100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Maatschappijwetenschappen Seneca 4 HAVO hoofdstuk 1 tot 10 $4.86   Add to cart

Summary

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Seneca 4 HAVO hoofdstuk 1 tot 10

24 reviews
 2249 views  61 purchases
  • Course
  • Level

Maatschappijwetenschappen Seneca hoofdstuk 1 tot 10 (hele boek) 4/5 HAVO

Last document update: 5 year ago

Preview 3 out of 19  pages

  • June 27, 2018
  • May 7, 2019
  • 19
  • 2016/2017
  • Summary
  • Secondary school
  • 4

24  reviews

review-writer-avatar

By: jozekootkar • 5 months ago

review-writer-avatar

By: roemerwispelweij • 1 year ago

review-writer-avatar

By: rachelkrijnen • 2 year ago

review-writer-avatar

By: nataliagorges • 2 year ago

review-writer-avatar

By: mb_mutter • 2 year ago

review-writer-avatar

By: jackyjversteeg • 3 year ago

review-writer-avatar

By: royokkerse1 • 3 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Maatschappij wetenschappen

H1

1.1 Identiteit


Een voornaam geven aan een kind heeft te maken met iemands referentiekader (= het geheel van
kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt). -> wordt ook wel
sociale bril genoemd. Ouders denken na over een voornaam. Ze worden dan onder andere beïnvloed
door hun familie, omgevingen en tijd waarin zij leven.

Iemands voornaam hoort bij wie iemand is en maakt daarmee onderdeel uit van iemands identiteit
(= het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als
kenmerkend en blijvend beschouwt voor zijn eigen persoon en dat is afgeleid van zijn perceptie over
groep(en) waar hij wel of niet deel van uitmaakt).

Drie aspecten van identiteit:

- Persoonlijke identiteit = heeft te maken met het beeld dat iemand van zichzelf heeft; het
zelfbeeld
- Sociale identiteit = het deel van iemands identiteit dat past bij de groepen waar iemand deel
van uitmaakt. -> groepsidentificatie
- Collectieve identiteit = gaat om het beeld dat de samenleving heeft van een groep en welk
beeld ze kenmerkend en blijvend vinden voor die groep

Soms zijn er spanningen tussen de beelden en verwachtingen tussen iemands identiteit. Vb: de
persoonlijke identiteit van de individuele moslim botst dan met de collectieve identiteit van moslims.



Par 1.2 Kans en variabele

Kans = de waarschijnlijkheid dat een bepaalde gebeurtenis zal optreden.

Variabele = een kenmerk van een actor of samenleving en kan variëren. Vb: geslacht.

Dit is belangrijk om onderzoek te doen.



Par 1.3 socialisatie

Socialisatie = het hele proces van het aanleren en aangeleerd krijgen van/door mensen. / het proces
van overdracht en verwerving van de cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe
behoren.

Twee delen van socialisatie:

- Proces van overdracht: mensen brengen de cultuur van een groep of samenleving over aan
‘nieuwkomers’. Mensen die de cultuur overdragen heten socialisatoren.
- Proces van verwering: mensen maken zich de cultuur van een groep/samenleving eigen. Ook
wel internaliseren

Proces van socialisatie vindt plaats waar mensen met elkaar omgaan. Zoals vrienden.

,Bijzondere vormen van socialisatie:

- Politieke socialisatie = in elke land bestaat er een politieke cultuur met specifieke regels en
tradities die daarbij horen.
- Enculturatie = iemand leert de cultuur waarin hij geboren wort
- Acculturatie = het aanleren van een cultuur die nieuw is voor mensen.



Par 1.4 model en hypothesen

Bij een onderzoek wordt vaak gekeken naar de relatie, verband tussen verschillende variabelen. Dit
wordt gedaan in een conceptueel model. Vb soort school → mate van gepest worden.

Een hypothese is een toetsbaar idee over de werkelijkheid. Een hypothese heeft niet waar te zijn.



H2

Par 2.1 groepsvorming

Mensen zijn afhankelijk van elkaar. Daarom zijn er bindingen:

- Affectieve = emotionele bindingen. Vb: familie, vrienden, Nederland
- Cognitieve = binding op het gebied van kennis. Vb: oudere, leraren
- Economische = bindingen die te maken hebben met werk, met goederen die nog zijn voor
bestaan. Vb: bouwvakker en de bank hebben elkaar nodig.
- Politieke = bindingen die te maken hebben met zaken die geregeld moeten worden op het
gebied van bijvoorbeeld onderwijs, zorg, verkeer etc.



Groepsvorming

Mensen kunnen groepen gaan vormen als ze het dingen met elkaar gemeen hebben. Zoals dezelfde
hobby of geloof.

Groepsvorming = bindingen tussen meer dan 2 mensen die tot stand komen, doordat ze elkaar
beïnvloeden en gemeenschappelijke normen en waarden delen.

Sommige mensen horen wel of duidelijk niet bij een groep:

- Ingroup/insluiting = daar is binding mee
- Ourgroup/uitsluiting = mensen die niet bij de groep horen

Om de groepsregels te handhaven is er in een groep sprake van sociale controle (= het geval als
mensen anderen ertoe brengen zich te houden aan de normen van de groep). :

- Informele sociale controle = als groepsleden elkaar wijzen op de waarden en normen van de
groep
- Formele sociale controle = verwijst naar mensen die vanuit hun beroep/functie anderen op
de regels wijzen.

Stereotypen = zijn vaststaande gegeneraliseerde beelden en ideeën over een groep mensen

, Binding tussen mensen in een groep blijven niet voor altijd:

- Mensen kunnen er niet meer bij horen
- Mensen mogen er niet meer bij horen
- Mensen willen er niet meer bij horen

Informele groep = mensen kennen elkaar en voelen zich emotioneel met elkaar verbonden

Formele groep = een groep met regels. In zo’n groep is er vaak sprake van hiërarchie.



Par 2.2 indicatoren en categorieën

Indicator = zet je op het spoor van variabele. Vb: variabele = opleidingsniveau. Dit kan je
onderzoeken door te vragen naar iemands ‘hoogst afgeronde opleiding’ (indicator).

Sociale categorieën = mensen delen bepaalde kenmerken maar hebben geen gemeenschappelijke
normen en waarden. Vb: bejaarden

Par 2.3 sociale cohesie

Gedeelde waarden en normen hebben vorm gekregen bij het inrichten van de samenleving en door
socialisatie en acculturatie worden die overgedragen op nieuwkomers. Zo is gelijkheid een
belangrijke waarde in Nederland

Wederzijdse afhankelijkheid = mensen zijn verbonden met elkaar en van elkaar afhankelijk

Mensen kunnen zich ook binden met elkaar doormiddel van dwang

Sociale cohesie als bindmiddel

Sociale cohesie = mensen voelen zich met elkaar verbonden en vormen een groep / het aantal en de
kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het gevoel
een groep te zijn, lid te zijn van een gemeenschap, verantwoordelijkheid voelen voor elkaars welzijn
en een beroep op anderen doen.

Negatieve kanten van sociale cohesie:

Soms sluit zo’n hechte gemeenschap anderen uit die er niet bij mogen horen omdat ze ‘anders’ zijn.
Het gevolg kan zijn dat er conflicten kunnen ontstaan. De sociale cohesie tussen groepen kan bij
conflicten zwakker worden, maar binnen de eigen groep juist sterker worden.



Par 2.4 samenhang

Correlatie = de samenhang tussen 2 variabelen. We kunnen daarmee voorspellingen done

Causaliteit / causale relatie = een oorzakelijk verband tussen 2 variabelen. Variabele A leidt
rechtstreeks tot variabele B

Sociale verschijnselen zijn heel vaak muticausaal (= veel factoren spelen tegelijkertijd en de vraag is
welke werkelijk doorslaggevend zijn)

Voorbeeld van causale relaties

Levensbeschouwing → mate van vrijwilligerswerk

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller geert-janverkuil. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60904 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.86  61x  sold
  • (24)
  Add to cart