Een zelfgemaakte woordenlijst van het vak Sociologie voor het examen. Het vak werd gedoceerd door Walter Weyns. De belangrijkste namen binnen de sociologie kan je hierbinnen ook terugvinden. Deze samenvatting gaat van hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 12. Op het examen worden er altijd een aantal be...
Subversief ze ontmaskerd, ruimt voordelen op, wijst op pijnlijke situaties
Desoriëntatie gevoel van niet thuis horen
Satire samenleving bekijken door de ogen van iemand anders (kritiek geven
op een samenleving)
Sleuteltijdsperk een tijdsperk waarin beslissende dinge gebeuren of op het punt staan
te gebeuren
Neolithische revolutie overgang van jacht en verzamelaars naar landbouw
Overgangscrisis overgang van stam, jagers, landbouwer en nomade, dorpeling of
stedeling was proces van geleidelijke verandering
Industriële revolutie de toepassing op grote schaal van technische innovaties
Sociaal vraagstuk hoe konden sociale klassen samenleven in vrede en welvaart?
Sociologie aspecten bezighouden met hedendaagse maatschappij. Geïnteresseerd in
modernisering. Verklaren hoe mens stap van landbouwsamenleving
naar industriële samenleving heeft gezet en nog aan het zetten is
Sociologische verbeelding het vermogen om verbanden tussen individuele klachten en sociale
omstandigheden te zien. De capaciteit om verbanden te zien tussen
het leven van individuen en de historische en maatschappelijke
context waarin ze leven
Sociale orde betrekking tussen mensen op een geregelde voorspelbare manier. En
vloeit voort uit een universele consensus onder de leden van de
maatschappij
Universele consensus overeenkomst over bepaalde waarden, normen en gewoonten van
oppervlakkig tot fundamentele zaken
Consensustheorie samenleving in haar geheel over men aan regels eens zijn
Evolutie overgang van het homogene gelijke naar het heterogene
verschillende en van het ongeïntegreerd / onsamenhangende naar
het geïntegreerde / samenhangende
Cultuur omvat al wat aangeleerd is en betekenis heeft voor mensen. De
normen, waarden en opvattingen in een sociale structuur alsook de
wijze waarop mensen denken, handelen en voelen. Ook de goederen
die ze creëren en die voor hen betekenis gaan krijgen. Wordt van
generatie op generatie doorgegeven.
Sociale structuur de relatief duurzame verhoudingen tussen individuen en groepen die
ten opzichte van elkaar herkenbare sociale posities bekleden
Symbolen al wat door leden van een bepaalde groep wordt herkend als drager
van betekenis
Waarden abstracte idealen of streefdoelen
, Normen concretisering van waarden
Materiële goederen zowel artificiële, door mens verzadigde objecten als natuurlijke
voorwerpen of grondstoffen, voor zover ze in het handelen van
mensen een betekenis krijgen
Materiële cultuur materiële voorwerpen die belangrijke plaats innemen in het leven van
een bepaalde groep of samenleving.
Maatschappij structuur van interrelaties/ sociale verhoudingen dat individuen
verbindt
Cultuur binnen een maatschappij dominante manier van denken en handelen
Genetische variantie bij overgang van een generatie naar volgende komen organismen
voor die ietwat andere eigenschappen vertonen dan ouders. Dat is
gevolg van mutatie
Natuurlijke selectie verdringing van de minder aangepaste door de meer aangepaste
organismen. Nakomelingen van gemuteerde organismen die de
betere eigenschappen overerven, hebben meer overlevingskansen
Co-evolutie waarschijnlijk heeft culturele evolutie belangrijke rol gespeeld in
evolutie van de menselijke soort. Het gebruik van werktuigen en
commutatieve vormen belangrijke rol in biologische evolutieproces.
Aangeboren reductie strategie gedrag is instinctief gericht om genenpool van hun groep te
handhaven. Individuen handelen niet om zichzelf te laten overleven
maar eerder om genen te laten voortleven
Instinct een complex gedragspatroon dat genetisch bepaald is
Reflex een eenvoudige respons. Van geboorte al aantal basisreflexen
Driften komen voort uit de werking van het lichaam. Het zijn noden van het
lichaam die tot uiting komen onder vorm van fysiek gevoeld
onbehagen of behoefte. Ligt niet biologisch vast.
Sociale instituties Manier van denken, handelen en voelen die al bestonden voor wij
geboren werden en overgeleverd door voorgaande generaties en nog
voortbestaan als we sterven
Vroeggeboorte menselijk organisme moet nog groot deel van zijn biologische
ontwikkeling doormaken nadat hij geboren is. In vergelijking met
dieren zijn mensen gevoeliger voor invloeden uit de omgeving
Instinctarmoede dieren weten instinctief wat ze moeten doen, niet over nadenken.
Mens moet redden zonder instincten. Hij leeft in een open wereld.
Open wereld mens wordt niet door zijn instincten gedwongen om op 1
welbepaalde manier op prikkels te reageren. Menselijke conditie =
instabiel en onzeker
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofievinken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.