100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Middeleeuwen II samenvatting van alle colleges $7.01   Add to cart

Summary

Middeleeuwen II samenvatting van alle colleges

1 review
 35 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle colleges van Middeleeuwen II samengevat in een bestand, ideaal voor voorbereiding van het tentamen Middeleeuwen II.

Preview 3 out of 25  pages

  • June 28, 2018
  • 25
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: ryanohare11 • 4 year ago

avatar-seller
Middeleeuwen samenvatting colleges
Hoorcollege 1 Feodalisme BR
Het begrip feodalisme heeft een dubbele lading, het kan gezien worden als een
politiek-juridisch begrip over een afsprakensysteem tussen vorst en adel, dit werd
gedaan dor rechtshistorici in de 18e eeuw die hiermee trachtten het verlicht
absolutisme te verklaren/legitimeren. Tegelijker een sociaal-economische invulling
van het begrip door Marx en Smith, zij zien het als de manier waarop de samenleving
was georganiseerd met de heer als landeigenaar en de boeren als horigen.
Bloch is voor de sociaal-economische visie, dit is erg aantrekkelijk want hij deelt de
hele samenleving in een keer in, maar hierdoor verlies je oog op de verschillen,
relatie boer heer en koning adel is een compleet andere relatie. Vorst gaf een
Beneficium (leen) aan een adellijk figuur in ruil voor Auxilium (daad) en raad
(Concillium), dit had een heer en zijn boer niet dit was een exploitatie relatie.
Visie van Ganshof (feodaal-vazallititsche verhouding)  een redelijke gelijke relatie,
land in ruil voor trouw. Er ontstaat een feodale pyramide  Vorst  hertogen 
kasteelheren enz. totdat er een beheersbaar stuk grond overblijft, leenmannen
kunnen dus ook weer leenheren zijn, eeuwige opdeling van grond, daardoor
gebieden in middeleeuwen versnipperd, tot dit systeem behoort de boerenbevolking
niet en dus volgens Ganshof horen zij niet in het feodale systeem. Centrifugale
krachten van feodalisme  lenen worden erfelijk en komen niet meer terug in
handen van de vorst, zoals bv., bij de graaf van Holland, hij wordt steeds meer een
territoriaal heerser, een nog beter voorbeeld is de Hertog van Bourgondië  Karel de
stoute probeert als leenman zelf ook koning te worden. Al snel ontstaat het gevaar
van een dubbele loyaliteit  een leenman kan gebieden hebben in twee landen met
twee verschillende leenheren als er dan oorlog komt, wordt je geacht mee te vechten
maar met welke partij ? (dubbele loyaliteit). Daarbij zijn veel leenmannen loyaal aan
hun leenheer en tegelijkertijd de koning als hogere leenheer ofwel Leenheer 
leenman (en leenheer)  leenman, de leenman heeft hier dus ook een dubbele
loyaliteit bij de koning en zijn directe leenheer. Hierdoor werd alles ingewikkeld er
kwamen herauten om uit te rekenen met wie je kon trouwen om dubbele loyaliteit te
voorkomen, soms werd loyaliteit als in Auxilium ook afgekocht. Ganshof concentreert
zicht enkel op de relatie vorst en edelen, hiermee ontwijkt hij de problemen rondom
de feodale maatschappij, hij ziet dit als een ander systeem  hofstelsel of manorial
system. Ganshof kijkt dus maar naar een beperkt deel maar beargumenteert dat je
om te willen kijken naar de boerenmaatschappij andere begrippen moet gebruiken,
dit gebeurt echter vaak niet bij historici.
Historiografische ontwikkelingen vanaf jaren 60  volgens Barthélemy kwam
feodalisme op met de teloorgang vorstelijk gezag in de 10 e en 11e eeuw. Bisson
beschrijft de feodale omslag  nieuw feodalisme in de 10e eeuw, top van de feodale
piramide verzwakt en verdwijnt, kleine kasteelheren grijpen de macht (te zien aan
vondst mottenkastelen  eenvoudige kastelen op heuvel, dit noemen we de banale
revolutie  koninklijke rechtsmacht en controle vervalt en komt in handen van de
lokale kasteelheren, rechtspraak kwam in handen van de kasteelheren en werd veel

,strenger vandaar banale revolutie. Er is een verwarring in terminologie, historici die
spreken van een feodale omslag nemen vaak wel weer de boeren mee. Bisson
beargumenteert dat  De kasteelheren pakken de macht en beginnen met uitpersen
van de bevolking (ijzeren eeuw), er kwam een rem op sociaal-economische
ontwikkelingen  geen ruimte meer voor investeringen en economie kwam stil te
liggen. De Godsvredebeweging kwam op het zelfde moment op tegen de kastelen
terreur. De kerk vind het ook mooi geweest en zorgen door hun sterke positie dat de
kasteelheren weer enigszins in bedwang worden gehouden  een van die manieren
was om ze op kruistocht te sturen ‘’ ga daar maar moorden ‘’. Bisson zag de 10 e
eeuw als een nare ijzeren eeuw, tegenwoordig zien historici de 10 e eeuw juist als de
basis voor de economische bloei van later.
Recapitulatie  er zijn meerdere definities, aan te raden is een beperkte definitie
zoals die van Ganshof. Sociaal-economische historici hanteren liever een groter
begrip met het boeren exploitatie systeem erbij. Werkelijkheid was ingewikkelder,
feodale pyramide werkte niet overal, grote regionale en diachrone verschillen. Ook is
er een diachrone ontwikkeling , feodale systeem transformeert zich in de 10 e eeuw
met de feodale omslag van Bisson.
Hoorcollege 2 Investituursstrijd en Gregoriaanse hervormingen KI
koningen gebruikten de paus als legitimatie middel, zij konden hem immers tot keizer
kronen, koningen waren betrokken bij het steunen van kloosters (die ze dan konden
gebruikten als hotel  royal service genaamd Servitium Regale), koningen
benoemde bisschoppen en waren vaak ook betrokken bij de verkiezingen van
pausen. Eigenkirche  was het proces waarbij de wereldlijke heersers het gebied
waarop kerken en kloosters stonden nog steeds in bezit hadden. Hendrik II de laatste
Ottoonse keizer deed dit alles, en nog meer  hij was onderdeel van de Cathedral
chapter  dit was de staff van de kerk (alle klerken) zij kozen ook de nieuwe
bisschop, Hendrik II plaatst zichzelf in de Cathedral chapter en kiest zo zelf wie het
kathedraal gaat besturen als bisschop. Ook was er een palace chapel, dit was een
privékapel waar priesters onderwezen werden, deze priesters werden vrijwel altijd
bisschoppen, met andere woorden dit was de bisschop fabriek van Hendrik II.
Bisschoppen hadden enorme macht over steden in deze tijd, de pauselijke macht
was zwak en daarom was het zo belangrijk dat de keizer zelf bisschoppen kon
neerzetten, dit zien we dus veel bij de laatste Ottoonse keizer.
Na de Ottonen  Saliërs. Zij bleven ook bisschoppen benoemen, maar begonnen
ook zich te bemoeien met de benoeming van de paus, in Rome waren er twee
machtige families die pausen produceerden  Crescenti en Tusculany, op een
gegeven moment waren er 3 rivaliserende pausen , Benedictus IX, Silvester III en
Gregory VI  Hendrik is er klaar mee en zet ze af en benoemt een eigen paus
Clemens II die hem tot keizer benoemt. Pausen die afgezet werden was erg slecht
voor het pauselijke prestige, deze chaos triggert de Gregoriaanse hervormingen
genaamd na de grote man van de hervormingen, Gregorius VII. De hervorming wilde
terug naar de vroege christelijke kerk, het apostel leven  back to the basics. Dit
begon onder Leo IX die zelf van een hervormend klooster kwam (Gorze), dit klooster

, was gespecialiseerd in canoniek recht  dit was belangrijk want hierdoor kon de
paus zijn legitimiteit beargumenteren en dus legitimeren. Er waren 2 grote zaken die
moesten worden opgelost  het Celibaat wed slecht gehandhaafd  Nicolaïsme 
genaamd naar Nicolas een van de apostel die zich niet kon beheersen en seks had
met zijn vrouw, hij was zwak en het slechte voorbeeld. In deze tijd hadden veel
geestelijken concubines, ofwel een vrouw waar ze mee leefden maar niet mee
getrouwd waren  het probleem was dat er dan kinderen kwamen en die werden
erfopvolgers van de priesters, hierdoor werden kerken persoonlijk bezit dat je kon
erven dit gaat helemaal tegen de kerkelijke ideologie in, daarbij als een priester seks
had was die niet meer puur en kon die eigenlijk de mis niet meer doen  maar
iedere priester had seks dus dit werd een groot probleem. Het tweede probleem was
Simonie  het betalen voor een religieuze baan / positie, dit heet simonisme omdat
Simon in de bijbel de functie van Apostelen wil kopen ( hand op hoofd leggen en de
heilige geest zo overdragen). 3 manieren van simonisme  1. Munus a Manu (direct
betalen) 2. Munus ab obsequio (een positie in ruil voor loyaliteit tegenover de stad) 3.
Munus a Lingua de positie in ruil voor een favor. Leo IX ontsloeg iedereen die zijn
functie gekocht had. Niet alleen geestelijken waren voor de hervormingen, ook
anderen  zoals de Pataria dit was een beweging in Milaan in 1055 opgericht door
Arials van Carimate, zij vielen getrouwde priesters aan en priesters die hun seat
gekocht hadden (tegen simonisme en nicolaïsme). Alle hervormingsbewegingen
waren ergens verbonden  dit zorgde voor het conflict dat we Vegnum vs.
Saverdoticum noemen ofwel wereldlijke vs. geestelijke macht. Dit was ook het
moment waarop de pauselijke macht toenam, de paus was niet langer enkel de
bisschop van Romer maar de christelijk leider. De Paus werd steeds meer een
centraal figuur en begon zich met dingen buiten Rome te bemoeien, dit begon met
Leo IX. Er kwam een soort democratie rond de paus, met het college van Kardinalen
dat op een conclaaf de nieuwe paus koos, wat vandaag de dag nog steeds zo is.
Humbert of Silva Candida was een hervormer en werd naar Byzantium gestuurd die
nog steeds gebieden hadden in Zuid-Italië wat de paus als een bedreiging zag  ze
waren in Byzantium niet blij met deze man en er kwam een conflict de paus en
patriarch excommuniceerden elkaar in 1054. Het Oosters Schisma de kerken
scheidden en kwamen nooit meer bij elkaar. De Noormannen met hulp van de paus
veroverden de zuid-Italiaans gebieden op de Byzantijnen van 1061 tot 1091, de
gebieden waren voor de Noormannen in ruil voor militaire steun aan de paus. De
paus werd dus een leenheer, en dit werd als een bedreiging gezien door de keizer,
dit leidde tot de investituurstrijd.
3 factoren investituurstrijd tussen Hendrik IV en Gregorius VII  1. De macht in
HRRA was geswitcht van Saxen (Ottonen) naar Franken (Salians)  oorlog tussen
Hendrik IV en de Saksische adel (erg heftig , kastelen werden veroverd graven van
broer en vader van Hendrik 4 opgegraven en botten rond gesmeten) Hendrik IV
versloeg de adel in 1075  hij werd overmoedig en wilde Italië veroveren met name
Milaan, in Milaan was d e volkse hervormingsbeweging gesteund door de paus, we
krijgen een hele rare situatie de bisschoppen in Milaan gesteund door de keizer
tegen de volkse hervormingsbeweging gesteund door de paus. Dan benoemt
Hendrik IV in 1075 Theodald tot Bisschop van Milaan, Gregorius VII is woedend (als

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gsbachelor. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.01
  • (1)
  Add to cart