* Diverse kosten indelen naar kostensoorten en die herkennen. (3)
Indeling van kosten:
- Grond- en hulpstoffen
- Arbeid
- Duurzame productiemiddelen
- Grond
- Diensten van derden en belastingen
- Vermogen
* constante kosten en drie soorten variabele kosten beschrijven.
(3)
Constante kosten (vaste kosten) van een organisatie zijn de kosten die niet variëren met de
bedrijfsdrukte. Deze kosten zijn constant gedurende een bepaalde periode. Denk hierbij aan de
huurkosten van een pand. Constante kosten zijn vaak het gevolg van de aanschaf van capaciteit.
(Constante kosten kunnen wel veranderen, denk hierbij aan de jaarlijkse huurverhoging.
Drie soorten variabele kosten:
1: Progressief variabele kosten
Progressief variabele kosten zijn variabele kosten die per product steeds hoger worden. De
variabele kosten per product stijgen als de bedrijfsdrukte toeneemt.
2: Proportioneel variabele kosten
Proportioneel variabele kosten zijn variabele kosten die per product even hoog blijven. De variabele
kosten per product blijven gelijk als de bedrijfsdrukte toeneemt. Dit is dan een stijgende rechte lijn.
3: Degressief variabele kosten
Degressief variabele kosten zijn variabele kosten die per product steeds lager worden. De variabele
kosten per product dalen als de bedrijfsdrukte toeneemt.
* directe en indirecte kosten beschrijven. (3)
Directe kosten:
Directe kosten zijn de kosten van een organisatie waarvan het oorzakelijk verband tussen het
ontstaan van de kosten en het product of dienst inzichtelijk is. Het is dus bekend, met behulp van
registratie, hoeveel een product of dienst kost. Bijvoorbeeld de kosten van de gebruikte materialen
van een product of de uren van een adviseur voor een bepaald project.
Indirecte kosten:
Indirecte kosten zijn de kosten van een organisatie die niet direct aan een product of dienst of
afdeling kunnen worden toegewezen. Deze kosten worden ook wel ‘overheid’ genoemd. Hierbij is
het dus niet inzichtelijk hoeveel een product of dienst kost. Bijvoorbeeld: de huurkosten van een
fabriek waar vijf verschillende producten worden geproduceerd.
* met behulp van de kostprijsformule de integrale kostprijs van
een product berekenen. (3)
, In formulevorm:
Kostprijs per product = C / N + V / W
C= Totale constante kosten
N= Normale bezetting
V= totale variabele kosten
W= werkelijke bezetting
* met behulp van de break-evenmethode berekeningen uitvoeren.
(3)
Een van de inzichten die het onderscheid tussen consante en variabele kosten oplevert, is dat
duidelijk wordt bij de verkoop van hoeveel producten de organisatie quitte speelt, dus winst noch
verlies maakt. Dit wordt het break-evenpunt genoemd. De methode om dit aantal verkochte
producten te berekenen, wordt de break-evenanalyse genoemd.
De analyse om tot het break-evenpunt te komen, werkt als volgt.
Het Break-evenpunt (BEP) is bereikt wanneer het resultaat nul is. Het resultaat is nul als de totale
opbrengsten (TO), ook wel omzet, gelijk zijn aan de totale kosten (TK). Er zijn verschillende
manieren om het break-evenpunt te berekenen. Hier staat de meest voorkomende manier
uitgelegd.
In formulevorm:
BEP: TO = TK
De totale opbrengsten (TO) bestaan uit de verkoopprijs (p) vermenigvuldigd met de verkochte
hoeveelheid producten (q), ook wel de afzet genoemd. De verkoopprijs P komt het van het Engelse
price en de verkochte hoeveelheid producten q is afkomstig van het Engelse quintity.
In formulevorm:
TO = p x q
De totale kosten (TK) bestaan uit de totale constante (vaste) kosten (CK) en de totale variabele
kosten (VK).
In formulevorm:
TK = CK + VK
De variabele kosten zijn afhankelijk van de geproduceerde hoeveelheid. De totale variabele kosten
(VK) bestaan uit de variabele kosten per product (v) vermenigvuldigd met de verkochte hoeveel
product (q)
In formulevorm:
VK = v x q
Een organisatie wil dus weten wat het aantal verkochte producten (q) is bij het break-evenpunt. Dut
wordt de break-evenafzet genoemd. Dit wordt berekend door de totale constante kosten te delen
door het verschil tussen de verkoopprijs en de variabele kosten per product.
In formulevorm:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nickvo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.