Samenvatting oriëntatie economie en
recht deel 2
Hoofdstuk 1: de economische analyse van het recht
Functies economische analyse van het recht:
1 beschrijven en voorspellen van efecten van juridische regels op het gedrag van mensen
2 evalueren of deze efecten maatschappelijk gezien wenselijk zijn
3 formuleren van alternatieve oplossingen
Jurist: bereiken rechtvaardigheid
Econoom: bereiken efcientie en efectiviteit rechtsregels
Onderscheid positieve en normatieve analyse van het recht:
- positieve rechtssecoooiie: efciente bestaande recht bestuderen; verklaren en voorspellen
efecten rechtsregels
- ooriatieve rechtssecoooiie: bestuderen hoe het recht zo efcient mogelijk kan zijn;
beleidsmatige aanbevelingen doen ( beoordelen efecten rechtsregels toetsen aan
maatschappelijke welvaart)
(Positieve economische analyse: houdt zich bezig met het recht zoals het is, of deze efcient
is. Er wordt met behulp van economische principes een verklaring gegeven voor bestaande
rechtsregels en rechtsinstituties. .eef antwoord op vragen naar het ontstaan en de inhoud
van rechtsregels. Ook wordt er getracht gedragsefecten van rechtsregels te voorspellen of
evalueren. Bestaande rechtsregels zijn niet voldoende efcient-> hierdoor wordt een
normatieve uitspraak gedaan
- normatieve economische analyse: wordt getracht om aan te geven hoe het recht er uit
moeten zien, waarbij het uitgangspunt is dat recht efcient behoort te zijn. Deze is meer
omstreden en wordt kritischer door juristen ontvangen. Doet beleidsmatge aanbevelingen.
Ahv efciente criterium aangegeven welke rechtsregel gehanteerd zou moeten worden)
Vragen die de rechtseconomie stelt:
1 Waarom hebben we een rechtsregel ? (positief)
2 Wat is het efect van bepaalde rechtsregels ? (positief)
3 Welke rechtsregel is wenselijk vanuit het perspectief van efcientie ? (normatief)
Recht als een systeem van gedragsprikkels
- jurist: ex post een al gerezen confict oplossen
- econoom: ex ante toekomstig gedrag sturen
Welvaart: mate waarin behoefen bevredigd kunnen worden met de beschikbare middelen,
ook wel nut of welzijn genoemd. Welvaart kan zowel op het eigen belang als het belang van
anderen betrekking hebben.
1
,Invloed recht op individuele welvaart:
- sanctioneren van afwijkend gedrag (bijv. boetes) en belonen van normconform gedrag:
veranderen van gedragskeuzen
Invloed recht op maatschappelijke welvaart:
- gedragsprikkels hebben invloed op de mate van welvaart
Werkelijke invloed op de welvaart is lastig te bepalen, daarom wordt de theoretische
veronderstelling dat ‘mensen rationeel handelen en trachten hun individuele welvaart te
maximaliseren’ gebruikt om de reactie van mensen op rechtsregels te voorspellen.
(rationeel: wat zijn individuele baten lasten en daarop een besluit nemen. Dit is niet gelijk
aan egoisme ) Maximalisatie van welvaart is geen egoïsme. Het heef niet alleen eigen
belang maar ook belang van anderen bv een chirurg die mensen wil helpen. Er is ook een
altruïstisch element (als je iets weggeef kan er ook een bate aan zijn, geld aan een zwerver).
Rechtsregels beinvloeden de individuele welvaart, individueel gedrag en daardoor de
collectieve welvaart.
3.5 Efciente: ( doelmatigheid) ahv een maatstaaf van efcientie wordt beoordeeld in
hoeverre rechtsregels kunnen bijdragen aan een verhoging van de maatschappelijke
welvaart. Totale baten zijn groter ten opzichte van de totale kosten. Resultaat van
rechtsregels moet de welvaart van een samenleving maximaliseren. Maximale efcientie: als
een zo gunstig mogelijk saldo van kosten en baten voor alle partijen gezamenlijk wordt
bereikt.
Criteria waarmee mate van efcientie van een rechtsregel wordt bepaald:
Pareso efcicotie
- een rechtsregel wordt ingevoerd of veranderd en daardoor neemt de welvaart van een of
meer personen toe en niemand gaat erop achteruit.
- maximale efcientie: als het niet meer mogelijk is de positie van een individu te verbeteren
zonder nadeel toe te brengen aan de positie van een ander individu.
- het rechts moeten rijden van verkeersdeelnemers.
- wel baten maar geen kosten (geen verliezers).
- erg strikt criterium, weinig ruimte voor verandering: in de praktijk vaak onmogelijk.
bv. Heel zweden gaat opeens recht rijden. Voordeel = rechtvaardig, nadeel= het is niet te
doen, er is altijd wel iemand die nadeel krijgt
Kaldor-Hicks efcicotie
- minder streng criterium
- geef de verhouding aan tussen de totale baten en de totale kosten van een rechtsregel.
- verbetering wanneer sommigen er meer in welvaart op vooruit gaan dan anderen erop
achteruit gaan.
- theoretisch gezien levert het de winnaars genoeg winst op om de verliezers te kunnen
compenseren en dan nog beter af te zijn, dan zou er sprake zijn van een Pareto verbetering
(gebeurt niet echt).
- maximale efcientie: geen verandering is meer mogelijk die meebrengt dat de totale baten
groter zijn dan de totale kosten.
minder verdeling maar er is meer welvaart) nadeel = onrechtvaardig. Voordeel= werkbaar
2
,3.6 Bij negatieve externe efecten (derde-partij-efecten) kan interventie door de overheid
vereist zijn om maximale welvaart te behalen. Maatschappelijke kosten zijn hoger dan
private kosten, zoals milieuvervuiling. Internalisatie is nodig bv. schadevergoeding of
belasting.
Coase-shteoreia I
Het Coase-theorema stelt dat het in een situatie zonder transactiekosten niet uitmaakt wie
de eigendomsrechten over een bepaald goed heef. olang er geen transactiekosten zijn, zal
er altijd via marktwerking een efciente allocatie van het goed tot stand komen. Door middel
van (kostenloze!) onderhandelingen tussen partijen zullen alle mogelijke
welvaartsverbeteringen worden gerealiseerd en zal het goed gaan naar de partij met de
hoogste waardering voor het goed. Er is dan geen tussenkomst van de overheid nodig om –
door middel van het toewijzen van (eigendoms)rechten aan een bepaalde partij – de
optimale maatschappelijke (= efciente) situatie te bereiken.
- biedt inzicht in de werking en oplossing van negatieve externaliteiten.
- als er geen transactiekosten zouden bestaan is de oplossing van negatieve externe efecten
(door de markt) geen probleem.
- transactiekosten: kosten die met (het tot stand brengen en uitvoeren van) een transactie
gemoeid zijn, zoals het zoeken naar een contractspartner, overleg, vastleggen
overeenkomst, uitvoeren en afdwingen van uitspraken.
- in een situatie zonder transactiekosten maakt het niet uit wie de eigendomsrechten over
een bepaald goed heef, er is geen tussenkomst van de overheid nodig.
- landbouwer heef een oogst ter waarde van 100.000 die door luchtverontreiniging van een
naastgelegen fabriek wordt bedreigd. Het plaatsen van een zuiveringsinstallatie kost 70.000.
(Coase- theorema: in een situatie zonder transactiekosten is het onverschillig of een rechter
de eigenaar van de fabriek al dan niet aansprakelijk acht voor de schade als gevolg van
luchtvervuiling. Wel aansprakelijk: dan plaatst hij de installatie voor 70.000, dit doet hij liever
dan 100.000 betalen. De fabriek heef dan het negatieve externe efect van de
luchtvervuiling geïnternaliseerd. De landbouwer verdient 100.000, de gezamenlijke welvaart
is met 30.000 toegenomen. Bij geen aansprakelijkheid: de landbouwer zal de installatie
betalen, de landbouwer verdient nog 30.000 en de fabriek hoef niets te betalen. Ook hier
neemt de gezamenlijke welvaart met 30.000 toe. )
-wie eigendomsrechten heef is onbelangrijk.
- de verdeling van de rechten is wel van invloed op de individuele welvaart.
Dus : economische deelnemers kunnen in een wereld zonder transactiekosten het probleem
van negatieve externaliteiten, waarin de maatschappelijke kosten hoger zijn dan de private
kosten,onderling oplossen. Negatieve externaliteiten kunnen worden geinternaliseert
wanneer de overheid ingrijpt.
Coase-shteoreia II
- Het maakt in een wereld met transactiekosten wel uit wie de eigendomsrechten heef.
De werkelijke betekenis van het Coase-theorema is ook niet dat er altijd door
onderhandelen een efciente oplossing bereikt kan worden in een wereld zonder
transactiekosten, maar dat het bestaan van tal van instituties – zoals eigendom, de markt, de
onderneming, de Staat en het recht – verklaard kan worden omdat er juist wel
3
, transactiekosten zijn. Transactiekosten zorgen ervoor dat overheidsingrijpen in de zin van
regelgeving wel nodig is om het probleem van negatieve externe efecten op te lossen.
Marktwerking lost dit niet zelf op in een situatie van transactiekosten. onder (de prikkels
volgend uit) regelgeving zal in een situatie van transactiekosten niet altijd de meest
efciente oplossing tot stand komen. Daarbij laat het Coase-theorema ook zien dat het in
een wereld met transactiekosten wel degelijk uitmaakt aao wie (eigendoms)rechten worden
toegewezen. De keuze voor een bepaalde rechtsregel is wel van belang en kan de omvang
van de maatschappelijke welvaart beïnvloeden.
Waarden van de rechtseconomie, gaat niet om of een regel rechtvaardig is. Kortom, aan de
hand van de veronderstelling dat mensen rationeel handelen en streven naar maximalisatie
van hun welvaart kunnen generaliserende voorspelliogeo worden gedaan met betrekking
tot hoe mensen – gemiddeld genomen – zullen reageren op rechtsregels. Op grote schaal
zullen de afwijkingen van het rationele handelen doorgaans beperkt zijn en het eindresultaat
niet wezenlijk beïnvloeden, omdat er sprake is van geen of een te zwakke invloed en/of
omdat de afwijkingen niet systematisch in een bepaalde richting duwen. Deze assumptie is
daarmee bruikbaar om de efecten van rechtsregels op de maatschappelijke welvaart te
bestuderen.
In de rechtseconomie wordt vanuit een economisch perspectief gekeken naar
juridische vraagstukken. Aan de hand van het efcicotiecriserini wordt geanalyseerd wat
de efecten van bestaande rechtsregels en alternatieven daarvoor op de maatschappelijke
welvaart zijn. Uitgangspunt is dat moet worden gestreefd naar rechtsregels die de
maatschappelijke welvaart maximaliseren. In dat geval is het saldo van de kosten en baten
zo gunstig mogelijk. Juristen hanteren dikwijls vaak alleen rechtvaardigheid als criterium bij
de beoordeling van rechtsregels. Het is echter waardevol om bij de evaluatie van
rechtsregels – zeker bij rechtsregels die zien op ‘marktgerelateerde’ onderwerpen – ook te
kijken naar de efcientie-efecten
Hoofdstuk 2: eigendomsrecht
Eigendomsrecht is de basis van de markteconomie, door ruil neemt de welvaart van
betrokken partijen toe (Pareto-efcientie).
Bij afwezigheid van eigendomsrechten zullen er geen transacties met betrekking tot
schaarse goederen zijn, of niet op het optimale niveau
2.1 Een eigeodoisrechts is een institutioneel erkende, actuele of toekomstige bevoegdheid
van een persoon, groep of instelling om een lichamelijk of onlichamelijk goed te gebruiken,
ervan te genieten of erover te beschikken. Bij eigendomsrecht (burgerlijkwetboek ,politieke
functie) heb je het recht om een eigendom te gebruiken, ervan te genieten EN erover te
beschikken. Het rechtseconomische begrip is echter soepeler, ook het recht om een van
deze bevoegdheden uit te oefenen zal in de rechtseconomie als een eigendom worden
beschouwd.
3.1 Eigendomsrechten hebben niet alleen een economische functie. Eigendomsrechten
hebben bijvoorbeeld ook een politieke functie. Een systeem van private eigendomsrechten
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliahollak. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.94. You're not tied to anything after your purchase.