100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting boek de lever onderdeel 7 orale geneeskunde $6.97
Add to cart

Summary

Samenvatting boek de lever onderdeel 7 orale geneeskunde

 40 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting boek de lever onderdeel 7 orale geneeskunde

Preview 2 out of 13  pages

  • June 23, 2018
  • 13
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Onderdeel 7: leverfunctie

Algemene ziekteleer: H14 Ziekten van lever en galwegen
• Anatomie en fysiologie
o ‘Wachter aan de poort’ tussen maag-darmkanaal en rest van het lichaam.
o Dubbele bloedvoorziening
▪ Slagaderlijk zuurstofrijk bloed via a. hepatica (10% hartminuutvolume)
▪ Zuurstofarm veneus bloed via v. portae (20% hartminuutvolume) in maag-darmgebied.
o Opgebouwd uit repeterende identieke eenheden:
acini/lobulli.
▪ Acinus heeft instroomgebied met drie anatomische
structuren die bij elkaar liggen in een
bindweefselmatrix.
• Takje van vena portae/poortader (PV)
• Eindverakking van a. hepatica (HA)
• Galafvoerende afvoergang (BD)
▪ Acinus bestaat 80-90% uit leverbalkjes
gerangschikte parenchymcellen met ertussen
sinusoïden (bloedruimten), bekleed met
endotheel.
• Hier bevinden zich vensters tussen →
daarom ‘leverspecifiek gefenestreerd
endotheel’ genoemd.
• Opbouw lever is te vergelijken met een
spons: in de sponsruimten, sinusoïden
bevindt zich bloed.
• Kan stoffen uitwisselen via sponswand
(endotheel- en non-parenchymcellen).
• Parenchymcellen fungeren hierbij als
centraal stofwisselingsorgaan.
▪ Sinusoïden kupffer-cellen (cellen van
mononucleair fagocytensysteem) verspreid in
lever.
▪ Ruimte van Disse: tussen endotheel en
parenchymcel → vetstapelende cellen (itocellen) en enkele NK-cellen (pitcellen) bevinden zich
hier.
▪ Bloedstroom uit maag-darmkanaal verzamelt na passage door sinusoïden zich in het
uitstroomgebied: terminale hepatische venule (vena centralis).
• Vervoert via overige veneuze vaatbed in de lever het bloed af naar de onderste holle
ader direct onder diafragma.
▪ Negatieve intrathoracale druk (-5 tot -10 cm H2O) zorgt voor stroming van bloed uit het portale
gebied (+10 cm H2O) naar de onderste holle ader.

Leerdoel 2: beschrijven welke functies de lever vervult, met name de rol in de vertering van koolhydraten, vetten, en
eiwitten; in de opslag van voedingsstoffen; bij de afbraak van erythrocyten; daarbij enkele regulatie-aspecten betrekkend.
• De rol in vertering van koolhydraten en hormoonstofwisseling
o Rol in glucosehomeostase (met alvleesklier)
▪ Gluconeogenese: uit niet-koolhydraten (aminozuren, melk) glucose maken.
• Glucose afgeven aan bloedbaan of opslaan als glycogeen in lever.
o Maximale glycogeenvoorraad: 100 gram.
• Ernstig falen van de lever kan zorgen voor hypoglykemie omdat deze functie uitvalt.
o Rol bij metabolisme van hormonen
▪ Omzetting schildklierhormoon T4 in actieve T3.
▪ Inactivering van door lichaam geproduceerde hormonen waarna afbraak.
• Insluine, steroïdhormonen en antidiuretisch hormoon (ADH).
• De rol in vetering van vetten
o Synthese en afbraak van triglyceriden, lipoproteïnen en cholesterol.
▪ Voor goed transport moet lever apoproteïnen en enzym LCAT (katalyse vetzure acylgroep van
lecithine naar cholesterol waarbij cholesterolesters en lysolecthine ontstaan) aanmaken.
• De rol in vetering van eiwitten en aminozuren
Aminozuren
o Vorming van aminozuren → koolstofskelet hiervan kan dienen
▪ Als substraat voor verbranding met eindproducten koolzuur, water en energie.
▪ Voor synthese van vet, glucose en glycogeen.
o Voor gluconeogenese uit aminozuren is transanimering belangrijk
▪ Transaminasen: ASAT en ALAT
1

, o Ammoniak (komt vrij door deanimering uit aminozuren)
▪ Door lever omgezet in onschadelijke en door de nier uit te scheiden ureum.
Eiwitten
o Eiwitsynthese van aminozuren als plasma-eiwitten (albumine, alfa en bèta-globulinen, stollingsfactoren
en acutefase-eiwitten).
▪ Plasma-eiwit albumine: transportfunctien (vrije vetzuren en ongeconjuceerd bilirubine) en
colloïdosmotische acftiviteit.
▪ Acutefase-eiwitten: eiwitten die door lever gemaakt en geëxporteerd worden wanneer er ergens
in lichaam weefselschade ontstaat (trauma/ontsteking).
▪ Aanmaak door: cytokines, corticostereoïd- en catecholaminenproductie. Albumine
synthese wordt hierbij onderdrukt.
o Aanmaak vitamine-k afhankelijke stollingsfactoren (2, 7, 9, 10), vitamine-k afhankelijke stollingsfactoren
(5 en 8), anti-trombine 3 en factoren van fibrinolytisch systeem.
• De rol in opslag van voedingsstoffen
o
• De rol bij de afbraak van erythrocyten (+ regulatie-aspecten)
o
• Haemsynthese
o Opslagplaats van heme (net zoals in beenmerg).
o Nodig voor biosynthese van heemdragende eiwitten (hemoglobine en cytochromen van ER)
• Stapeling
o Voorraad vitamine B12 (3 jaar voorraad), glycogeen (4 uur) en ijzer (in vorm ferritine en hemosiderine).
• Ontgifting
o Lipofiele endogene en exogene toxinen van vetoplosbare vorm om zetten in wateroplosbare vorm.
▪ ‘Biotransormatie’
• 1. Gemengde functie oxidasefase: substraat m.b.v. cytochroom P450, NADPH en O2
oxideren.
o Instroom van cytochroom P450 door geneesmiddelen/alcohol.
• 2. Geoxideerde fase-1-producten polair en wateroplosbaar maken door conjugatiestap
aan glucuronzuur, sulfaat, acetaat of glutathion.
o Gevormde product via gal en darm (bloedbaan) en nier lichaam verlaten.
• Excretie
o Productie van gal is uniek voor de lever.
▪ Leverparenchym produceert p/d 500-600 ml primaire gal.
o Primair gal gevormd door actief transport van galzouten en andere organische anionen van bloed via
hepatocyt naar primaire galbuisje (galcanalicus) → osmotische gradiënt stimuleert hierbij de galstroom.
▪ Stroming door de galzoutsecretie.
o Secundair gal ontstaat door bicarbonaatexcretie en water- en zoutresorptie via ductulaire epitheel.
o Galbestanddelen
▪ Eiwitten
▪ Galzouten
▪ Choline
▪ Cholesterol
▪ Vetzuren
▪ Fosfolipiden
▪ Bilirubine
• Belangrijkste afbraakproduct haemgroep van hemoglobine/cytochroomeiwitten.
o 80% van productie afkomstig van hemoglobineafbraak
o 20% afkomstig van cytochroomeiwitten.
• Ongeconjugeerd bilirubine is toxisch voor lichaam.
o Geproduceerd in milt en beenmerg tijdens afbraak van erythrocyten, wordt
gebonden aan albumine en naar lever getransporteerd.
• Ontkoppelt oxidatieve fosforylering in mitochondriën
• Heeft grote affiniteit met bepaalde lipiden van czs (basale ganglia en gehoororgaan)
o Hemoglobine in plasma
▪ Vrijgekomen door hemolyse → gebonden aan haptoglobine en naar lever transporteren en
metaboliseren.
o Gal uit lever
▪ Uitgescheiden naar galblaas en hier tijdelijk opgeslagen.
▪ Na stimulatie van galblaas door hormoon cholecytoskinine o.i.v. toegediende maaltijd contraheert
en vermengt de gal zich met de dunnedarminhoud.
▪ Functie gal
• Emulgatie van vetten
• Heropname uit dunne darm naar portale circulatie
• Niet-opgenomen deel komt in de ontlasting terecht
o Bilirubineafbraakproducten

2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suusjevan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48756 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.97
  • (0)
Add to cart
Added