Dit is een samenvatting gemaakt door een student bedrijfsmanagement (accountancy-fiscaliteit). Deze samenvatting is een samenvatting van het hele semester.
Recht 1. Het recht omvat een geheel van
gedragsregels en normen :
Verbodsbepalingen : rode
verkeersborden
Gebodsbepalingen : blauwe
verkeersborden
Gedragsregels : voetgangers stappen
op het voetpad (veiligheidsregels)
2. Deze gedragsregels en normen hebben
tot deel het maatschappelijke leven te
ordenen
3. De regels worden opgelegd door de
overheid
De overheid bv niveau (gemeente,
gewest, gemeenschap, federale
staat) vaardigt de regels uit
GAS : gemeente administratie
sanctie -> hoger beroep bij
politierechtbank vb. wildplassen
4. De regels zijn afdwingbaar : door
rechtbanken
2 INDELINGEN VAN HET RECHT:
2.1 PRIVAATRECHT - PUBLIEKRECHT
Privaatrecht Regelt de verhouding burger-burger
Vb
- burgerlijk recht : geeft o.a. regels aan
m.b.t. familiale verhoudingen contracten
tussen burgers, rechten met betrekking
tot goederen
- Ondernemingsrecht :
- Arbeidsrecht :
- gerechtelijk privaatrecht :
(=procedurerecht)
- internationaal privaatrecht : geeft o.a. aan welke
rechter bevoegd is en welke rechtsregels
toegepast moeten worden als er een
grensoverschrijdend rechtsprobleem is
,Publiekrecht Regelt verhouding overheid- burger
Vb
- grondwettelijk recht
- administratief recht (vb. vergunningen
bij gemeente)(bij raad van staten)
- strafrecht : geeft aan welke gedragen
strafbaar zijn
- fiscaal recht (=strafprocesrecht vb.
fraude)
- Staatsrecht : het omvat het geheel van regels die
betrekking hebben op de inrichting en de werking
van de staat en de onderlinge verhoudingen
tussen de organen van de staat
- Strafprocesrecht :geeft o.a. aan op welke wijze
misdrijven kunnen vastgesteld en opgespoord
worden en hoe de procedure verloopt om
beklaagden te vervolgen
2.2 ENKELE ANDERE INDELINGEN
Welke indelingen - Objectieve recht (het bevat de rechtsregels op
zich) vs subjectieve recht (bevat de aanspraken
die een persoon tegenover een ander laat
gelden)
- Materieel recht (de regels die rechten toekennen
en plichten opleggen) vs formeel recht (geeft aan
hoe de naleving van het materiële recht
verzekerd kan worden)
3 DE BRONNEN VAN HET RECHT
3.1 WETGEVING SENSU LATO
3.1.1 INTERNATIONALE VERDRAGEN EN BESLISSINGEN VAN SUPRANATIONALE ORGANISATIES
Belangrijkste voorbeeld van supranationale Europese unie
politieke instellingen
Verordeningen = heeft een directe werking = vertaling in
Nederlands, Frans en Duits + worden
gepubliceerd in Belgisch staatsblad
Richtlijnen = ze geven een aantal regels aan die door de
nationale overheid van de diverse lidstaten
verplicht moeten worden opgenomen en
verwerkt in de eigen wetgeving Vb. 2030 CO2
Besluiten Regels die van toepassing zijn op de daarin
aangeduide bestemmeling (staat, persoon of
bedrijf )
3.1.2 GRONDWET
Wat Wordt beschouwd als de meest fundamentele
(Belgische) wet. Deze kan niet zomaar gewijzigd
worden, hier is namelijk een bijzondere
procedure voor nodig.
3.1.3 WET SENSU STRICTO
Wat De wet die door de Kamer van
Volksvertegenwoordigers tot stand komt
,3.1.4 DECRETEN
Decreten De “wetten” die op het niveau van de
Gemeenschappen en gewesten gestemd worden
Kleur tapijt parlement Groen
Senaat kleur Rood
Wat bij het Brussels Hoofdstedelijk gewest Decreten = ordonnanties
3.1.5 KONINKMIJK BESLUIT (KB)
Wat Dit zijn besluiten die door de koning (in de praktijk
ministers) worden genomen en diennodig zijn voor de
uitvoering van bepaalde wetten
3.1.3 BELSUIT VAN DE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN
Wat zijn ze Regionale Koninklijke besluiten
3.1.7 ANDERE
Welke De Ministeriële besluiten (MB
+ de besluiten van een lid van de gemeenschaps- en
gewestregering
3.2 RECHTSPRAAK
Rechtspraak = Geheel van de beslissingen van hoven en
rechtbanken = toepassing van de wet door de
rechter op concrete feiten!
Uitspraak hof = arrest = raadsheer,
uitspraak rechtbank = vonnis = rechter
in het Belgisch staatsblad
3.3 RECHTSLEER
Rechtsleer Wetenschappelijke publicaties door
rechtsgeleerden, proffen
3.4 GEWOONTE - BILIJKHEID
Gewoonte Een gevestigd gebruik dat in een samenleving algemeen als
bindend wordt beschouwd, zonder dat het zijn neerslag
heeft gevonden in een of andere wetgevende maatregel
H2 : STRUCTURENE EN INSTELLINGEN
1 ENKELE ALGEMENE BEGINSELEN
Democratische staat Hierbij kiest het vol de vertegenwoordigers die
wetten maken
Scheiding van machten - Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
- Rechterlijke macht
Rechtsstaat De macht wordt geregeld en beperkt door de
wet. De wetgevende, uitvoerende en rechterlijke
macht zijn in een rechtstaat ook gebonden door
de wetten en moeten zich daar dus aan houden.
Monarchie De Koning wordt niet door verkiezingen gekozen
Federale staat Enerzijds is er de federale overheid en
anderzijds zijn er gemeenschappen en gewesten
waarbij allerhande regels gelden inzake de
bevoegdheden van elk.
, 2 ENKELE POLITIEKE INSTELLINGEN
2.1 OP FEDERAAL NIVEAU
Uit wat bestaat het federaal niveau - Kamer van volksvertegenwoordigers :
150 leden die verkozen worden voor 5
jaar
- Senaat : 60 senatoren (50 leden uit
deelstaatparlement en 10 gecoöpteerde
senatoren (volgens uitslag
Kamerverkiezing))
- Koning : hij heeft in de grondwet
verleende bevoegdheden (politieke +
symbolische rol)
- Regering : max 15 ministers + eerste
minister + staatssecretarissen
Federale bevoegdheden Justitie, sociale zekerheid
2.2 OP REGIONAAL NIVEAU
Uit wat bestaat het regionaal niveau - Gemeenschappen : Vlaamse
Gemeenschap, Franse gemeenschap en
Duitstalige gemeenschap
- Gewesten : Vlaams gewest, Waals
gewest , Brussels Hoofdstedelijk gewest
Vlaamse gemeenschap bevoegdheden onderwijs
Vlaams parlement 124 leden
Vlaamse regering Max 11 ministers waarvan minsten 1 uit Brussels
hoofdstedelijk gewest
2.3 PROVINVIES EN GEMEENTEN
Provincies 10 provincies,
- Provincieraad : leden 6jaar + deputatie
((voert de beslissingen in de
provincieraad uit)
Gouverneur : de commissaris van de
regering in de provincie
Gemeenten 581 gemeenten,
Bevoegdheden : openbare werken, sociale
bijstand, ordehandhaving, huisvesting,
onderwijs …
Burgemeester + gemeenteraad + college van
burgemeester en schepenen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannevanlandeghem. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.