100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ethiek in de psychologie 3e editie, H1 t/m H4 $5.90
Add to cart

Summary

Samenvatting Ethiek in de psychologie 3e editie, H1 t/m H4

 35 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van H1 t/m H4 voor het tentamen voor kennis van de toegepaste psychologie van TP. Alle belangrijke begrippen! Inclusief tabellen.

Preview 2 out of 8  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 4
  • January 31, 2024
  • 8
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
ETHIEK IN DE PSYCHOLOGIE (H1 T/M H4)
H1 MORAAL EN ETHIEK

1.1 Moraal

Morele vragen gaan over goed en kwaad, over de manier waarop mensen zouden moeten leven.

Morele opvattingen zijn een antwoord op de vraag hoe men zich goed en verantwoordelijk kan
gedragen. Het woord ‘moraal’ is afgeleid van het Latijnse woord ‘mos’, dat zede of gewoonte
betekend.

Verplaetse onderscheidt vijf verschillende moralen:

 De hechtingsmoraal, die regelt hoe we omgaan met de mensen met wie we verbonden zijn.
In deze moraal gaat het over de hechting en empathie.
 De geweldmoraal is een moreel systeem dat regelt hoe we met bedreigende situaties omgaan.
 De reinigingsmoraal regelt dat mensen reinheid koppelen aan het goede en besmetting aan
het kwaad. Mensen verweren zich tegen vreemde stoffen.
 De samenwerkingsmoraal speelt een rol in de manier waarop mensen met elkaar
samenwerken en waarop ze omgaan met mensen die de samenwerking bedreigen.
 Alle bovengenoemde moralen zin instinctief. Ze bepalen ons gedrag en onze opvattingen over
goed en kwaad, maar ze geven ons geen argumenten. De beginselenmoraal doet dat wel.
Vanuit de beginselenmoraal zoeken mensen naar redelijke argumenten om te onderbouwen
waarom een handeling goed of fout is.

Morele kwesties spelen op verschillende niveaus. Op microniveau gaan morele vragen over de manier
waarop je van mens tot mens met elkaar zou moeten omgaan Ze spelen een rol in alle menselijke
relaties.

Op mesoniveau maken organisaties morele keuzes, die onder meer hun neerslag vinden in de visie
van de instelling. Hierbij gaat het over opvattingen over de missie van een instelling en de manier
waarop ze daaraan wil werken.

Morele opvattingen kunnen ook iets zeggen over het macroniveau, over de manier waarop de
samenleving moet worden ingericht. Het gaat dan over vraagstukken zoals de verdeling van geld over
verschillende kwetsbare bevolkingsgroepen. Dit zijn politieke keuzes, met een morele dimensie.

Morele waarden zijn opvattingen of voorstellingen van het goede. Ze omschrijven wat mensen
waardevol vinden en waarnaar zij streven. Normen zijn op waarden gebaseerde
handelingsvoorschriften. Het zijn spelregels die duidelijk maken hoe je je moet gedragen. Normen
kunnen geformaliseerd worden in gedragscodes of in wetten. Dit wordt ‘gestolde ethiek’ genoemd.

Niet alle omgangsnormen zijn morele normen, ofwel normen die te maken hebben met ideeën over het
goede. Er zijn ook fatsoensnormen. Het is bijvoorbeeld een ongeschreven regel dat studenten tijdens
een hoorcollege niet horen te appen. Een psycholoog zal het meestal niet gepast vinden om in een
naveltrui met cliënten te spreken. Dit zijn omgangsregels die belangrijk kunnen zijn voor mensen. Het
zijn conventies, goede manieren, die vastleggen wat hoort en wat niet hoort. Dit noemt men ook wel
‘kleine ethiek’ of etiquette.

Een min of meer vaste goede eigenschap van een persoon, die ertoe leidt dat hij moreel juist handelt,
noemen we een deugd.

1.2 Ethiek

, Ethiek komt van het Griekse woord ‘ethos’ en dat betekend zede of gewoonte. Oorspronkelijk
betekent ethiek dus hetzelfde als moraal. Tegenwoordig verstaan we onder ethiek een systematische
reflectie op morele vragen, op basis van rationele argumenten. Er zijn verschillende manieren om
systematisch na te denken over morele vragen:

o Descriptieve (beschrijvende) ethiek beschrijft feitelijke moraal in een gemeenschap. Het
gaat over feiten: hoe gedragen mensen zich in morele kwesties en welke argumenten
gebruiken ze hierbij?
o Iemand kan er ook over nadenken wat de argumenten pro en contra een bepaalde handeling
zijn, en daar vervolgens een standpunt over innemen. Hij kan ook proberen om nieuwe
uitgangspunten te vinden voor morele keuzes. Op dat moment gaat het niet meer over feiten,
maar over waarden. Dit noemen we normatieve ethiek. We noemen dit ook prescriptieve
(voorschrijvende) ethiek.
o Er bestaat ook meta-ethiek. Het gaat hierbij namelijk over morele vraagstukken van een
hoger abstract niveau, om achtergrond-vragen. Meta-ethiek reflecteert op betekenis, herkomst
en geldigheid van visies op goed en kwaad.
o Het is ook mogelijk om specifieke morele regels te beschrijven van, of voor te schrijven aan,
een bepaalde groep. Als die groep een beroepsgroep is, spreken we van beroepsethiek. Een
voorbeeld hiervan zijn de beroepscodes voor psychologen.




Moreel relativisme gaat uit van de opvatting dat er geen algemene universele principes zijn in de
moraal. Dus: een bepaalde handeling die in de ene historische of culturele context moreel juist is, is in
een andere historisch of culturele context onjuist.

Het cultureel relativisme is een opvatting die past binnen het moreel relativisme. Deze opvatting is
ontstaan binnen de culturele antropologie als kritiek op het evolutionisme. Het evolutionisme gaat er
namelijk van uit dat er een ontwikkeling te zien is in culturen en dat niet-westerse culturen niet alleen
anders, maar ook minderwaardig zijn.

Tegenover het cultureel relativisme staat het universalisme. In deze benadering gaat men ervan uit dat
er fundamentele morele principes zijn, universeel geldig en toepasbaar op vergelijkbare mensen in
vergelijkbare situaties, ongeacht de plaats en tijd waarin ze leven. Hierbij kunnen we het empirisch en
het normatief universalisme onderscheiden.

o Het empirisch universalisme is descriptief. Het stelt dat overal dezelfde waarden gelden. Dat
is feitelijk een bewering.
o Het normatief universalisme streeft ernaar dat bepaalde centrale waarden mondiaal worden
aanvaard. Hier gaat het dus om een ideaal.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isa114. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added