Uitgebreide samenvatting van het boek "Psychologische Gespreksvoering: Een basis voor hulpverlening" van G. Lang en H.T. van der Molen, 17e druk. Bevat alle hoofdstukken (H2 t/m H8; het eerste hoofdstuk bevat alleen de structuur van het boek zelf).
2.1 Inleiding
Voor persoonlijke problemen zijn er allerlei oplossingen, die sterk worden gekleurd door de
normen en waarden die de betrokkenen eropna houden. Gezindheid is een algemeen
uitgangspunt dat wordt beïnvloed door opvattingen of overtuigingen m.b.t. de vraag hoe men
met mensen om hoort te gaan. Dit kun je analyseren door middel van drie vragen:
1) Hoe willen we met de ander omgaan?
2) Welke methode van werken, welke technieken willen we kiezen?
3) In welke situatie bevinden we ons: welke belangen beïnvloeden het gesprek? Hoe zien we
elkaars rollen en wat verwachten we van elkaar?
2.2 De gezindheid van de naaste
Mensen zijn er in het dagelijks leven vaak op uit om problemen te bagatelliseren in hun
eigen belang en misschien ook het vermeende belang van de ander.
In onze westerse cultuur wordt er grote waarde gehecht aan de opvatting dat een individu het
recht heeft in vrijheid en voor eigen verantwoordelijkheid beslissingen te nemen en zijn
toekomst vorm te geven. Volgens die opvatting moeten (persoonlijk) beslissingen genomen
worden op grond van eigen motieven.
Voor opvoeders is er vaak een dilemma tussen het willen bevorderen van de zelfstandigheid
en de angst dat de persoon waar ze verantwoordelijk voor zijn zich in de nesten werkt.
Autoritair gedrag komt niet altijd voor uit machtswellust en eigenwijsheid, maar ook uit
verantwoordelijkheidsbesef en zorg voor de persoon.
Juist voor naasten is het soms moeilijk te helpen bij persoonlijke problemen omdat ze grote
belangen hebben bij het gedrag van de ander. Dit geldt ook voor de persoon met problemen,
die misschien niet alles kan vertellen omdat hij rekening wil houden met de relatie die hij met
die persoon heeft.
2.3 De gezindheid van de hulpverlener
Er zijn heel veel typen hulpverleners met dus heel veel verschillende gezindheden. Er worden
er twee behandeld.
2.3.1. Het diagnose-receptgesprek
1. Hoe wil de psycholoog dat mensen leven en welk doel wil ze bereiken met de cliënt?
Neemt vrij snel initiatief om te praten over, minder ruimte voor ideeën van cliënt. De
benadering impliceert een stilzwijgende overeenkomst dat er een algemene norm is voor
verstandig handelen.
2. Hoe wil de psycholoog het gestelde doel bereiken?
Gebruikt psychologisch onderzoek, cliënt is object van onderzoek. Visie op het probleem van
de cliënt komt tot stand door ervaring met soortgelijke gevallen, het referentiekader. Dit
kader wordt voor ieder geval verfijnd en toegespitst door controlerende vragen. Cliënt geeft
,alleen antwoord op vragen. Na het stellen van de “diagnose” komt het “recept” (-> advies in
een rapport, cliënt kan hiermee doen wat hij/zij wil). Persoonlijke voorkeuren van cliënt
komen niet tot hun recht.
3. Wat zijn de belangen die op het spel staan bij hulpverlener en cliënt?
Cliënt wil graag een oplossing voor zijn/haar probleem. Bij een “vreemde” hulpverlener hoeft
hij/zij zich geen zorgen te maken over de gevolgen die zijn problemen op de relatie hebben.
Persoonlijke belangen staan ook niet in de weg.
De hulpverlener heeft als belang om zich deskundig op te stellen, een goed advies te geven en
de situatie tijdens het gesprek onder controle te houden.
De diagnose-receptmethode heeft als gevaar dat het belang van de psychologe om deskundig
te lijken leidt tot een te doelgerichte en eenvoudige aanpak van problemen. De deskundige
houdt het gesprek zelf in de hand en geeft de cliënt weinig ruimte, hierdoor zal ze niet op
problemen stuiten waar ze zich geen raad mee weet. Dat zou gezichtsverlies kunnen
betekenen.
In de westerse cultuur wordt de cliënt geacht om zelf vorm te geven aan zijn leven en daarom
wil hij meepraten en meebeslissen in een psychologisch gesprek. Geslotenheid bij de
hulpverlener kan leiden tot onbegrip en argwaan bij de cliënt.
Vrije communicatie is belangrijk, daardoor kun je mensen maximaal helpen om hun eigen
leven vorm te geven.
Het blijkt dat diagnose-receptadviezen weinig worden opgevolgd. Van adviezen die met
grotere duidelijkheid en openheid in de benadering van de betrokkenen en meer overleg met
hen tot stand waren gekomen wordt een veel hoger percentage daadwerkelijk opgevolgd.
2.3.2 Het samenwerkingsmodel
1. Hoe wil deze psycholoog dat mensen leven en welk doel wil zij met haar cliënten
bereiken?
Hoe iemand moet leven zal deze psycholoog zich niet in voorschrijvende zin over uitlaten,
maar wel over de manier waarop iemand zijn leven dient vorm te geven. Eigen
verantwoordelijkheid, vrijheid en inzicht zijn belangrijke concepten voor deze hulpverlener.
De cliënt moet zelf een oplossing voor de problemen kiezen.
2. Hoe wil de hulpverlener dat doel bereiken?
De cliënt moet zich verantwoordelijk blijven voelen voor zijn/haar vragen, problemen en
eventuele oplossingen. Dit bevordert zelfstandigheid. De cliënt moet zelf gaan nadenken over
het probleem. De psycholoog heeft als doel om beter inzicht in de gevoels-, denk- en
leefwereld van de cliënt te krijgen, te verplaatsen in zijn/haar belevingswereld. De
psycholoog moet meedenken binnen het eigen normensysteem van de cliënt. De hulpverlener
probeert de cliënt actief te betrekken bij het proces van probleem oplossen. Op die manier zal
de cliënt bij volgende problemen misschien in staat zijn om volledig zelfstandig een
oplossing te vinden.
3. Wat zijn de belangen die op het spel staan bij hulpverlener en cliënt?
Belangen van cliënt: net als bij het recept-diagnosemodel kan de cliënt open kaart spelen
zonder zich zorgen te maken over gevolgen voor de relatie. Bij dit model voelt hij/zij zich
ook nog als mondig mens behandeld. Er zijn ook cliënten die zich verzetten tegen dit model,
bijvoorbeeld als ze slechts een advies willen.
Belangen van de hulpverlener: meer distantie dan naasten m.b.t. het probleem van de cliënt,
, maar minder vergeleken met diagnose-receptmodel omdat nu de hulpverlener zich meer in de
belevingswereld van de cliënt verplaatst. De hulpverlener wil hier mogelijke consequenties
van denkwijzen en gedragingen aan de cliënt voorleggen.
2.4 De geraffineerde hulpverlener
De psychologe schijnt de cliënt niet tot object van onderzoek te maken. Ze is niet alleen één
en al aandacht voor de cliënt maar probeert ondertussen de feiten en gevoelens van de cliënt
te ordenen, in hun samenhang te plaatsen en aan te voelen hoe de cliënt ze beleeft. Ook wil ze
een beeld krijgen van de denk-, leef- en gevoelswereld (i.e. het referentiekader) van de cliënt.
Daarna gaat ze zoeken naar nieuwe gezichtspunten, andere samenhangen of conclusies om
die zo nodig voor te leggen de cliënt.
Ook probeert ze de relatie met de cliënt en haar eigen gevoelens goed in te schatten en te
bewaken. Hierbij moeten maatregelen bedacht worden om zo nodig regulerend op te treden in
het gesprek. De cliënt moet zich op z’n gemak voelen en werken aan zijn problemen maar
soms zal de psycholoog ook dingen aan moeten halen die pijnlijk of moeilijk voor de cliënt
zijn. De hulpverlener is dus heel actief en geconcentreerd bezig op allerlei fronten maar lijkt
aan de buitenkant rustig, zodat de cliënt hier niks van merkt.
De psycholoog die werkt volgens een diagnose-receptmodel is wel opener over haar rol en
kan als minder “manipulatief” gezien worden dan de geraffineerde hulpverlener. Maar echt
“manipulatief” kun je het gedrag niet noemen want de psycholoog is erop uit om zijn/haar
kennis te gebruiken om de problemen van een cliënt te verminderen. Dat klinkt al een stuk
minder negatief dan het beeld dat we bij “manipulatie” hebben.
Manipulatie heeft ook te maken met je zin krijgen zonder dat de cliënt het merkt. Maar
misschien komt de cliënt hier juist wel voor: de psycholoog zal anders reageren op de cliënt
dan zijn omgeving en dan dat hij verwacht, wat tot nieuwe inzichten kan leiden. De
ongebruikelijke manier van reageren geeft de deskundige misschien wel haar functie. Deze
“quasi-manipulatie” vormt een nuttig onderdeel van de methode in het samenwerkingsmodel.
Raffinement: zuiverheid en verfijning in de beroepsuitoefening ten gunste van de cliënt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ChristelK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.