elke lidstaat gaat afzonderlijk maatregelen nemen
om zijn eigen economie te beschermen en men gaat dat niet meer
gemeenschappelijk doen. Men gaat wel aftasten om op monetair vlak samen
te werken
1.2.5 Jaren 80: nieuwe impulsen voor de Europese integratie:
Europese Akte (1986):
o Een naam voor een verdrag dat de oorspronkelijke verdragen van Rome gaat
wijzigen, omdat men vaststelt dat de regels niet meer ideaal zijn om die
economische integratie na te streven. Men gaat beslissen om die
economische integratie verder te bevorderen en realiseren.
o Eerste substantiële herziening van het Verdrag van Rome
o Institutionalisering van de Europese Politieke Samenwerking
o Nieuwe impulsen voor de economische integratie: interne markt
o voltooid tegen 31 december 1992
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marilnefranssens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.73. You're not tied to anything after your purchase.