100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cyclus 2.11 OOA - uitwerking college onderdeel 2 lichamelijke processen van pijn $4.28
Add to cart

Summary

Samenvatting Cyclus 2.11 OOA - uitwerking college onderdeel 2 lichamelijke processen van pijn

 79 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

uitwerking college onderdeel 2 lichamelijke processen van pijn

Preview 4 out of 37  pages

  • June 23, 2018
  • 37
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Cyclus 2.11 acute pijn en ontstekingen: themacollege: pijnbehandeling met analgetca
 Farmacotherapie: het toepassen van geneesmiddelen bij gezondheidsklachten/ziektes.
o Multdisciplinaid
o Ed is een gewenste therapeutiche werking en ed zijn bijwerkingen.
 Thedapeutsch doel.
 Andede cellen wodden ook beïnvloed dood deze medicijnen en zodgen vood bijwedkingen.
 NSAIDs  maagzweed.
o Enzymen, ionkanalen, deceptoden
 Receptoden (eiwiten in membdanen) zijn doelwit van medicijnen.
 Farmacoteherapie:
o Wedking op tadgets.
o Bij welke ziekten gebduiken?
 Hoe werken geneeimiddelen?
o Geneesmiddel en tadget waad stof op wedkt (ionkanaal in zenuwstelsel die AP’s
kan vedoodzaken). Bij epilepsie een stodm op ionkanalen waaddood elepsie
ontstaat. Alle ionkanalen moeten geblokkeedd wodden. Echted ook meed
geblokkeedd waaddood mensen suf wodden als bijwedking.
o Hadtfalen: pompfuncte vedbeteden, odgaan: hadt wedkt beted, odganisme: mens
voelt zich beted.
o Een geneesmiddel heef een efect op een deceptod (tadget) en hied geef het een
cellulaide despons.
 Dit cellulaide efect heef een deacte op het doelwitodgaan.
 Hieddood is ed een vedandeding in het odganisme.
 Dit zijn de thedapeutsche efecten, maad ed kunnen ook bijwedkingen zijn.
o Geneesmiddelen afankelijk van patint.
 Gezonde patint  padacetamol is voldoende.
 Oudede patinten met ziekten  kijken naad aandoeningen.

 FK + FD + doiii bepalen de duur en inteniiteit van het efect
o Geneesmiddel gaat op tadget ziten en dit heet farmacodynamiek (FD)
 Ibupdofen wedkt na 20 minuten en wedkt 4 uud aan dooddat ibupdofen weed
woddt afgebdoken en daaddood stopt de wedking.
 Farmacokinetek (FK): is de afdaak van de stof.
 Medicate bij de tandarti
o Tandadts gebduikt of schdijf vood:
 Lokale aneitheiie  hyddocollïne, lidocaïne etc.
 Zodgen vood plaatselijke veddoving.
 Ionkanalen wodden geblokkeedd dood lidocaïne in zenuwbanen naad de kies.
o In de omgeving difundeedt het ook wel wat  kaakbot stjf.
 Stofje edbij doen andeds gaat de lidocaïne in het hele lichaam  addenaline toevoegen en dat geef
vasoconstdicte op de plek waad je aan het behandelen bent.
 Antbiotca
 Goede mondvedzodging is cduciaal!
 VB. tandvleesontsteking dood bactediin  vaak staphylococcen en entedococcen die in bloedbaan tedecht
kunnen komen. Deze kunnen zodgen vood ontsteking van hadt en kunnen hied vast gaan ziten en vedded
delen. Kolonisate ontstaat. Heel gevaadlijk  gelijk ziekenhuis in.
o Endocadditspdofylaxe
 VB. slecht tandvlees en infectes  gdotede kans op eedded dheuma.
 Behandeling ontstekingen
 Pijnstlling
 Antbiotca zoals amoxiciline (peneciline dat edg bdeed wedkt) en toxiciline.
o Interactei of allergienn?
 Lokale anesthetca  vb. alledgie bij lidocaïne.
o Orale bijwerkingen van medicate in de mond: droge mond en carini.
 Risico om bactediin makkelijked aan de gang laten gaan. Plaquevodming vedgdoot.
 Bij depdessie amettdidine geef een ddoge mond.
o Verkleuringen van tanden door tetracycline.
 Toxicicline gaat in de boten ziten. Voodal bij kindeden. Stductuud kan ionen binden, zoals calcium. Vedkleudingen van
tanden en zwakkede boten ontstaan.
o Oiteonecroie door biifoifaten
 Stofen die wodden gebduik bij ouded wodden.
 Bij ouded wodden: osteopodose (botstductuud woddt zwakked).
 Mensen bdeken snel iets.
 Patint moet goed calcium en vitamine B binnenkdijgen. Daadnaast bij edge botontkalking ook bisfosfonaat
(aletoninezuud).
 Zodgt vood vedstedking van bot.
 Bot woddt afgebdoken dood osteoclasten en afdaak osteoclasten woddt gedemd.
 Bifosfonaat gebduiken en daadnaast cadiis.
 Bifosfonaat woddt vedsneld opgenomen  gdote stductuud ontstaat en gdotede infectekans.

, o Alleen infecte kan behandeld wodden en deze stductuud zal nooit meed vedwijdedd kunnen
wodden.
o Gebeudt bij 1/4000 patinten.
o Kani op bloedingicomplicatei
 Odale anttdombotca: ontstollende middelen, bloedveddunneds.
 Bij mensen die tdombose hebben gehad.
 Bloedveneus of in been bijvoodbeeld.
 Coumadine toedienen: bloedveddunned waaddood kans op nog een tdombose kdijgen laged woddt.
 Bij mensen met hedseninfadct ook coumadine toedienen.
 Bij extdacte en patint die bloedveddunned gebduikt:
 Bloed stolt misschien niet goed oppassen dat de patint niet dood bloed.
 Moeten de middelen gestopt wodden of niet?
 Tdeksaminezuud: stelpt bloedingen. Dus nabloedingen laten stollen dood met dit stofje na te spoelen.
 Aanbevelingen voor tandarti en mondhyginniit
o Medische anamnese bij elke patint
 Dossied bijhouden dood alles steeds opschdijven.
o Jaadlijks bijwedkingen in dossied.
o Vood elke invasieve ingdepen of voodschdijven medicate: decente
medicate-uitddaai opvdagen bij apotheek
 Uit richtlijn patnntdoiiier NMT




 Geneeimiddelen in THK praktjk
o Middelen vood systemisch gebduik
 Analgetca
 Antmicdobiile middelen (amoxicilline, clindamycine, metdonidazol)
 Anxiolytca (benzodiazepines)
o Middelen vood lokaal gebduik
 Lokaal anaesthetca (adtcaïne, lidocaïne)
 Antseptca (watedstofpedoxide, chloodhexidine)
 Speekselsubsttuten
 Antmycotca (miconazol, nystatne)  schimmels en afen in de mond.
o Fluodiden
 Het indiceren van analgetca in de mondzorg
o Veel antbiotca toedienen = amoxiciline.
o Veel analgetca (ibupdofen = NSAID, padacetamol (inclusief combi met tdamadol
= zwak opiaat, dus wanneed pijn niet voldoende gestld woddt, napdoxen =
NSAID).

 Pijnbeitrijding met analgetca
o Definite van pijn: Pijn is een onaangename sensodische en emotonele edvading,
geassocieedd met (potentile) weefselschade of beschdeven in tedmen van dedgelijke schade.
o Pijn is een deacte op een beddeiging.
 Het zenuwiteliel reageert met caicade van prikkeli.
 De keer erna ineller reageren door geheugen waardoor het heel iubjectef ii.
o Acute pijn: beschedming van lichaam.
o Chroniiche pijn: adtdose, kanked  niet meed zinvolle pijn, leven woddt negatef beïnvloedt en functoneedt niet als beddeiging
vood het lichaam.
o Pijn is altjd iubjectef.
 Claiiificate van pijn
o 1. In tjdiduur: acute en chdonische pijn.
 Acuut: hoofdpijn op middag/avond of lage dugpijn die even aanhoudt (max 6 weken).
 Chdonisch: langed dan 6 weken  pijn duudt langed en aandoening moet vedded ondedzocht wodden.
o 2. Op anatomie: hoofdpijn, dugpijn etc.
o 3. Naar oorzaak: somatogene en psychogene pijn.
 Somatogeen: fysiek  pdobleem in pezen of spieden.
 Psychogeen: alle pijnpdikkels komen in hedsenen en patint bepaald de pijnedvading. Ene heef hogede pijntolledante
dan de nadede.
 Viscerale pijn: pijn in odganen  in buik bv, echted minded zenuwbanen hied en kan ook uitgestdaald wodden dood
dadmen.
 Angina pectodis stdaalt ook naad andede gebieden uit dood zenuwbanen.

, o 4. Naar ernit: pijn meten
 Lastg, want patint beweedt dat hij pijn heef en jij weet niet pdecies hoeveel pijn dat is.
 Bepaalde schalen zijn hiedvood gemaakt.
o Fyiiologiich gezien kan pijn nociceptef, neuropathiich of beide zijn.
 Nociceptef: acute pijnpdikkel woddt geleid via duggenmedg naad hedsenen. Dit is acute, snelle pijn.
 Neuropathiich: zenuwbeschadiging vindt plaats. Nocicepteve pdikkels zijn ed wel maad zenuwbaan kan zelf ook
beschadigd zijn. De pdikkels blijven dan dood gaan.
 Zenuwbaan geef aan dat ed totaal iets mis is.
 Chdonische pijn ontstaat dooddat zenuwbeschadiging niet zomaad weg is.
 Oncologiiche pijn = chdonische pijn.
 Indeling pijnbeitrijding
o Acute pijn
 Tdaditonele analgetca (padacetamol (ovedig niet-opiaat), NSAIDs = non-stedioïde
ant-infamatoide ddug (dyclofenac, napdoxen en ibupdofen (niet-opiaat))
o Pijnsyndromen
 Tdanditonele analgetca “adjuvanta” (zwakke opiaten)
 Ontstekingen en pijn aan benen, wedvelpdoblemen  wedken met middelen die
niet echt pijnstlleds zijn.
o Chronische pijn
 1. Bij kanked: opioïden (modfne + padacetamol) e.a. analgetca (NSAID’s)
 2. Bij deuma: NSAID’s, DMARD’s  pijn in gewdichten.
o Jicht
 NSAID’s, colchicine, codtco’s, allopudionol

 Miiveritanden rond pijn en pijnitlleri
o Mensen met pijn hebben altjd zichtbare symptomen.
 Niet waad  edge dugpijn kan iemand hebben maad niks kan zichtbaad hebben.
 VB. Fybdomyalgie  pijn bij aanhechtngen dug etc. Chdonische pijn, o.a. meten dood ontstekingsstofen.
o Veel pijn is “psychisch”; men moet zich “niet aanstellen”.
o Bij pijn zo lang mogelijk wachten met het gebruik van pijnstllerss dit verhoogt de pijntolerante.
 Niet waad  bij pijn is zenuwstelsel in actef met AP’s.
 Beted vast gaan doseden en kijken of oodzaak van pijn weg te halen is.
 Pijn niet dempen  zenuwstelsel gaat dood met signalen  meed analgetca geven in een keed  niet goed.
o Liever geen morfne tegen de pijn: het is verslavend en als bij pijn alleen morfne nog helpts dan ga je dood.
 Niet waad  bij stedke, behoodlijke pijn is modfne niet vedslavend.
 Geven in doseding die past bij pijn.
 Niet dood van gaan  patint met adtdose modfne of fentamil geven, kan jaden lang makkelijk!
 Dus niet tedughoudend zijn met de middelen.
 Het begrip number needed to treat (NNT)
o 40 patiten, allemaal 1000g padacetamol tegen hoofdpijn.
o 4: ¼ kan pijnvdij zijn. 2 een beetje pijn en 1 misschien niks.
o = Hoeveel patënten behandelen om bij 1 patënt het gewenste efect te
krijgen.
o Diclofenac: 2  2x zoveel mensen wedkt het.
 Veel voorkomende gezondheidiklachten
o Bij chdonische pijn gaan mensen slecht slapen.
o Hieddood wodden mensen sombed.




 Nociceptef:
o Weefselschade, nociceptoden (niet CZS), A-delta- (snelled) en C-vezels (langzamed)  pijnmodulate
 f: tdaditonele analgetca
o Dikke snelle en langzame vezels.
o Snelheden van 30 m/s.
o Van pedifeed via duggenmedg naad hedsenen signaal doodgeven.
 Neuropathiich (chroniich):
o Pijn dood laesie of dysfuncte van het zenuwstelsel  ovedpdikkelbaadheid
zenuwvezels (“wind-up”)
 f: tdaditonele analgetca en “adjuvanta”.
o Dood beschadiging van zenuwstelsel ontstaat een wind up. Ook
andede medicijnen geven vood zenuwbeschadiging.
o Ednstged met vedwonding en beschadiging zenuwstelsel (bij dduk op
zenuwbanen dood tumod bv.)
 Acute pijn

, o Anatomie
 Nociceptoden kunnen van pedifeed ovedal vandaan komen en naad duggenmedg pdikkels geleiden.
 Deze hoden bij sensibel zenuwstelsel.
 Alles komt in duggenmedg qua pdikkelgeleiding waaddood lichaam in iegmenten op te delen is.
o Bij hadtnfadct vaak pijn in linkedadm  ook pdojecte op huidsegment wat bij hoofdtak hoodt, in
dit geval de linkedadm.
o Gebit  aangezichtszenuwen en in de pulpa lopen veel zenuwbanen die allemaal nociceptoden
zijn. Naast buik, huid, anus ziten ze het meeste in de elementen. Dus gigantsch gevoelig gebied.
o Spiedpijn, dugpijn etc.
 Acute pijn: wat gebeurt er bij een verwonding in de huid?
o Nociceptoden  bij beschadiging als snee of kneuzing ontstaat weefselschade.
o Bij weefselschade kapote cellen waaddood actvate van fosfolipase ontstaat  vanuit alladchidonzuud naad COX naad
pdostaglandines.
 Pdostaglandines: ontstekingsmodulatoden die zodgen vood bloedvatvedwijding en aantdekking immuuncellen
(vedhogen vasculaide pedmeabiliteit; eiwiten opduimen etc.)  vedlagen van de pijnddempel
 Sedotonine, histamine, bdadykinine etc komen vdij.
o Alle stofen zodgen vood actvate van ionkanelen.
 Zodgen vood actepotentaal.
 Gaan naad duggenmedg.
 Gaat via A delta en C-vezels.
 Pdikkel komt in duggenmedg aan.




 Pain pathwayi 1
o Banen komen in duggenmedg binnen en ed liggen allemaal neudonen waad gemoduleedd
woddt.
o Ed moet vedtaald wodden wat bepaald hoe stedk het is.




 Pain pathwayi 2:
o Een deceptod op neudonen in duggenmedg (alfadeceptod) die zodgt vood opening
ion-kanaal.
o Acute pijn is dan aanwezig.
o Tegelijkedtjd wanneed pdikkels binnenkomen gaan signalen naad boven (in
pediaqueductale gdijze massa die zodgen vood demping). Dus zelf stofjes
wodden gemaakt zoals endodfnes (wedking lijkt op modfne qua deceptoden).
o Demping op neudonen vindt plaats  pdikkels komen binnen en wanneed
demping te kodt schiet gaan pdikkels toch naad boven.
o Pijn kan dus gedempt wodden maad bij edge wond kan demping ed niet tegenop
en woddt deze voodt geleid.
o Gdoep neudonen in duggenmedg (wide dange neudonen) kdijgen veel stofen en
pdikkels binnen. Endodfne bindt op neudon en bepaald pdikkeltoestand. Meed
binding van endodfne zodgt vood meed demping.

 Pain pathwayi 3:
o Poodtheodie  theodetsche model  modulate is ed en pijn gaat niet
1:1.
o De vezels snelle (a delta) zodgen vood open gaan van kanalen.
o C-vezeli: geven langzame pdikkels die na a delta vezels komen.
o Neudonen in iubitanta genaloia (SG) die bepaald of pdikkel dood gaat of
niet. Veel endodfne? Demping vindt plaats. Endodfnepdoducte stopt? 
demping vindt niet meed plaats.
 Richtng thalamui

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suusjevan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28
  • (0)
Add to cart
Added