100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cyclus 2.11 OOA - uitwerking boek onderdeel 2 pijnbestrijding met analgetica $13.39
Add to cart

Summary

Samenvatting Cyclus 2.11 OOA - uitwerking boek onderdeel 2 pijnbestrijding met analgetica

 82 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

uitwerking boek onderdeel 2 t Analgetica

Preview 2 out of 12  pages

  • June 23, 2018
  • 12
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Cyclus 2.11 Odontogene ontstekingen en acute pijn: Samenvatng onderdeel 3: pijnbestrijding met analgetca

Leerdoel 1: de werkingsmechanismen van analgetca
Leerdoel 2: de farmacotherapie bij pijnbestrijding
Leerdoel 3: de voor- en nadelen van combinates van pijnstllers
Leerdoel 4: algemene bijwerkingen van analgetca
Leerdoel 5: algemene interactes van analgetca

Neuropathische pijn
 Neuropathische pijn
o Treedt op bij verschillende syndromen
 Symptomen: schrijnende, brandende, soms stekende pijn, verminderd gevoel, gevoelsstoornis (dysesthesie),
allodynie (pijn door een gewoonlijk niet pijnlijke prikkel), hyperalgesie en paresthesie.
 Voortdurend aanwezige pijn of flucturen in de tjd (paroxismale pijn)
 Soms stemmingsstoornissen, slaapstoornissen, vermoeidheid.
 Verschil met nocicepteve pijn: brengt geen biologische functe (bescherming) met zich mee.
 Twee typen:
 Perifere neurogene pijn: omvat wel de tjdelijke pijn door tjdelijke verstoringen.
o Verschillende typen neurogene pijnen
 1. Complexe regionale pijnsyndromen
 CRPS I: refex sympathische dystrofe
 CRPS II: causalgie
o Bij beide vaak disregulate van sympathische zenuwstelsel.
 2. Nocicepteve zenuwpijn: door ontsteking of compressie van perifere zenuwvezels.
 Lumbosacraal radiculair syndroom (hernia nuclei pulposi)
 3. Deafferentepijn: door (oud) letsel van perifere of centrale aferente zenuwvezels.
 Sympatsche zenuwblokkade werkt niet.
 Lijkt enigszins overeen te komen met neuropathische pijn.
 Perifere neuropathische pijn: pijn door een primaire laesie of disfuncte van PZS of CZS.
o Hierbuiten valt uitval van zenuwfunte bij behoud van contnuuteit van de zenuw (neurapaxie),
doorsnijding van een zenuw (neurotmesis) of tjdelijke pijn door mechanische invloed of door
epilepsie.
 Deafferentepijn
o Perifere neuropathische pijn
 VB. postherpetsche neuralgie, fantoompijn, (poly)neuropathie.
 Centrale mechanismen kunnen hierbij een rol spelen.
o Centrale neuropathische pijn
 VB. centraal pijnsyndroom na een herseninfarct of pijn door ruggenmergletsel.
o Neuropathische pijn kan voorkomen bij pijncondites
 VB. kanker
 Onderverdeling van neuropathische pijn naar oorzaak
o Metabool (diabetes mellitus)
o Traumatsch
o Infectueus (viraal)
o Ischemisch
o Erfelijk
o Toxisch
o Immuun-gemedieerd
o Idiopathsisch
o Compressief
 Polyneuropathie
o Meerdere zenuwen betrokken.
o Bij Diabetes Mellitus, HIV, langdurig alcoholmisbruik, na medicijnen met vinca-alkalouden en platnaverbindingen.
 Diabetsche neuropathie: aanhoudende dysesthesieën en pijn in enkels en voeten en minder mate armen en benen
afhankelijk van ernst hyperglykemie.
 Pijnlijke neuropathie bij diabetes: polyneuropathie en mononeuropathie.
o Bij herpes zoster postherpetsche neuralgie (PHN)
 Aanhoudende pijn, hyperesthesie en allodynie in aangedane huidgebied.
 1-6 maanden of zelfs na herstel nog aanwezig.
 Ernst en duur pijnklachten nemen op hogere leefijd toe.
 10% van acute herpes zoster patënten houdt jarenlang PHN
o Trigeminusneuralgie (tc douloureux)
 Vorm van craniale neuralgie
 Veroorzaakt door mechanische compressie van trigeminale zenuwwortel door arteriële hersenvaten.
 Op plek waar deze de hersenstam ingaat.
 Ernstge, progressieve gezichtspijn in aanvallen van enkele seconden tot minuten.
 In één of meer takken van 5e craniale zenuw van n. trigeminus.
 Meestal unilateraal (vaak rechts)
 Meestal na aanraking
o Door kus, tandenpoetsen etc.

,  Pijn met progressief beloop.




Leerdoel 1: de werkingsmechanismen van analgetca
Analgetca, antrheumatca en jichtmiddelen
 Definite pijn volgens Internatonal Associaton for the Study of Pain (IASP):
o Pijn is een onaangename sensorische en emotonele ervaring
o Bestaande of dreigende weefselbeschadiging aanwezig
 Bij acute pijn (<2 maanden aanwezig en makkelijk te ontdekken, bij chronische pijn minder duidelijk (Langer dan 6
maanden aanwezig, spelen ook meer psychische en sociale aspecten een rol)
 Subacute pijn (2-6 maanden aanwezig)
o Gewaarwording (bewust worden van prikkel die pijn veroorzaakt) en emotonale ervaring
 Ontstaan van gewaarwording onbekend. Wellicht samenhangend met pijntolerantedrempel of eerdergenoemde
factoren.
 Pijnbeleving
o Subjectef
o Beunvloed door psychische, sociale en culturele factoren.
o Invloed van cogniteve processen.
 Emotes kunnen pijn oproepen (hoofdpijn, buikpijn) of doen toenemen (angst, onrust, onzekerheid, eenzaamheid,
verveling) of ervoor zorgen dat pijnprikkels gevoeld worden.
 Aandoeningen
o Bij de bestrijding van pijn kan er onderscheid gemaakt tussen verschillende verschijningsvormen van pijn:
 Acuut optredende pijn: symptoom van ontstane of een dreigende weefselbeschadiging.
 Geschikte pijnbestrijding, diagnostek en behandeling van belang.
 Onbehandeld kan het direct of indirect morbiditeit veroorzaken.
 Veroorzaakt sensitsate in PZS of CZS waardoor het chronisch kan worden.
 Pijnsyndromen als neuropatsche pijn:
 Pijn door primaire laesie of disfuncte van PZS of CZS.
 Gaat vaak om chronische pijn.
 Brengt geen biologische functe (zoals bescherming) met zich mee i.t.t. nocicepteve pijn.
 Pijn die optreedt bij maligne aandoeningen:
 Bij 30% van patënten het eerste symptoom.
 Kan in intensiteit toenemen doordat andere structuren worden aangetast.
 Behandeling van weken tot maanden.
 Pijn bij reumatsche aandoeningen:
 Soms jarenlange medicamenteuze behandeling nodig.
 Fysiologie
o Nocicepteve of niet-nociceptef
 Nociceptoren/pijnreceptoren komen overal in het lichaam voor behalve in CZS.
 Vrije uiteinden van sensibele zenuwen in perifere organen die door verschillende stmuli geprikkeld kunnen
worden.
 Pijnprikkels worden door dicht netwerk van korte en lange axonen met vele synapsen voortgeleid naar
achterhoorn van ruggenmerg.
 Vanuit achterhoorn via ascenderende banen in tractus spinothalamicus via verlengde merg, thalamus en
periventriculaire grijze massa de cortex bereiken.
 Descenderende banen vanuit hersenen via formato retcularis en de medulla terug naar achterhoorn.
o A-delta-vezels: snelle geleiding van mechanische of thermische prikkels.
 Geef scherpe pijn.
o C-vezels: niet-gemyeliniseerd, langzame geleiding van prikkels.
 Prikkeling geef zeurende, dofe of brandende pijn.
 Humorale mechanismen hebben ook een rol.
o Endogeen gevormde stoffen: autocouden  gevormd in cellen van alle weefsels (vooral hersenen
en ruggenmerg).
 VB. histamine, serotonine, leukotriënen, prostaglandinen, bradykinine.
 Werking niet bekend, wellicht als hormoon met plaatselijke wekring,
neurotransmiter in zenuwstelsel of voortgeleiding van prikkels.
 Bij ziekteprocessen is weefselbeschadiging de oorzaak van pijn.
o Stofen komen vrij die de nociceptoren direct of indirect prikkelen: stmulerende werking van
histamine, serotonine, bradykinine.
o Prostaglandinen verhogen de gevoeligheid van sensorische zenuwuiteinden voor deze stofen.
 Op alle niveaus (periferie, opstjgende en afdalende banen, hersenen) vindt bewerking of modulate van
nocicepteve informate plaats.
o Bepaald hoe en waar een individu pijn ervaart.
o Neurotransmiters en chemische mediatoren spelen hierbij een stmulerende of remmende
werking
 Acetylcholine, noradrenaline, dopamine, glycine, gamam-aminoboterzuur (GABA),
glutaminezuur, substance-P, serotonine, endorfnen en enkelfaline.
 Endorfnen en enkelfaline zijn endogene opioude peptden die pijn remmen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suusjevan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.39
  • (0)
Add to cart
Added