100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Arresten Beginselen Strafrecht (R_BegstrR) $6.51   Add to cart

Judgments

Arresten Beginselen Strafrecht (R_BegstrR)

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle voorgeschreven arresten voor het tentamen samengevat en de belangrijkste rechtsregels uitgelegd. Zelf een 7.8 gehaald voor het vak.

Preview 0 out of 0  pages

  • January 31, 2024
  • Unknown
  • 2023/2024
  • Judgments
  • Unknown
avatar-seller
Week 1
HR 2 april 1985, NJ 1985/796 (Onbehoorlijk gedrag)

Rechtsvragen: Is het (kort) verhoren van een verdachte voordat deze aan de hulpofficier
van Justitie is overgeleverd, een schending van art. 53 lid 3 Sv?

Relevante feiten in het arrest:
1. De rechtbank heeft in hoger beroep geoordeeld dat de aanhouding niet in strijd was
met art. 53 lid 3 Sv. Volgens de advocaat van verdachte is dit onvoldoende
gemotiveerd door de rechtbank (eerste middel).




2. Art. 53 lid 3 Sv houdt in dat een verdachte zo snel mogelijk moet worden
overgeleverd aan een hulpofficier, en dat voordat dat is gebeurd, er geen
strafprocesrechtelijke handelingen (zoals een verhoor) mogen worden uitgevoerd.
3. Dit middel faalt volgens de rechtbank, en volgens de A-G, omdat de verdachte wel
degelijk zo snel mogelijk naar de hulpofficier van Justitie is gebracht. Daarnaast sluit
art. 53 lid 3 Sv niet uit dat er hiervoor een kort verhoor mag plaatsvinden. Dit middel
faalt in cassatie, omdat er in cassatie niet kan worden onderzocht naar de juistheid
van haar feitelijke vaststelling.
4. Verdachte zegt dat art. 4 ARV ‘onbehoorlijk gedrag’ te vaag zou zijn, dit middel treft
volgens de A-G geen doel (tweede middel)
5. Verdachte brengt ook het middel aan dat art. 4 ARV in dit geval onverbindend is,
omdat het hier gaat om een restaurant met een gesloten karakter, je moet een
consumptie aanschaffen om er te mogen zitten. Dit middel is volgens de A-G en de
rechtbank tevergeefs voorgesteld. Het restaurant bevindt zich namelijk op het station
in Rotterdam, daarmee valt het onder de ARV (derde middel)
6. Het laatste (vierde) middel is dat het restaurant geen onderdeel uit zou maken van
het station, omdat ook ‘niet-reizigers’ hiervan gebruik (kunnen) maken.

De HR verwerpt het beroep tot cassatie.
De A-G geeft aan het eens te zijn met de manier waarop de rechtbank alle middelen heeft
verworpen.

, EHRM 22 november 1995, NJ 1997/1, m.nt. Kn (Legaliteit in Straatsburg)

*Gaat over de veranderende opvatting in rechtspraak over verkrachting binnen het huwelijk
(Art. 7 EVRM)

Rechtsvraag: is een veroordeling voor verkrachting van een vrouw door haar echtgenoot
rechtmatig, of is dit in strijd met art. 7 EVRM?

Feiten in het arrest:
1. Het was in Engeland tot dit arrest niet mogelijk om een man te veroordelen voor
verkrachting van zijn vrouw. Een vrouw zou bij het aangaan van het huwelijk
instemmen met geslachtsgemeenschap met haar man.
2. Ten tijde van het opstellen van dit recht was de kijk op de verhouding binnen een
huwelijk nog heel anders dan nu, een vrouw werd toen gezien als een dienstbaar
bezit van de man, en nu wordt een huwelijk gezien als een deelgenootschap van
gelijke partners.
3. Deze ‘huwelijkse immuniteit’ kon maar onder een beperkt aantal voorwaarden
vervallen (bij scheiding, en soms bij afbreken van het samen wonen)
4. De vrouw kon niet in haar eentje deze toestemming intrekken, dit moest dan in
overeenstemming tussen beide partijen gebeuren

5. De verdachte werd veroordeeld van verkrachting van zijn eigen vrouw; zijn vrouw
was al verhuisd en ze hadden beide aangegeven een echtscheiding te willen. De
man is vervolgens ingebroken in het huis waar de vrouw verbleef, en heeft haar toen
met geweld willen dwingen om gemeenschap met hem te hebben. Hij heeft zijn hand
om haar keel geduwd, en haar een klap gegeven.
6. De man zegt dat deze veroordeling in strijd is met art. 7 EVRM, omdat hij volgens het
Engelse recht, niet veroordeeld kan worden voor (poging tot) verkrachting van zijn
echtgenote




7. Het EHRM heeft geoordeeld dat er geen schending is van art. 7 EVRM, de
veroordeling was terecht.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hedwigluten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.51
  • (0)
  Add to cart