100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Summary Onderdeel 3 oncologie voor de tandheelkunde praktijk $9.16   Add to cart

Summary

Summary Onderdeel 3 oncologie voor de tandheelkunde praktijk

1 review
 41 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Onderdeel 3 oncologie voor de tandheelkundige praktijk - Boek J de Vries, JLN Roodenburg, I vd Waal en W Bender (2006), Oncologie voor de tandheelkundige praktijk

Preview 2 out of 12  pages

  • June 23, 2018
  • 12
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: banaan007 • 5 year ago

reply-writer-avatar

By: suusjevan • 5 year ago

Translated by Google

Thanks for the review!

avatar-seller
Onderdeel III: Samenvatni oncoloiie voor de tandheelkundiie praktik
J de Vries, JLN Roodenburg, I vd Waal en W Bender (2006), Oncologie voor de tandheelkundige praktik

Leerdoel 1: globaal de etologie en risicofactoren beschriiven van kanker in het algemeen, en die van kanker in het hoofd-hals gebied in het
biizonder.
(HS 1: Aliemene aspecten)
 Etoloiie
o Verschillende theorieën die de oorzaak van kanker zouden verklaren
 “Humoraaltheorie” kanker wordt veroorzaakt door een disbalans tussen de vier lichaamssappen (bloed, gele gal,
zwarte gal en sliim)
 “Lymfe-theorie” kanker wordt veroorzaakt dor abnormale lymfe.
 “Blasteem-theorie”: kanker bestaat niet uit lymfe, maar uit abnormale cellen die naast normale cellen bestaan.
 “Chronische irritate theorie”
 “Trauma theorie”
 “Parasitaire theorie” waardoor mensen denken dat kanker besmeteliik is.
o 20e eeuw: ontsporingen in het DNA van cellen is de oorzaak van kanker.
o Kanker is een verzamelnaam voor veel verschillende tumortypes
 Deze verschillen spitsen zich toe op een verschil in ontstaanswiize, celtype, lokalisate, bioloiisch iedrai,
behandelini en proinose
 Gemeenschappeliik is de ontreielini van normale iroei van cellen
 Reielmechanismen geven signalen tot celgroei en geprogrammeerde celdood. Bii normale cellen een evenwicht
tussen celgroei en cel afraak. Bii kanker is het evenwicht verstoord door enorme groei en deling van abnormale
cellen.
o Kanker wordt veroorzaakt door schade aan het DNA
 Beschadigd DNA kan worden ieërfd (normaal gesproken probeert het lichaam beschadigd DNA te herstellen)
 Vaker raakt het DNA beschadigd door externe factoren (straling, virale infecten of carcinogenen)
 Kankercellen vormen meestal een solide tumor maar bii bv. leukemie verspreiden kankercellen zich door het bloed
en bloedvormend weefsel (o.a. beenmerg)
o Kanker is een maliine (kwaadaardiie) tumor die invasief iroeit en uitzaaiinien kan veroorzaken
o Er bestaan ook beniine tumoren die niet uitzaaien, deze ziin op een enkele uitzondering na niet levensbedreigend.
o Risicofactoren
 Bii het dragen van risicofactoren voor kanker, ontstaat er een verhoogde kans op kanker.
 Máár iemand hoef niet persee kanker te kriigen.
o Oncoienese
 Het proces dat de basis vormt voor het ontstaan van kwaadaardige tumoren
o Carcinoienese
 De wiize waarop kwaadaardige epitheliale tumoren ontstaan
o Oorzaken van kanker
 Erfeliike factoren
 Ongeveer 5% van kankersoorten wordt bepaald door erfeliike aanleg
 Afwiikingen bestaan in het genoom van alle cellen (kiembaan-mutates)
o VB. mutates in BRCA1 en BRCA2  versterkt risico op borst- en ovariumcarcinomen.
 Bii verhoogd risico
o Verwiideren at risk weefsel (primaire prevente)
o Regelmatge screening (secundaire prevente)
 Omgevingsfactoren
 Meeste tumoren ontstaan door omgevingsfactoren, carcinoiene factoren. Dit kunnen virussen/toxische
stoffen en straling ziin.
o Door carcinogene factoren ontstaan somatsche mutates.
o Om van normale cel naar kankercel te transformeren ziin meerdere mutates nodig. Proces duurt
iaren.
o Carcinogene omgevingsfactoren ziin infecteus/fysisch/chemisch:
 Infecteus
o Virale infectes 10% en in ontwikkelingslanden 20% (bepaalde infectes kunnen de kans op
kanker verhogen, maar de meeste mensen kriigen geen kanker. De infecte is besmeteliik, maar
kanker niet)
 Humaan papillomavirus (HPV)
 Bepaalde subtypes HPV spelen een belangriike rol in ontstaan van
cervixcarcinoom
 Ook bepaalde rol in ontstaan van anus-, vagina- en vulvacarcinoom

 Epstein-Barr virus (EBV)
 Bekend van de ziekte van Pfeiffer
 Verhoogt kans op kriigen van o.a. Burkit lymfoom en nasopharynxcarcinoom
 Humaan herpes virus 8 (HHV-8)
 Geassocieerd met kaposi sarcoom (zeldzame huidtumor). Besmetng komt
veel voor bii AIDS.
 Hepatts B en C
 Geven verhoogd risico op hepatocellulair carcinoom

, o Bacteriële infectes
 H. pylori kan leiden tot ontwikkeling van maagkanker
o Parasitaire infectes
 Schistosoma hematobium in Azië en Afrika is geassocieerd met een verhoogd risico op
het ontstaan van blaascarcinoom
 Fysisch
o UV-straling speelt een belangriike rol bii het ontstaan van huidtumoren
 Dit betref zowel huidcarcinomen als meer zeldzame melanomen
 Incidente neemt toe door gebruik zonnebank/blootstelling aan de zon
 Vooral bii patënten waar het familiair voorkomt en patënten met minder
werkend immuunsysteem.
o Ioniserende stralen
 Door bestraling / radiotherapie.
 Chemisch
o Mate, duur en aard van blootstelling aan carcinogene stoffen speelt een rol
o Indirecte carcinoienen (carcinogenen waarbii stoffen moeten worden omgezet tot de werkende
carcinogene stof)
 Asbest (mesothelioom)
 Aromatsche aminen (verf) (blaascarcinoom)
 Benzpyreen bii rokers (bronchuscarcinoom)
o Directe carcinoienen
 Sommige cytostatca, in combinate met bestraling
 Overmatg alcoholgebruik (tumoren in hoofd-halsgebied en mammacarcinomen
 Additonele risicofactoren
o Overgewicht
o Groter risico op borstkanker, dikke-darmkanker, baarmoederkanker, eierstokkanker en
alvleesklierkanker.
o Bemoeiliikt ook (vroeg)diagnostek, speelt rol in keuze behandeling.
o 8% van totale kankersterfe.

Leerdoel 2: globaal uitleggen wat momenteel de incidente-, prevalente- en sterfe- ciifers ziin voor kanker in Nederland, daarbii de leefiid en
geslacht in acht nemend.
 Epidemioloiie
o Ciifers over incidente en sterfe
 Incidente
 Aantal nieuwe gevallen kanker per iaar per 100.000
 Prevalente
 Aantal nog levende personen die kanker hebben (of hebben gehad) per 100.000 op een bepaald moment
 Overlevini
 Aantal personen dat na diagnose kanker na een bepaalde periode (5/10 iaar) nog in leven is
 Sterfe
 Aantal mensen dat per iaar aan kanker overliidt per 100.000 inwoners
 In 2001:
 Incidente: 395/100.000
 Sterfe: 38.000 personen (fguur 2a, 2b, 2c)
 Borstkanker
o Incidente: 11.800
 Darmkanker
o Incidente: 9200
 Longkanker
o Incidente: 8700
 Prostaatkanker
o Incidente: 6900
 Vrouwen: borstkanker, darmkanker, longkanker.
 Mannen: prostaatkanker, longkanker, darmkanker.
 Ongeveer 30% van de mensen zullen tidens hun leven een vorm van kanker kriigen
 0-14 incidente van 400-450 per iaar
o Vooral leukemieën en hersentumoren.
 15-24 incidente 400 per iaar
o Ook teststumoren en melanomen naast leukemieën en hersentumoren.
 Getallen over kanker bekiiken in de tid.
 Goed screeningsprogramma geef een grafek waarbii de incidente van de tumor toeneemt en uiteindeliik
later na iaren sterfe afneemt.
 Door toenemende vergriizing een hogere incidente, kanker ontwikkelt zich na de 60-iarige leefiid.
Incidente van vrouwen neemt de aankomende 10 iaren iets toe en voor mannen bliif deze geliik (fguur
2a)
 Vroegdiagnostek en verbeterde behandeling zorgen ervoor dat overleving van kanker hoger is.
Viifaarsoverleving bii mannen 45%, vrouwen 60% en kinderen 70%.
 Vergriizing en toename van aantal nieuwe gevallen en verbeterde overleving zorgt voor toename van
prevalente van kankerpatënten. Een verdubbeling zal plaatsvinden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suusjevan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.16  1x  sold
  • (1)
  Add to cart