Procesmanager: kan zich bezighouden met het verbeteren en invoeren van nieuwe
kwaliteitssystemen en het afstemmen van de informatiebehoefte en het beoordelen en
controleren van prestaties. Heeft invloed op de directe omgeving maar NIET op de indirecte
omgeving. Alle processen worden gedocumenteerd en vastgelegd in werkinstructies en
worden prestaties gemeten. Denk aan output, incidenten, klanttevredenheid, doorlooptijd
en voorraden.
Procesmanagement: zorgt ervoor dat processen op elkaar worden afgestemd en dat
processen verbeterd worden.
Input/output
- Product
- Dienst (Klant)
- Dienst (Informatie)
Proces: Een proces is een serie transformaties tijdens de doorvoer, waardoor het ingevoerde
element verandert van plaats, vorm, afmeting, functie, eigenschap of ander kenmerk en waarbij
waarde wordt toegevoegd. Een opeenvolging van gebeurtenissen binnen een organisatie met een
begin en een eind.
Transformatie: proces waarbij een object (grondstof, onderdeel, halffabricaat, component) wordt
omgezet in een ander object waaraan waarde wordt toegevoegd.
- Het veranderen van de uiterlijke vorm (vormverandering)
- Het veranderen van de chemische aard
- Verplaatsing
- Opslag
- Behandeling
Samenvattend een proces:
- Fasen
- Input en output
- Output gewenst of ongewenst
- Dynamisch (een proces is niet statisch en verandert altijd)
- Transformatie of verandering
- Onderscheid natuurlijk en onnatuurlijke processen
- Onderscheid tussen continue en discontinue processen
Soorten processen:
- Continue processen: Dit proces stopt niet en gaat dag en nacht door.
Voorbeeld: energiecentrale
- Discontinue processen: Bij dit proces voeg je verschillende onderdelen samen tot een
eindproduct.
Voorbeeld: fietsenmaker
- Natuurlijke processen: Deze gebeuren vanzelf en houden zichzelf volgens de wetten van de
natuur in stand.
Voorbeeld: roest
, - Kunstmatige processen: Deze worden in stand gehouden door de mens. Bij elke stap worden
mensen, materialen of andere middelen ingezet om het proces aan de gang te houden.
Voorbeeld: productieproces
Deelproces: 1 of meerdere andere processen. Processchema’s worden ook wel Chevron-schema’s
genoemd.
Schaal van processen:
- Aggregatieniveau: op verschillende niveaus naar een proces kijken. Hoog niveau is
bijvoorbeeld het verkoopproces en laag is bijvoorbeeld reinigen van de velgen.
o Door op verschillende niveaus te kijken zie je relaties of problemen beter
- Om je zelf te dwingen om op verschillende aggregatieniveaus naar processen te kijken is de
blackbox benadering
o Bij blackbox benadering worden processen of deelprocessen als een zwarte doos
beschouwd waarbij alleen gezien kan worden wat er ingaat en wat er uitkomt.
o De interne relaties zijn onbekend.
Transformatie:
- Het veranderen van de uiterlijke vorm (producent auto)
- Het veranderen van de chemische aard (grondstoffen naar verf)
- Verplaatsing (trasport of taxi)
- Opslag (magazijn)
- Behandeling (masseur of tandarts)
Omgeving van processen:
- Omgeving: wat buiten het proces ligt maar wel invloed heeft op het proces of beïnvloed
wordt door het proces.
- Zowel de directe als indirecte omgeving heeft invloed op processen
, o Directe omgeving: alle partijen waarmee de onderneming een binding mee heeft. Dit
zijn de leveranciers, afnemers (klanten), de handelsschakels zoals groothandels en
winkeliers.
o Indirecte omgeving: factoren waarop de onderneming geen directe invloed heeft.
Een belangrijk onderdeel van de omgeving zijn stakeholders (belanghebbende) ze behoren
tot de directe omgeving. Belanghebbende die direct invloed heeft op de activiteiten van een
organisatie: toeleveranciers
Wat is procesmanagement
Fasen die je kunt onderscheiden op het gebied van procesmanagement:
- Herkennen
- Analyseren: wat zijn verschillende processtappen? Wie zijn er bij het proces betrokken?
- (Her)ontwerpen: het proces zo optimaal efficiënt te laten verlopen
- Implementeren
- Afstemmen
- (Bij/be) sturen
Aspecten van procesmanagement:
- Organisatie (inrichten of organiseren van processen)
- Normen en regels
- Input en output
- Informatie en communicatie
- Tijd (ene stap afhankelijke van de ander)
- Plaats
Procesmanagement maakt het mogelijk om dynamische processen in en buiten organisaties te
monitoren, te documenteren, te analyseren en te verbeteren.
- Brengt helder activiteiten en hun relaties in kaart
- Zorgt voor begrip bij betrokkenen
- Problemen en oorzaken lokaliseren
- Processen verbeteren
- Afstemmen (deel)processen
- Mogelijkheden tot benchmarking
- Welke activiteiten waarde toevoegen
Effectiviteit: datgene doen wat je beoogt te doen. Het resultaat behaald te worden
Efficiëntie: de offers die we brengen (geld, inspanning). De mate waarin het proces optimaal en
zuinig omspringt met tijd (menskracht), grondstoffen en geld.
Naast effectiviteit en efficiëntie zijn de volgende zaken van belang bij het beheersen van processen:
1. Bestuurbaarheid: mate waarin het proces transparant, meetbaar en bestuurbaar is en
mogelijkheden biedt tot controle door derden. Overproductie. De doorlooptijd tussen de
bestelling van een product en de orderuitlevering.
2. Risico’s: waarschijnlijkheid dat een bepaald negatief effect zich voordoet
3. Kwaliteit: voldoen aan eisen, behoefte en specificaties van de klant. Defecten
4. Robuustheid: de mate waarin het proces gevoelig is voor storingen van buitenaf. Hoe vaak
gaat bijvoorbeeld een systeem plat? In hoeverre werkt foutieve input door op de output?
5. Flexibiliteit: mate waarin het proces onder veranderde omstandigheden werkbaar blijft.
Ontwikkeltijd.
Procesautomatisering in het algemeen gaat om het vervangen van menselijke arbeid door machines
en processen automatisch te laten verlopen. Drijfveer is economisch. Geautomatiseerde processen
verlopen vaak effectiever en ook de kwaliteit is in veel gevallen beter.
Procesmanager
, De procesmanager: houdt zich bezig met procesmanagement bestaand uit: herkennen,
analyseren, ontwerpen, implementeren, afstemmen en besturen van processen. Dit kunnen
fysieke processen zijn maar ook niet-fysieke processen zoals juridische processen.
De productiemanager: (operations manager, manager operations) houdt toezicht op het
productieproces, opstellen van productieschema’s, kwaliteit, contact leverancier, onderhoud
apparatuur, gezondheid en veiligheid medewerkers en uitwerken benodigdheden personele
en materiele middelen.
5M:
1. Mensen
2. Machines
3. Methodes
4. Materialen
5. Money
Materials management: grondstoffen en halffabricatenstromen zo efficiënt mogelijk door
het productieproces te voeren.
1. Prognoses maken
2. Opstellen van productieplannen
3. Afhandeling van klantorders
4. Kiezen van leveranciers
5. Interne logistiek
6. Assemblage plannen
Kwaliteitsmanager (kwaliteitsmanagementsysteem KMS): helpt bedrijven om de kwaliteit
van hun processen en hun uitkomsten te beheersen. Continue verbetering. Hulpmiddel is
plan-do-check-act (cirkel van Deming).
Programmamanager: houdt zich bezig met het doorvoeren van procesveranderingen in
complexe situaties met een grote impact op de bestaande organisaties. Trajecten met veel
onzekerheden en risico’s waarbij er een duidelijk aansluiting is met de strategie.
De procesmatige aanpak van een gebiedsontwikkelaar zit hem in het feit dat het
verandertraject als een proces wordt beschouwd dat weer bestaat uit verschillende
deelprocessen.
- Activiteit: een clustering van een of meer bij elkaar horende handelingen.
- Proces: een aaneenschakeling van activiteiten in een bepaalde volgorde.
- Bedrijfsproces: het geheel aan primaire, ondersteunende en besturende processen. Een
geordende reeks werkprocessen binnen een organisatie.
- Procesmanagement: het identificeren, ontwerpen en vernieuwen van bedrijfsprocessen.
- Handeling: de elementaire vorm van een werkzaamheid binnen een organisatie. De kleinst
mogelijke eenheid van werk, uitgevoerd door 1 werknemer.
- Subproces: een samenhangend geheel van activiteiten in het hoofdproces.
- Werkproces: een geordende reeks processtappen binnen een organisatorische eenheid.
- Processtap: een reeks handelingen
Hoofdstuk 2
SIPOC
Een SIPOC is een overzichtelijke figuur van het proces op hoofdlijnen.
Hierin is duidelijk
- Wat de belangrijkste processtappen zijn (P)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margobijlsma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.