Inleiding in de wetenschappelijke methode (PB2802222333)
Institution
Open Universiteit (OU)
In deze samenvatting staat alle informatie uit het studiemateriaal, youlearn en de podcasts. Naar mijn mening hoef je het materiaal ook echt niet meer door te lezen, want alles staat in de samenvatting. Het is wel goed om de oefeningen in youlearn te doen.
Ik hoop dat de samenvatting jullie gaat ...
Inleiding in de wetenschappelijke methode (PB2802222333)
All documents for this subject (30)
16
reviews
By: essy13 • 3 weeks ago
By: wvanbreda • 1 month ago
By: esmeederoo111 • 1 month ago
By: jelmerluiks • 1 week ago
Translated by Google
I passed my exam with an 8.6, thanks to this summary! Thank you so much:)
By: bosineke1990 • 1 week ago
Translated by Google
What a pleasure to read! Congratulations!
By: xsaskiavdberg • 1 month ago
By: CorineB • 2 weeks ago
By: MHooft • 2 months ago
By: bosineke1990 • 2 months ago
Translated by Google
Thank you!
Show more reviews
Seller
Follow
bosineke1990
Reviews received
Content preview
Samenvatting
Inleiding in de wetenschappelijke methode
Studietaak 0 Pagina 2
Studietaak 1 Pagina 4
Studietaak 2 Pagina 17
Studietaak 3 Pagina 24
Studietaak 4 Pagina 30
Studietaak 5 Pagina 35
Studietaak 6 Pagina 41
Studietaak 7 Pagina 49
Studietaak 8 Pagina 57
Studietaak 9 Pagina 61
,Studietaak 0: Voorbereiding
Wat is kennis?
In de breedste zin is wetenschap een manier om tot kennis te komen.
Epistemologie (epistèmè = 'kennis'; logos = 'de leer') = kennisleer. De leer van de kennis of het
weten.
Kennis = een opvatting, die waar en gerechtvaardigd is.
Drie kenmerken van het concept kennis:
1. Het is een opvatting
2. De opvatting moet waar zijn
3. Er moet een rechtvaardiging bestaan voor de opvatting
Waarom moet er ook een rechtvaardiging zijn?
In de filosofie voegt men het criterium toe om toevallig ware opvattingen uit te sluiten als kennis
Meningen worden ook vaak gekenmerkt door gebrekkige rechtvaardiging voor de opvatting.
Mening: er is geen noodzaak om er een sterke rechtvaardiging voor te geven.
Kennis: er moet wel een goede rechtvaardiging bestaan voor de opvatting.
Twijfel en zoektocht
Peirce schreef in 1877 het artikel ‘The Fixation of Belief’
Opvatting: De mens wil van nature bepaalde zekere opvattingen over de wereld hebben en twijfel
over bepaalde opvattingen veroorzaakt een gevoel van onrust.
Volgens Peirce zijn er twee mogelijke toestanden waarin de mens zich kan bevinden:
1. Een overtuigingstoestand
2. Een toestand van twijfel
Vier methoden om van twijfel af te komen:
1. Methode van volharden en vermijden
Alle situaties en personen die twijfel in ons kunnen oproepen, uit de weg gaan (bv. een collega
die geen interesse heeft om nieuwe suggesties voor een bepaalde aanpak of procedure te
horen).
2. Methode van autoriteit
Opvattingen 'fixeren', door de verantwoordelijkheid voor de vorming van onze overtuigingen
deels bij de mensen om ons heen te leggen (bv. een professor of arts).
3. A-priori methode
Een overtuiging laten afhangen van bepaalde voorkeuren (bv. aantrekkelijke eigenschappen) of
als een overtuiging goed aansluit bij bepaalde voorkeuren en opvattingen die we hebben.
4. Wetenschappelijke methode (Peirce: relatief beste, niet per definitie makkelijkste)
Om onze opvattingen meer in lijn met de werkelijkheid te krijgen, kunnen we actief zoeken naar
empirische (waarneembare) gegevens om onze opvattingen te toetsen (essentie van
wetenschap).
Wetenschap als zoektocht naar kennis
De filosoof Ryle (1947) sprak in zijn boek ‘The concept of mind’ over het verschil tussen weten
dat en weten hoe.
,Twee soorten onderzoek:
1. Fundamenteel onderzoek: verkrijgen van kennis.
• Systematisch beschrijven van de werkelijkheid
• Verklaren waarom dingen zijn zoals ze zijn (construeren van hypothesen en theorieën)
2. Toegepast onderzoek
• Voorspellen van bepaalde gebeurtenissen en fenomenen.
• Uitoefenen van controle op bepaalde gebeurtenissen en fenomenen
Fundamenteel en toegepast onderzoek zijn met elkaar in samenspel zijn.
Tijdens de zoektocht naar kennis leunt de wetenschapper niet alleen op eigen onderzoek, maar ook
op het onderzoek van anderen. Het is belangrijk om goed oog te houden voor de kwaliteit en
betrouwbaarheid van dergelijke bronnen. Bijvoorbeeld door de CRAAP criteria.
CRAAP criteria = currency (recent), relevance (relevantie), authority (autoriteit van de
auteur), accuracy (nauwkeurigheid) en purpose (doel van de auteur bij het schrijven).
Definities van wetenschap
Alledaagse definitie: wetenschap is een verzameling van kennis die afkomstig is van de zintuigen.
Wat de wetenschapper ziet, hoort en voelt, zijn allemaal vertrekpunten om tot nieuwe inzichten over
de wereld te komen (op basis van ervaringen en waarneming).
Wetenschap wordt gekenmerkt door de methoden en werkwijzen die zij hanteert.
Een belangrijk kenmerk van wetenschap is dat zij empirisch is.
Het empirische karakter heeft een lange geschiedenis welke te herleiden is tot de start van de
wetenschappelijke revolutie (rond 1593), toen Copernicus voorstelde om het geocentrisch model (de
aarde als middelpunt) te vervangen door het heliocentrisch model (de zon als middelpunt).
Belangrijk bewijs voor het heliocentrisch model werd geleverd aan de hand van directe
waarnemingen via de telescoop; een belangrijke overwinning van de empirische methode.
Wetenschap gebruikt en leunt ook op theorie (ideeën, gedachten, modellen).
Een belangrijk thema binnen de wetenschap is objectiviteit: objectiviteit van kennis, maar ook
objectiviteit in duiding.
Het is zinvol om een goed onderscheid te maken tussen descriptieve en normatieve uitspraken.
1. Descriptieve uitspraken (‘wat is’); bv. sporters leven langer.
2. Normatieve uitspraken (‘wat wenselijk is’); bv. je moet voldoende sporten, want dat is gezond.
, Studietaak 1: Wetenschappelijke revoluties
Met de wetenschappelijke revolutie wordt over het algemeen verwezen naar de periode na de
middeleeuwen waarin het dogmatische kerkelijke wereldbeeld werd verlaten en men de wereld op
een meer mechanische manier ging zien. Deze mechanisering van het wereldbeeld maakte ook de
wetenschappelijke studie van die wereld mogelijk.
Overzicht van wetenschappelijke revoluties:
Tijd Naam Typering Filosofen
Circa 600 – 200 Oude Grieken Griekse filosofie vormt de basis voor ons Socrates (470-400 v.Chr.),
v.Chr. wetenschappelijke denken met de Plato (427-347 v.Chr.) en
tegenstelling tussen rationalisme en Aristoteles (384-322 v.Chr.)
empirisme.
200 v.Chr. – 500 Romeinse Rijk Romeinse filosofie baseert zich op de oude
n.Chr. Grieken en richt zich vooral op praktische
zaken (filosofie) als ethiek, recht en politiek.
500 – 1500 Middeleeuwen Dogmatisch Aristotelisch-Christelijke
wereldbeeld. Middeleeuwse geestelijken
vermengen kerkelijke dogma’s met antieke
filosofie om het christelijk wereldbeeld te
schragen.
1500 – 1700 Wetenschappelijke Wetenschappelijke revolutie vindt plaats Bacon (1561-1626),
revolutie waarin het Aristotelisch-Christelijke Descartes(1596-1650),
wereldbeeld wordt vervangen door een Locke (1632-1704),
mechanistisch wereldbeeld. Berkeley (1685-1753)
1700 – 1800 Verlichting Periode van de Verlichting waarin Hume (1711-1776), Kant
dogmatisch geloof in autoriteiten wordt (1724-1804) en Peirce
ingeruild voor het gebruik van het kritisch (1839-1914)
denken.
1800 - heden Moderne tijd Moderne tijd waarin de wetenschap een
hoge vlucht neemt en aanzet tot de
industriële en digitale revolutie.
Aristotelisch-Christelijke wereldbeeld beschrijft hoe het universum in een perfecte, goddelijke
balans is, met de aarde als middelpunt. Het enige dat die balans verstoort, is de zondige mens. Het
doel van dit wereldbeeld is dan ook niet zozeer om de ware aard van de wereld te achterhalen, maar
om de zondige mens voor te schrijven hoe de wereld, en de plaats van de mens daarin, begrepen
moet worden.
Belangrijke namen:
Beginpunt van de Wetenschappelijke revolutie de publicatie van ‘De Revolutionibus Orbium
Coelestium’. Copernicus beschrijft een heliocentrisch model, een belangrijke eerste stap in de
demystificatie van de wereld door de moderne mens.
• Kritische denkers beginnen het juk van het geloof af te werpen en proberen tot een meer
wereldlijke filosofie over de werkelijkheid te komen. Men begint het klassieke Aristotelisch-
Christelijke wereldbeeld los te laten en ruilt dit in voor een modernere wetenschappelijke
kijk op de wereld.
Kepler en Galilei ondersteunen met verdere mathematische modelering het wereldbeeld van
Copernicus.
Newton ‘Philosophiae Naturalis Principia Mathematica’ het principe van zwaartekracht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bosineke1990. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.