H2
Cel → orgaan → organisme → ecosysteem
Elke stap is een manier om naar het leven te kijken. Deze stappen zijn organisatieniveaus.
Een cel in de maagwand zitten verschillende onderdelen waarmee de cel verteringssappen
kan maken. Cellen en celonderdelen vormen samen de maag. En de maag is een orgaan.
Organen zijn onderdelen van een organisme. En organisme vormen onderdelen in
ecosysteem.
2.1
Alle organisme zijn opgebouwd uit cellen. De kleinste organisme: bacterien en ééncellige
bestaan uit 1 cel. Grotere organisme: mensen, dieren bestaan uit miljarden cellen. Een cel
kan je niet met blote oog zien. Dit moet je bekijken met microscoop. Een cel is een levende
eenheid. Cellen groeien en delen. Ze hebben voedsel nodig en scheiden afval af. Cellen
kunnen bewegen. Voor bewegen hebben ze speciale structuren, organellen.
Planten en dierlijke cellen bevatten zeer veel verschillende organellen. Bacteriën zijn
eenvoudiger, deze hebben geen andere organellen dan een celmembraan en celwand.
Celmembraan is een scheiding tussen binnen- en buitenkant van een cel. Het is een dun
vliesje dat de binnenkant omsluit. Het celplasma is een dikke vloeistof waarin andere
organellen liggen. Door dit braan blijven nuttig stoffen in de cel en worden schadelijke stoffen
tegengehouden. Andere functie van braan is het regelen van transport. Het bevat veel
kanalen die open en dicht kunnen. Via deze kanaaltjes komen nuttige stoffen de cel in.
Afvalstoffen kunnen via deze kanaaltjes de cel verlaten.
Cellen van bacteriën, schimmels en planten hebben ook een celwand. Dit is een dik
omhulsel dat de cel stevigheid geeft. Dierlijke cellen hebben geen celwand.
De celkern is een soort bieb, waarin erfelijke informatie ligt. Deze informatie is opgeslagen in
de vorm van DNA. DNA is een lange keten van zeer kleine bouwstenen die in chromosomen
,liggen opgevouwen. Stukken uit de DNA-keten zijn genen. Genen zijn instructies voor wat er
in de cel gebeurd. Door de genen kunnen cellen ook samenwerken. De celkern bevat
daarmee informatie voor aanleg van eigenschappen van het organisme.
Een cel kan onder andere groeien, delen, regeren op de omgeving en stoffen maken. Voor
deze processen is energie nodig. Hiervoor zorgen de mitochondriën. Dit zet brandstof om
in energiepakketjes voor andere organellen.
De vacuole is een blaasje gevuld met water. Het is een soort opslagruimte oor een cel voor
bewaren van nuttige of schadelijke stoffen. Dierlijke cellen hebben geen of enkele kleine
vacuoles. Planten hebben 1 grote, deze vult vaak bijna heel de cel.Bij planten speel de
vacuole een rol bij de stevigheid.
Planten kunnen energie halen uit zonlicht. Hiervoor hebben zij een extra soort organel:
bladgroenkorrels. Deze zorgen ook voor de groene kleur. Deze korrels gebruiken CO2 en
water en zetten dit om in voedingsstoffen voor planten. Zonlicht levert de energie voor deze
omzetting dit is fotosynthese.
2.2
Een orgaan is een onderdeel van een organisme. Een orgaan heeft een of meerder functies.
Longen ademhaling en bloem voortplanting. Orgaan is opgebouwd uit weefsel. Weefsel
bestaat uit gelijksoortige cellen. Hersenen is zenuwweefsel.
Organen werken samen in orgaanstelsels. Samen zijn deze organen in staat om stoffen
door een lichaam te vervoeren. Door de samenwerking tussen organen functioneert het
organisme.
De belangrijkste orgaanstelsels bij planten zijn het voortplantingsstelsel, transportstelsel,
ademhalingsstelsel. De voortplantingsorgaan is de bloem met stamper en meeldraden. Van
transport is de plant afhankelijk van de vaten in de stengel. Ademhalen doen planten via
huidmondjes. Openingen op/onder de bladeren en soms in stengel.
,2.3
Levende dingen zijn organismes. De verschillen hiertussen zijn heel groot. Maar er zijn ook
overeenkomsten: alle planten zich voort, voeden zich, overleven vijanden en verdedigen
tegen omgeving. Op aarde leven miljarden organisme.
Een soort is een groep organisme die (meestal) op elkaar lijken, zich met elkaar kunnen
voortplanten en vruchtbare nakomelingen krijgen. De belangrijkste overeenkomst is dat
organisme zijn opgebouwd uit cellen. Met verschil in bouw van cellen kunnen we ze indelen
in 5 groepen. vijf rijken van het leven. Elk rijk kunnen we weer verdelen in kleinere groepen.
Het ordenen in steeds kleinere groepen heet classificeren.
Bacterien zijn de kleinste organisme die we kennen. Ze bestaan uit 1 cel en hebben geen
organellen. Het DNA ligt los in celplasma. Bacteriën planten zich voort door deling.
Moedercel deelt → twee dochtercellen. Bacteriën komen overal voor. Bacteriën kunnen
nuttig zijn (vertering voedsel), maar ook schadelijk (ziekte lyme, veroorzaakt door bacterie).
Eencelligen bestaan uit één cel. Hebben organellen. DNA opgeslagen in celkern en
mitochondriën leveren energie. Er zijn veel verschillen binnen de eencelligen. Sommige
, lijken op plantencellen andere op dierencellen en sommige op geen van beide. Kunnen
ziektes veroorzaken zoals malaria.
Een voorbeeld is een pantoffeldiertje. Deze cel lijkt op die van een dier. Leven in sloten en
zwemmen met behulp van haartjes ver de lengte van de cel, eten bacteriën.
Ook heb je algen, deze cellen lijken op die van planten. Deze zijn wel lastig in te delen je
hebt namelijk eencellige en meercellige algen. Algen kunnen net zoals planten energie halen
uit zonlicht. Ze hebben bladgroenkorrels.
Schimmels zijn meestal meercellige organismen. Hun cellen hebben verschillende
organellen en een dikke celwand. Ze voeden zich met andere organisme of resten daarvan.
Paddenstoelen zijn ook schimmels (vruchten). Onder de grond bevindt zich het netwerk van
de schimmeldraden: mycelium. Via dit netwerk nemen de draden voedsel uit de bodem of uit
andere organisme op. Schimmels kunnen ernstige ziektes veroorzaken. Maar veel zijn er
nuttig of zelfs eetbaar. Ook gist hoort bij de schimmels. Gisten zijn eencellige schimmels. Je
gebruikt ze bij het bakken van brood en brouwen bier.
Belangrijkste eigenschap planten is de fotosynthese. Ze gebruiken zonlicht voor het maken
van voedingsstoffen. Ze hebben hiervoor geen andere organismen nodig. Planten zijn
meercellig. De planten zijn onderverdeeld.
a) Algen. Niet echte planten. Groeien in het water. Geen bladeren of stengels. Soms wel
structuren die erop duiden. Wel veel eenvoudiger. Grote algen noemen we wieren. Ook
eencellige algen deze behoren bij de eencelligen.
b) Mossen. Vind je alleen op vochtige plaatsen. Kleine planten. Het vocht is nodig voor
verspreiding van sporen. DIt zijn de voortplantingscellen. Sporen hoef niet eerst te
versmelten. Ze hebben geen vaatbundels waarmee ze water en voedingsstoffen kunnen
verspreiden. Hierdoor zijn ze klein.
c) Varens en paardenstaarten zijn grote planten uit de oertijd. Ze vormden hoge struiken en
bomen. Dit kwam door de ontwikkeling van de vaten. Vaten zijn dunne holle buizen door de
plant heen. Via deze vaten vloeien voedingsstoffen en water naar andere delen van de plant.
Ze planten zich voort met sporen. De sporen bevinden zich aan de onderkant van het blad.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller theduke2804. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.17. You're not tied to anything after your purchase.