100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Cyclus 2.11 OOA - uitwerking onderdeel 1 college materiaalkennis 1 + 2 $11.45   Add to cart

Summary

Samenvatting Cyclus 2.11 OOA - uitwerking onderdeel 1 college materiaalkennis 1 + 2

1 review
 54 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

uitwerking onderdeel 1 college materiaalkennis 1 2

Preview 2 out of 6  pages

  • June 23, 2018
  • 6
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: abufarooqi99 • 3 year ago

avatar-seller
Cyclus 2.11 odontogene ontstekingen en acute pijn: college materialen in de tandheelkunde 1
 Gebruik van materialen in restaurateve tandheelkunde
o Vullen
o Kronen
o Inlay, onlay, overlay
o Bruggen
o Protheses
o Veneers (facings)
o Beugels
o Implantaten
 Tandheelkundige omgeving: harsh (moeilijke omgeving om voor materiaal te overleven door het volgende:)
o Temperatuur fuctuaaes van 4-60 graden in de orale omgeving
o Fluctuaaes in de pH: van 2.6-10
o Kauwkrachten: 70 tot 150 Newton of max 500 tot 700 N
o Aanwezigheid van microbacteriën: 800-1000 verschillenden micro-organismes.
o Al deze dingen gebeuren op hetzelfde moment.
 Het ideale materiaal  wat zijn de eigneschappen die we willen?
o Biocompaabel: niet-toxisch, niet-irriterend, niet-allergisch in de mond.
 Geen reactes geven van dit type in de orale caviteit.
o Resistenae tegen corrosie en chemicaliën, geen deterioraton (verslechtering).
 Chemisch stabiel zijn  polymeren moet niet verslechteren en metalen moet niet corroderen.
o Mechanisch stabiel zijn: sterk, stjf, breuk resistent
o Dimensie stabiliteit: minimale efecten van temperatuur, krachten en oplossingen
 Materiaal kan zorgen voor veranderingen in de dimensie  door de verandering in temperatuur (hoger wordt lager
en kouder wordt korter).
 Restaurate van tand materiaal: iets wat niet biologisch is  wanneer temperatuur hoger gaat dan 60 graden dan
gaan beide zich uitbreiden, maar de uitbreiding moet bij beiden gelijk zijn.
o Geen geleiders van warmte en elektriciteit
 Wanneer het restaurate materiaal een goede geleider is van warmte dan zorgt het voor irritate bijvoorbeeld.
 Warmte mag niet doorgaan naar de dentne  kan zorgen voor irritate.
o Estheasch: moet vergelijkbaar zijn met het orale weefsel.
o Makkelijk te manipuleren: in de mondholte moet het goed handelbaar zijn.
o Adherent to assue
o Smaakloos en geurloos
 Chemische stabiliteit.Moet geen ionen met geuren en smaken vrij laten
o Schoonmaakbaar en vervangbaar
o Kosten efecaei: binnen budget van patënt
 Beschikbare materialen
o Metalen:
o Plastc:
o Keramiek:
o Composieten: wanneer 2 of alle 3 de bovenstaande materialen met elkaar gemixt worden, ontstaat er composiet.
 Dus metaal + plastc + keramiek
 Gemaakt uit glasvezels en “raissin” (polymeer)  door het glas en het polymeer te combineren  glasvezel.
 Metalen
o Eigenschappen
 Goed of slecht voor tandheelkunde? Groen is goed, rood is slecht.
o Cristalline
o Sterk, vervormbaar en strain hardenable
 Vb. aluminiumfolie om brood heen binden
 Vervormen op kamertemperatuur en het blijf zo ziten (het springt niet terug).
o Breuk resistent
o Medium weerstand tegen slijtage
o Makkelijk te manipuleren
 VB. aluminiumfolie
 VB. draad van beugel
o Opaque en grijze of gele kleur
o Goede geleiders van warmte en elektriciteit
 Kunnen zorgen voor corrosie of sensitviteit van warmte
 Slechte sensate, pijn
o Afgife van metalen op een langzame snelheid (corrosie)
o Populair voor kronen, inlays, onlays, overlays, bruggen, casts
 Keramiek
o Glas of delfsblauw
o Niet laten vallen want gaat kapot
o Sterk maar niet vervormbaar en niet strain hardenable
o Slechte breuk resistente (britle)
 Vallen en kapot gaan, metalen zijn niet britle
o Goede weerstand tegen slijtage

, o Translucent tot opaque waar de kleur wordt gecombineerd met de omgeving van hard weefsel (superb esthetcs)
o Slechte geleiders van warmte en elektriciteit (insulators)
o Chemisch inert
o Slecht te manipuleren
 Glas is niet te manipuleren bv.
o Te hard (denk aan de tegenovergestelde kant, zorgt anders voor slijtage)
o Populair als kronen, veneers voor metallic restauratons and..
 Polymeren
o Amorf: random gestructureerd i.t.t. kristallijn  tegenovergestelde van cristalline; er is dus geen regelmatg patroon.
o Beetje kristallijn
o Zacht
o Slechte weerstand tegen slijtage
o Translucent tegen opaqiciteit waar de kleur wordt gecombineerd met omgeving van zacht weefsel
o Slechte geleiders van warmte en elektriciteit (insulators)
o Populair als adhesief, impression material and dentures.
 Waarom zijn deze materialen zo verschillend van elkaar?
o Koolstof
o In twee typen vormen
 Diamant: krassen maken op andere objecten
 Gebonden aan 3 carbon atomen (sp3)
 Grafiet: papier scratchen
 Zo zacht dat papier het er zelfs af kan halen
 Grafiet bestaat uit lagen en binnen 1 laag zijn er 2
koolstofatomen (sp2) gebonden.
 De verschillende lagen ziten aan elkaar met een van
der Waals binding.
o Bindingen van atomen maken alle verschillen
 Atomische structuur
o Elektronen: negaaei geladen om de nucleus heen  in de kern ziten positef en neutrale atomen.
o Kern is positef geladen
o Samen zijn elektronen naturel, ongeladen
 Survey oi elements
o De elektronen kunnen worden georganiseerd in schillen
o Sommige elementen zijn stabiel en andere niet
o Meeste elementen zijn niet stabiel
 Verschil: stabiele elementen zijn alle suborbitals zijn geheel gevuld in de schillen
o Valente elektronen: bepalen of een materiaal reageert of niet
 Elektronenconfguraae
o Valente elektronen ziten in de buitenste schil en vaak in niet volledig gevulde schillen.
o Gevulde schillen zijn stabieler.
o Valente elektronen zijn aanwezig voor binding en controleren de chemische, elketrische, thermale en optsche eigenschappen.
 Ze gaan een interacte aan met andere atomen  ze gaan binden en dit zorgt voor een bepaald eigenschap.
 Periodiek systeem der elementen
o Helium, neon, argon etc. zijn inert gassen  zijn allemaal stabiel en reageren dus met niks!
o Waterstof en lithum en forium
 Lithium kan helium worden door een elektron te verliezen  dan wordt het dus stabiel
 Florium kan neon worden door een elektron te geven
o Elementen aan de rechter kant kunnen elektronen accepteren en stabiel worden. Maar wanneer ze alleen elektron geven
worden ze negatef geladen want ze krijgen geen proton erbij  elektronegateve elementen
o Natrium kan neon worden door een elektron te verliezen.
o Elektropositeve elementen: geven elektronen af en worden +-ionen
o Ze willen graag allemaal inert gassen worden.
 Primaire verbinding
o Magnesiumoxide (Mg + O)
 Magnesium is neon maar met 2 extra elektronen
 Kan deze elektronen aan zuurstof geven
o Het wordt 2p6 wat ook neon is.
o Ze hebben beide dezelfde elektronenconfigurate  en worden beide neon.
o Positef en negatef trekken elkaar aan = bonding, ionic bonding
 Transfer van elektronen tussen positef en negatef = ionic bonding
 Wens van elektronen om stabiel te worden is de wens van ionic bonding.
 VB ionic bondings
 NaCl
 MGo
 CaF
 CSCk
 Ionic bonding
o Tussen hoog + en – geladen ionen
o Heef elektronentransport nodig
o Vaak in keramiek

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suusjevan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.45. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.45
  • (1)
  Add to cart