1850-1950 → alle stijlen aan bod, stijlen naast elkaar bestaan
Politiek /economische en sociaal-culturele context
Politieke context 19eE
➢ W-Eu in ontwikkeling (mondialisering):
Kolonisatie: ontstaan wereldmachten → zoveel mogelijk kolonies (GB voorloper)
Superioriteit blanke man tov andere wereldburgers → dr eco welvaart, pol macht, wetenschappen,
religie → gaf autoriteit/idee om kolonies te verwerven/andere landen te gebruiken → verdragen ts
machthebbende staat en dienstaat (kolonie) rijkdommen afstaan aan wereldmacht
➢ Bestendiging burgerij:
AR definitief voorbij: La bourgeoisie : los v kerk, zelf industrieën in handen nemen, burgerij wint aan
eco/pol/wereldlijke macht → staan vr liberalisme ((eco)absolute vrijheid = ongelimiteerd
winstbejag) → als iets positief gezien → nadelen: slechte omstandigh, kinderarbeid, mistoestanden,
uitbuiting, gezien als noodzakelijk te betalen prijs)
➢ Ontstaan proletariaat:
Dr spanningen ontstaan nieuwe maatschappelijke laag = proletariaat = arbeidsklasse (in fabrieken)
→ socialisme staat vr gelijkheid, willen gelijke rechten/bestaan
➢ Vroegere ongelijkheid ts adel-burgerij:
Verschuift nr ongelijkheid ts burgerij-arbeiders
Uitbuiting arbeiders dr burgerij leidt tot sociale kwestie
➢ 1893 algemeen meervoudig stemrecht burgerij (meerderjarig, hoofd fam, geld (gn boeren, fabrikanten)
1918 algemeen enkelvoudig stemplicht vr mannen
1948 stemrecht vrouwen
,Identiteit
Economische context 19eE
Industriële revolutie (1750-1850)
- GB en snel rest v wereld
- Gevolg: ambachten en kleinschalige werkplaatsen verdwijnen, vervangen dr grote fabrieken
(loon vr werk)
- Gevolg: opsplitsing wonen-werken (impact op bouw woning, steden anders uitzien) → plaats v
arbeid ni langer plaats v wonen
- Alle terreinen v industrie (steenkool, meubel, tapijt) → onder druk → daling prijs producten,
groter aanbod betaalbare producten, meer verkoop, meer winst (→ familiebedrijfjes)
- Rationalisering arbeidsprocessen: Taylorisme = wet theorie, mens (werknemer) v nature lui →
werkt alleen vr beloning (geld) → arbeidsprocessen zoveel mogelijk rationaliseren
→ bestudeerde werknemers, maakt obj (stoel) v a-z = veel tijd, lui, ni goe te controleren) → vers
acties uit elkaar trekken (poten, rugleuning, opschuren), 1 arbeider die alleen poten maakt, per
onderdeel timen hoe snel, werknemen onder druk zetten, productieproces veel
controleerbaarder, luie sneller herkennen en vervangen
→ voordeel: in ontwerpen veel nieuwe kennis
- Ontwikkeling v ‘producten’ (consumenten/producten/marketing – nu gevolgen dragen)
- Vrije markt handel
- Kolonisatie en imperialisme: wereldwijde handel (producten andere kant wereld) + geleidelijke
uitbreiding over h continent → gevolg: exotisme (geïnteresseerd in exotische producten) →
chinees salon – vertaling status, rijkdom + kennis wereld
- Burgerij vergroot haar rijkdom en macht → gezien als moderne mens als men handel dreef, op
hoogte bleef v alle producten = begin moderniteit
Feest vd moderniteit en uitvindingen op wereldexpo’s: 1e in Londen 1851
→ veel invloed op stijlontwikkeling v interieurs
→ Albert vond Britse industrie nog ni goe ontwikkeld – veel op ingezet (grote voortrekker
industrie/wet) – stelt Joseph Paxten aan als architect (tuinman, ontwerpen bouwen grote serres) –
druk waterlelie afgeleid op vers nerven (staal recente industrievorm) – 1 grote draagstructuur in staal
die afgetakt w – afgebrand
→ fabriekshal toppunt attractie = verheerlijking → sociale problemen, arbeiders onbeschermd
werken (blote voeten, nabij vuur, kinderarbeid, onveilige situaties)
→ wegvallen ambachtelijke (familiebedrijfjes) – ambachten in concurrentie met fabrieken – bracht
weinig op – man, vrouw, kind in fabriek – kleine woningen rond fabriek om personeel onder te
brengen → 1903 wet op arbeidsongevallen
Sociaal culturele context 19eE
Resultaat: SOCIALE CONFLICTEN
• Burgerij vs aristocratie
• Arbeidsklasse vs burgerij: lage lonen, urbanisatie, sloppenwijken, rug aan rug huizenbouw,
kritiek op moderne wereld (Pugin ‘contrasts’)
• Vrouwen vs mannen: opkomst ‘suffragettes’, aanvang feminisme
Vrouwen: gn opleiding volgen, ni zelf nr rechtbank, democratische rechten gelden ni, konden
ni erven - gn mannelijke erfname – mannelijke verwant
(overspel: wnr hij schuldig bevonden w (en en en) dan pas scheiden → vermoeden dat
vrouw vreemd gaat → vanaf begin 20eE vanuit GB = beweging vrouwen die gestreden g vr
kiesrecht → Evelyn Pankhurst – samen met dochter beweging opgestart (alles op spel gezet)
,Identiteit
Wetenschap en filosofie
Enorme ontw gebaseerd op positivisme (vanuit verbeteringsbeweging/progressie) en rationalisme
• Evolutietheorie Darwin (19eE) en Alfred Russel (19eE-20e): principes als natuurlijke selectie en
h omschrijven v natuurwetten
• Belangrijke ontdekkingen/wetenschap: dinos vanaf 1810 opgegraven en beschreven,
ondersteunt Darwins theorie (→ creationisme en verzet v paus en kerk)
• Vele uitvindingen (gloeilamp, telefoon, auto, gasverlichting)
• Psychologie en geneeskunde: psychoanalyse v Freud, vaccin v p-Pasteur, opkomst kuuroorden
• Filosofie: belangrijke ontw, Hegel en Kant, Nietzsche
Kunst
• zeer vruchtbare periode vr ontwikkelingen kunsten: Realisme, impressionisme, pointillisme,
kubisme, symbolisme → ontw op korte tijd en wisselen elkaar af
• Salons de Paris promoten nog steeds academische kunsten → ontstaan
kunstenaarskolonies
• Kunstenaarsgroene zoeken en vinden andere fora om hun kunst ten toon te stellen → maken
eigen materiaal (vanaf 19eE fabrieksverf) – langer bewaard, makkelijker nr buiten – beperkt
kleurenpatroon – chemische processen meer kleur
• Ontvoogdingsstrijd op veel vlakken (= emancipatiestreven v volk → burgerij (macht in
handen dr liberale revoluties, opkomen v rechten v arbeiders) → richten eigen salons op
(Emancipatie = streven nr volwaardige plaats in samenl vanuit achtergestelde positie - kan via
gelijkgerechtigdheid, zelfstandigheid of formele toekenning v gelijke rechten, gelijkstelling vr de wet)
• Schilders brengen thema’s voor
Manet – Dejeuner sur l’herbe – 1862
Te provocerend, nadien op salons de refuse getoond
Alledaagse vrouw (gn godin, maagd maria) in bijzijn v 2
geklede mannen, en kijkt ni bescheiden, is relaxed, kijkt
toeschouwer direct aan, met 2 mannen ni 1
Thema (picknick) geen academisch klassiek thema
(bijbels, geschiedkundig)
2 jaar in pers
Degas – Women in Bath – 1886
Gewone dame in bad
Monet – Impression Soleil Levant – 1872
Stadsgezicht ideale wereld, ni arbeidsklasse
Industrieels stadszicht, wijkt af v academische thema’s
Schildert impressie v wat hij ziet – ni wat juist is, zijn
impressie, heel persoonlijk
Georges Seurat – zwempartij in Asnière – 1884
Nieuwe techniek dr industriële verven – kleine stipjes,
verf onvermengd → Techniek nieuw, ongekend, raar
Beeld eiland uit – la grande chat – in weekend rijken
picknicken of wandelen → 2 themas op 1 schilderij
Prostitutie in weekend – verwijzingen →
Damen ah hengelen – hengelen nr klanten
Dame rechts – aapje aan leiband – symbool prostitutie
(wandelt onbeschaamd, wss met klant)
, Identiteit
Paul Cézanne – Mont Sainte-Victoire - 1902
Natuurelement zonder mensen/helden
James Ensor – De intocht van Christus in Brussel – 1889
Kritische opmerking op maatschappij
Uiterlijk vertoon – veroordeling v moraal
Zichzelf in midden als christus zelf – de onschuld
Commentaar op alle burgerij – nep, fake, met maskers
Gelijkschakelen
Edvard Munch – De schreeuw – 1893
Individuele kritiek op maatschappij
Interpreteren individu dat zich overweldigt voelt in
maats
Schreeuw/verzet tov ouders
Gelinkt aan psychologie/innerlijke – alles wat binnen de
mens gebeurt
Literatuur
• Algemeen: ontstaan en volwaardig w vd roman als literatuurvorm
• De vrouw gaat grotere rol spelen in romans, krijgt dieper uitgewerkt personage
(vrouw alg grotere rol: beschrijft woningen/kleuren, hoe deze gebruikt w)
• Vrouwen als acteurs: Georges Sand, Jane Austen
• Vers vormen v romans: oa historische roman (Ivanhoe – W.Scott) – met nostalgische terugblik
kijken nr verleden (ME vooral met prinsessen, ridders) vertaalt zich in romans en interieurs
Ideologie vd 2 sferen
19e eeuwse burgerlijke ideologie: 2 domeinen
Mannen en vrouwen (dubbele moraal die dr aan vasthangt) zn v nature verschillend, h andere
geaardheid en functioneren en gedragen zich ook op vers wijze → verschil bepaalt plekken/plaatsen
we zij zich bewegen, toegang toe krijgen en waar zij vertoeven
Domein v man = publieke sfeer Domein v vrouw = private sfeer
Theoretische vraag EX: Anders juridisch gecontextualiseerd – Ideologie baseert zich op filosofisch
principe v essensialisme: eigenschap v nature aangeboren !! (bep dingen wel/ni ku
Ideologie neergeschreven, vertaalt zich ook in kunstenaars/schrijvers
Kracht vd man: actief, ontdekken, verdedigen → ruwwerk in buitenwereld, vrouw beschermen
Vrouw: zorgen, orde, rust, inrichten, beslissen, heilige figuren, engelachtig
→ opdeling gelinkt aan domestieke (huis), in elk pers mannelijke en vrouwelijke component
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sterrepeeters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.74. You're not tied to anything after your purchase.