Sportpsychologie in Nederland (bakker 2008)
Dit nog samenvaten
Weinberg and Gould (pag. 3-7)
Sportpsychologie: Wetenschappelijke studie naar mensen en hun gedrag in sport en beweging en de
praktische toepassing van die kennis. 2 dingen die mensen die dit studeren bekijken: begrijpen hoe
psycholische factoren invloed hebben op een individuele performance. Begrijpen hoe participeren in
sport invloed heef op een persoon zijn psychologische ontwikkeling, gezondheid en humeur.
Sportpsychologen willen graag helpen en begrijpen van sporters, kinderen, mensen met een mentale
of fysieke problemen, ouderen met hun sport, tevredenheid, en ontwikkeling.
Verschillende specialisaties in de sportpsychologie.
- Onderzoekende rol. Onderzoeken en publiceren van onderzoek in de sportpsychologie.
- Uitleggende rol. Op scholen.
- Begeleidende rol. Begeleiden van sporters.
Klinische sportpsychologie. Weten veel over psychologie en kunnen dit toepassen op sport.
Bijvoorbeeld, mensen met eetproblematiek.
Educatieve sportpsychologie. Weten veel over sport en beweging. Mental coach. Als er te veel
psychische problemen zijn kunnen deze mensen de patiinten doorsturen naar een klinische
sportpsycholoog.
Je moet een studie hebben gedaan om jezelf sportpsycholoog te noemen.
Week 2. Visualisatie en teamsport
Voorbereidingstaken.
Model van Steiner.
Actual productivity = potential productivity losses atributable to faulty group processes.
Potential productivity = de best mogelijke performance van een team, als je kijkt naar alle spelers en
hun ability, kennis en eigenschappen.
Actual productivity = hoe productief de groep is.
Individuele ability is het belangrijkste resource voor team sporters. Het team met de beste
individuele spelers bereikt normaal gesproken het meeste. Maar de echte productivity dis niet altijd
hetzelfde als de potentiele productivity. Alleen als een team efectief gebruik maakt van de
beschikbare resources zal de productiviteit het zelfde zijn als de potentiele productiviteit.
,De rol van de coach is verbeteren van de relevante resources en tegelijk reducing process losses.
Motivatie losses: als teamspelers niet 00% efort geven. ge denken misschien dat of 2 mensen uit
het team alles kunnen dragen.
Coördinatie losses: als de timing tussen de team spelers er niet is of een verkeerde strategie wordt
gebruikt. Bijvoorbeeld bij dubbelspelen tennis: de bal komt in het midden en niemand pakt hem
omdat ze allebei denken dat die ander hem wel neemt.
Mensen die sporten doen met veel interactie of coördinatie hebben meer kans op coördinatie losses.
En bijvoorbeeld zwemmers hoeven dit niet zo veel te trainen.
Visualisatie
Een experience in je hoofd creiren. Hier hoort bij, terugdenken aan eerdere tijden dat je dit hebt
uitgevoerd, en dit allemaal samenvoegen naar een realistisch beeld in je hoofd. Het is een vorm van
simuleren.
Het gebruik maken van alle zingtuigen om een ervaring in de geest te (her)creiren.
Voorwaarden oefeningen om efectief te zijn: (factors afecting the efectivity of imagery)
- Natuur van de taak. Taken die veel cognitieve componenten hebben, hebben de meeste
positieve efecten door visualisatie. De sporters kunnen dan bedenken wat voor dingen ze
kunnen proberen. Rule out inapropriate courses of action.
- Skill level of the performer. Bij beginners en meer geoefendere sporters kan visualisatie
allebei werken. Uit onderzoek is gebleken dat meer geoefendere sporters wel meer bereiken
met visualisatie.
- Imaging ability. Mensen die goed kunnen visualiseren hebben er ook meer baat bij. Maar
visualiseren is een skill, dus je kan je er in oefenen en beter worden.
- Using imagery along with psysical practice. Je kan niet alleen visualiseren, je moet het
combineren met oefenen. Deze combinatie geef de beste resultaten.
Of:
Keys to efective imagery: Vividness en controllality
Vividness, hoe helder en gedetailleerd heb je het plaatje in je hoofd.
Controle, je kan het beeld in je hoofd aanpassen aan hoe je wil.
Casus:
. Casus: Marjanne is een 24-jarige turnster. Sommige elementen van haar turnoefening vindt ze
eng, met name sprongelementen. Voordat ze de oefening moet doen, schieten beelden van deze
oefening door haar hoofd. In gedachten ziet ze zichzelf vallen en een ernstige blessure oplopen.
, Hierdoor voelt ze zich erg angstig. Op advies van een geaccrediteerd sportpsycholoog maakt
Marjanne gebruik van visualisatieoefeningen.
a. Geef op basis van de literatuur (studietaak 2) gerichte adviezen voor de
visualisatieoefening van Marjanne.
Probeer de omgeving zo helder mogelijk voor je te zien, alle geluiden, de geuren. En zie dan voor je
dat je de oefening foutloos uitvoert. Combineren met het echt uitvoeren.
Uit de les:
gwembad (alle zintuigen), kamer (vergroten en verkleinen), training (perspectief), wedstrijd, 5-
tellen.
Visualisatie. Je hebt een aantal kernbegrippen die een rol spelen:
- Perspectief (intern en extern)
- Controle (groter en kleiner maken)
- Helderheid (levendigheid)
- Polysensorisch (alle zintuigen)
Hoe werkt visualisatiee
Bioinformational theory. Het plaatje van de ervaring is opgeslagen in je lange termijn geheugen.
De stimulus eigenschappen (alles dat je binnen krijgt, wat je waarneemt) en de response
eigenschappen (hoe je lichaam erop reageert) worden allebei geactiveerd bij visualisatie.
Je gaat de goede respons koppelen aan de stimulus. Als je altijd gestresst bent, kan je inbeelden hoe
je bij de wedstrijd bent, maar je koppelt de goede respons eraan zodat je wel goed kan presteren.
Dat heel vaak herhalen.
Functional equivalence explanation.
Dezelfde gebieden in je brein worden actief als je het visualiseert, als wanneer je de beweging echt
uitvoert.
Taak-afankelijkheid.
- Closed skill
o Je hoef niet te anticiperen op wat er gebeurt, de beweging is altijd hetzelfde.
- Open skill
o Vaardigheid waarbij je moet anticiperen, je weet niet wat er gaat gebeuren in een
wedstrijd.
Inbeelden van positieve uitkomst heef meer efect bij gesloten dan bij open vaardigheden.
Kan ook negatief werken als je alleen maar beelden inbeeld waarbij je faalt, kan dit negatief
werken.
Teamsport.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jad97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.