In deze samenvattingen wordt alle stof van het vak strafprocesrecht behandeld. Zowel de hoorcolleges als de werkgroepen, literatuur en arresten zijn hierin samengevat opgenomen. Aan het eind van elke week heb ik beknopt de belangrijkste stappenplannen van die week herhaald.
Week 5 – Strafprocesrecht samenvatting alles
Literatuur
9.5 De rol van de RC
In 2013 – gerechtelijk vooronderzoek afgeschaft.
- RC is een rechter die onafhankelijk en onpartijdig onderzoek verricht. Treedt op als een soort
plaatsvervangend zittingsrechter. Hij heeft toezichthoudende bevoegdheden m.b.t. het
opsporingsonderzoek ex. Art. 170 lid 2 Sv. Terug te zien bij toepassing van ingrijpende
dwangmiddelen.
- In beginsel kan alleen de RC tot doorzoeking van een woning, verdachte in bewaring stellen
of machtiging geven tot afluisteren van een telefoon.
- RC waakt tegen nodeloze vertraging van het onderzoek ex art. 180 Sv.
RC – drie vormen van toezicht;
- Toezicht op de rechtmatigheid van de toepassing van opsporingsbevoegdheden
- Toezicht op de voortgang van het onderzoek
- Toezicht op de evenwichtigheid en volledigheid van het onderzoek
Het onderzoek door de RC
Taken van de RC in titel III van boek II.
RC mag niet ambtshalve zijn onderzoek verruimen. RC moet op verzoek of de vordering beslissen
(art. 181 lid 2 resp. 182 lid 5 Sv). De RC kan de verdachte ook horen ex art. 200 Sv.
- Art 184 Sv – de OvJ en RC moeten elkaar inlichten.
- 182 lid 7 Sv – niet alleen door OvJ vordering of door verdachte gevraagd maar kan als
uitzondering ambtshalve onderzoek uitvoeren als de verdachte in VH is gesteld.
- 182 lid 2 Sv – verzoek van de verdachte; vereist is dat de verdachte op dat moment is
gehoord of vervolgd (onderzoek moet met redenen zijn omkleed).
Overige taken en bevoegdheden
Naast verrichten van onderzoekhandelingen heeft de RC nog andere bevoegdheden en taken;
- Onderzoek in opdracht v.d. zittingsrechter; rechter kan onderzoek ter zitting schorsen
omdat hij oordeelt dat enig onderzoek door de RC noodzakelijk is (ex art. 316 lid 1 Sv). Hij
stelt de stukken met de nodige instructies in handen v.d. RC. Lid 3 bepaalt daarbij dat het
onderzoek gevoerd wordt volgens de bepalingen die betrekking hebben op het verrichten
van de onderzoekhandelingen door de RC.
- Onderzoek op verzoek v.h. slachtoffer; vb. slachtoffer van verkrachting om verdachte te
testen op HIV (art. 151g jo. 151e Sv). Als de OvJ weigert het onderzoek uit te voeren kan het
slachtoffer naar de RC – gaat om vorm van HB tegen beslissing van de OvJ.
- Voorarrestrechter; belangrijke taak is oordelen over de bewaring v.d. verdachte en de
toetsing v.d. rechtmatigheid v.d. inverzekeringstelling (art. 59a Sv).
- Machtigingsrechter; OvJ mag alleen een telefoontap bevelen als hij daartoe door de RC,
schriftelijk is gemachtigd (art. 126m lid 8 jo. Art. 126L lid 4 Sv).
a. Vormt waarborg dat het dwangmiddel niet willekeurig wordt toegepast.
- Onderzoeksbevoegdhedenrechter; bevoegdheden die niet in de 2e afdeling van titel II van
boek III staan zoals doorzoeking en inbeslagneming (art. 104 e.v. Sv).
- Procesbewaker; RC waakt tegen nodeloze vertraging van het opsporingsonderzoek ex art.
180 SV. Twee gevallen waarin RC deze taak kan uitoefenen;
a. Als door de verdachte of zijn raadsman een verzoek wordt gedaan.
b. Als de RC o.g.v. art. 181-183 Sv onderzoek verricht.
o Buiten deze twee gevallen mag deze taak niet uitgevoerd worden. De RC van wie de
OvJ een machtiging heeft gevorderd tot een telefoontap mag dus niet ambtshalve
gebruikmaken van de bevoegdheden uit art. 180 Sv.
,Hoofdstuk 11: Het voorarrest
11.1 Fasen
In het voorarrest zijn een viertal fasen te onderscheiden, overgang van de ene naar de andere vergt
een nieuwe beslissing van een (meestal) hogere autoriteit;
1. Ophouden voor onderzoek;
a. Art. 61 Sv, art. 56a en 56b Sv
b. Betreft korte periode die in uren wordt gerekend
c. OvJ geeft bevel tot ophouden voor onderzoek
2. Inverzekeringstelling;
a. Art. 57 e.v. Sv
b. Maximaal zes dagen
c. Bevel door OvJ
d. Verzekeringstelling duurt drie dagen en kan met drie dagen verlengt worden.
3. Bewaring;
a. Art. 63 e.v. Sv
b. Maximaal 14 dagen
c. Door RC op vordering van OvJ.
4. Gevangenhouding;
a. Art. 65 e.v. Sv
b. Maximaal 90 dagen
c. Bevel door raadkamer van de rechtbank
d. Binnen de termijn een aanvang ter terechtzitting
e. Het bevel tot gevangenhouding blijft gedurende de terechtzitting van kracht (art. 66
lid 2 Sv).
Art. 133 Sv – onder voorlopige hechtenis vallen ook bewaren en gevangenhouding maar niet
ophouden voor onderzoek en inverzekeringstelling. Die gaan vooraf aan de voorlopige hechtenis.
- Alle bevelen tot voorlopige hechtenis worden gegeven door de rechter
- In geval van bewaring de RC
Voorlopige hechtenis mag alleen worden bevolen als aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan. Deze
gelden voor alle bevelen tot voorlopige hechtenis. Onderscheid tussen ‘gevallen’ en ‘gronden’.
- Moet sprake zijn van een geval voor voorlopige hechtenis ex art. 67 Sv.
a. Een verdenking van een strafbaar feit waarvoor de wet voorlopige hechtenis toelaat.
- Er moet ook sprake zijn van een grond (wettelijke reden) om voorlopige hechtenis te bevelen
ex art. 67a Sv.
- Er moet voldaan zijn aan twee algemene voorwaarden;
a. Anticipatieverbod
b. Is van ‘ernstige bezwaren’
11.2 Gronden en gevallen
Gevallen
Uitgangspunt; voorlopige hechtenis mag alleen worden bevolen als de verdenking tegen de
verdachte een ernstig strafbaar feit betreft ex art. 67 lid 1 sub a Sv.
- In sub b en c wordt een limitatieve opsomming gegeven van misdrijven waarop een lagere
straf is gesteld waar ook VH op wordt gesteld.
- Art. 67 lid 2 – uitzondering; betrekking op berdachten die in Nl geen bekende verblijf- en of
woonplaats hebben. Voldoende dat de verdenking betrekking heeft op een misdrijf waarvan
de rechtbanken in eerste aanleg kennisnemen.
a. Eis van straf van vier jaar of meer geldt niet bij verlaging of verhoging van de straf.
b. Eis geldt wel bij bijzondere strafverzwarende en straf-verlichtende omstandigheden.
, Gronden
Goede reden voor instellen VH zie art. 67a Sv.
Twee gronden onderscheiden;
1. Ernstig gevaar voor vluchten
2. Gewichtige reden van maatschappelijke veiligheid (lid 2).
Totaal zes gronden voor VH;
1. Gevaar voor vlucht; Vluchtgevaar vormt reden voor VH als dat gevaar ernstig en concreet is.
a. Gevaar moet blijken uit bepaalde gedragingen v.d. verdachte of bepaalde
omstandigheden die hem persoonlijk betreffen.
i. Het feit dat de verdachte in het buitenland woont is niet genoeg om aan te
nemen dat er sprake is van vluchtgevaar – de rechter moet onderzoeken of
de verdachte bereid is vrijwillig naar Nederland terug te keren.
b. Concrete aanwijzingen dat hij ervandoor zal gaan om de zware straf te ontlopen.
c. Art. 64 ORO; zich onttrekken aan justitie. (Onttrekken aan berechting en aan
executie).
2. Geschokte rechtsorde; verdenking van zeer ernstig feit (ex art. 67a lid 2 sub b 1 e Sv).
a. Gaat om ernst in abstracto (12+ gevangenisstraf) als om ernst in concreto (de
rechtsorde is geschokt).
b. Kijken naar bijzonderheden geval.
c. Niet nodig dat de vrijlating daadwerkelijk tot maatschappelijke onrust zal leiden.
3. Gevaar voor recidive I; voorkoming van nieuwe misdrijven (ex art. 67a lid 2 sub 2 e Sv).
a. 6+ jaar gevangenisstraf of veiligheid van staat of gezondheid of veiligheid van
personen in gevaar of algemeen gevaar voor goederen.
b. Justitiële documentatie is goede voorspeller.
c. Wet eist niet dat toekomstig gevreesde feiten identiek zijn aan het feit waarvan de
verdachte wordt verdacht.
4. Gevaar voor recidive II; verdenking betrekking op een van de opgesomde
vermogensmisdrijven en er ernstig mee rekening wordt gehouden dat er recidive zal zijn is
VH mogelijk (ex art. 67a lid 2 sub 3e Sv).
a. Twee voorwaarden;
i. Verdachte moet eerder voor een van de misdrijven onherroepelijk zijn
veroordeeld
ii. Mag niet meer dan 5 jaar verstreken zijn na onherroepelijk worden van die
veroordeling.
5. Toepassing snelrecht bij ordeverstoringen; grootschalige ordeverstoringen zoals bij
voetbalwedstrijden.
a. Art. 67a lid 2 sub 4 jo. Art. 67a lid 5 Sv.
6. Onderzoeksbelang; art. 67a lid 2 Sv. Noodzaak moet bestaan in het anders dan door
verklaringen van de verdachte aan de dag brengen van de waarheid.
Art. 75 lid 1 Sv noemt grond voor VH, namelijk voor hoger beroep. In HB vormt opgelegde straf of
maatregel de rechtvaardiging van het voorarrest.
- Als de verdachte in eerste aanleg is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf of
maatregel is dat de grond waarop het Hof de gevangenhouding kan bevelen mits de
verdachte daardoor niet langer vastzit dan op grond van zijn straf mogelijk zou zijn. De
opgelegde straf of maatregel vormt dan in HB juist de rechtvaardiging.
11.2.3 Ernstige bezwaren en het anticipatiegebod
Nog twee voorwaarden naast gevallen en gronden die in beginsel gelden voor alle vormen van VH;
1. Art. 67 lid 3 Sv – er moet sprake zijn van ernstige bezwaren graad van verdenking.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller berbervandermeer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.