Week 1: wat is bestuursrecht?
Openbaar bestuur dient zich te houden aan de regels van de samenleving, en de eisen die
voortvloeien uit de ideeën van de democratische rechtsstaat.
Bestuursrecht is het recht dat gaat over het functioneren van het openbaar bestuur, het
gaat primair over overheidshandelen. Openbaar bestuur moet optreden binnen de kaders
van de democratische rechtsstaat. Bestuursrecht gaat voornamelijk over de toepassing van
de wet. Het vloeit voort uit het staatsrecht. Het valt onder publiekrecht.
Bestuursrecht geeft de overheid ook allerlei instrumenten om de burgers te benaderen.
Burgers kunnen ook via het bestuursrecht problemen proberen op te lossen met de
overheid.
Functies bestuursrecht:
1. Legitimerende functie: normen voor het bestuurshandelen – hierbinnen moet het
openbaar bestuur handelen, de voorwaarden van de wet. Bestuursoptreden moet
wel voldoende gelegitimeerd zijn door de wet.
2. Instrumentele functie: instrumenten in handen van het openbaar bestuur – de
instrumenten die aan openbaar bestuur worden gegeven door bestuursrecht.
3. Waarborgfunctie: rechtsbescherming van de burger tegen het optreden van
openbaar bestuur – burgers kunnen opkomen tegen het optreden van het openbaar
bestuur, bijvoorbeeld door naar een rechter te stappen
Taak bestuur in de rechtsstaat
1. Wetgeving uitvoeren en toepassen
2. Wettelijke ruimte invullen en uitwerken:
- Aanvullende regels vaststellen
- Concrete beslissingen nemen (bijvoorbeeld vergunningen)
- Toezicht en handhaving van regels van het openbare bestuur
3. Bestuursrechtelijke normen in acht nemen
- Geschreven (wetten) en (algemene) ongeschreven normen, die af te leiden
zijn uit de jurisprudentie
Onderwerpen bestuursrecht
1. Organisatie openbaar bestuur
2. Bevoegdheden overheden (regelgeving en beslissingen maken)
3. Normering (in acht nemen regels en normen)
4. Handhaving bij overtreden van regels en beslissingen
5. Rechtsbescherming van de burger, wanneer deze het niet eens is met beslissingen
van een openbaar bestuur
Algemeen belang = publiek belang (containerbegrip)
- Bestuur treedt altijd op in het algemeen belang = premisse van het bestuursrecht
(premisse: is per definitie waar)
- Verschillende belangen moeten tegen elkaar worden afgewogen, kunnen met elkaar
op gespannen voet staan
,De bestuursrechter doet de belangenafweging niet opnieuw, wanneer een zaak naar
de bestuursrechter komt. De rechter bekijkt alleen of het bestuur de afweging goed
heeft gemaakt.
Toepassen van bestuursrechtelijke wetgeving
- Burger en openbaar bestuur moeten zich aan de wet houden
- Openbaar bestuur moet om op te treden een wettelijke bevoegdheidsgrondslag
hebben (legaliteitsbeginsel)
- Burgers mogen alles, tenzij de wet het verbiedt, dat is voor bestuur dus
andersom. Het bestuur mag niets, tenzij de wet het toelaat
- Organisatie van openbaar bestuur
- Regels en besluiten van openbaar bestuur
- Toezicht en handhaving door het openbaar bestuur
Gelede normstelling: lagen in de wetgeving: boven in de meest abstracte regels, onder
aan de meest directe regelgeving.
Algemene wet bestuursrecht (Awb): heeft betrekking op bestuur in het algemeen, het is
hiermee redelijk abstract, maar wel toegankelijk.
- In bestuursrecht heb je altijd minimaal 2 wetten nodig, de Awb is nooit genoeg.
- Structuur van de Awb (wordt steeds minder algemeen):
- Hst 1: Inleidende bepalingen
- Hst. 4: Verkeer tussen burgers en bestuursorganen: de meest algemene
bepalingen van het bestuursrecht
- Hst. 3: Algemene bepalingen over besluiten
- Hst. 4: Bijzondere bepalingen over besluiten
- Hst. 5: Handhaving, alleen wanneer regels zijn overtreden
- Hst. 6, 7, 8: Rechtsbescherming
- Hst. 9: Klachtbehandeling
- Hst. 10: Bepalingen over bestuursorganen
** Bij het toepassen van wetgeving uit bijvoorbeeld hoofdstuk 5, is dus ook de wetgeving van
de eerdere hoofdstukken van toepassing, door de gelaagde structuur.
Doelstellingen Awb:
1. Eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving bevorderen – bijvoorbeeld het
invoeren van een beroepstermijn van 6 weken voor het doen van beroep in elk
gebied van openbaar bestuur
2. Systematiseren en vereenvoudigen van bestuursrechtelijke wetgeving
3. Codificeren van bestuursrechtelijke jurisprudentie: elk besluit van een openbaar
bestuur moet van een deugdelijke motivering zijn voorzien
4. Algemene nieuwe voorzieningen treffen, die niet in bijzondere wetgeving thuis horen:
bijvoorbeeld nieuwe regelgeving over elektronisch verkeer
, Soorten Awb voorschriften, in de verhouding tussen Awb en bijzondere
bestuursrechtelijke wetgeving:
1. Dwingend recht: mag met een bijzondere wet niet van de Awb worden afgeweken,
deze mag dan slechts de Awb aanvullen. Soms doet de bijzondere wetgever dit wel,
wanneer het niet de bedoeling is. De bijzondere bestuursrechtelijke wetgeving is niet
hoger dan de Awb, ze zijn gelijk. Bijvoorbeeld afwijken, of ‘Awb niet van toepassing’.
Hiervoor geldt dan wel een zware motiveringsplicht
2. Regelend recht: hiervan mag de bijzondere wetgever wel afwijken. Wanneer er staat:
‘Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald...’ → regelend recht. Hierbij geeft de
Awb dus de hoofdregel voor normale gevallen. Wel ook duidelijke motiveringsplicht
voor de bijzondere wetgever.
3. Aanvullend recht: De bijzondere wet geeft het normale geval, maar voor als de
bijzondere wet niets regelt → terugvallen op Awb. Komt wel weinig voor. Geen
motiveringsplicht. Dit is het tegenovergestelde van regelend recht.
4. Facultatief recht: wanneer een regeling in de Awb aangeeft dat deze alleen van
toepassing is als een bijzondere wet dat bepaald. Normale motiveringsplicht
bijzondere wetgever. Is van toepassing als daarvoor wordt gekozen.
*Indien geeft niks aan
Alleen ‘tenzij’ geeft iets aan → regelend recht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hedwigluten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.76. You're not tied to anything after your purchase.