Normatieve problemen: vraag of bepaalde handelingen toegelaten, verplicht of verboden moeten worden
- Gerelateerde problemen: sociale rollen en natuurlijke determinanten zijn bepalend voor de oplossing
- Ongerelateerde problemen: sociale rollen en determinanten zijn irrelevant, probleem heeft betrekking op
iedereen
Ethiek/ Moraal/ Filosofie
Rechtsfilosofie Filosofie
Politieke filosofie
Kennisleer, metafysica, esthetica
Kennisleer/ epistemologie -> wat is waar?
Moraalfilosofie -> houdt zich bezig met normatieve vraagstukken (kwaad en juist)
Rechtsfilosofie -> wat is een rechtvaardige straf (goede wetten)
Politieke filosofie -> hoe ziet een goede samenleving eruit
Oplossen van die normatieve vraagstukken a.d.h.v. redeneringen en rationele argumenten. (filosofie)
Onberedeneerde oplossingen:
Geloof, wil van God
Geen gebruik maken van geloof, geen verwijzingen naar Zijn wil of heilige boeken. Religie voegt niets toe
aan ethiek
Dilemma van Euthyphro: ‘dat mag niet omdat God het zo niet wil’
Onbekende redenen -> God is willekeurig
Bekende redenen -> God is overbodig (terugkoppelen naar reden en niet aan God)
Emoties- instincten- intuïties
Genomen beslissingen vaak via emoties/ gevoelens, kan iets moois bij brengen (niet altijd: je suis un voleur)
- Ongenoegen over morele emoties -> homofobie, lijfstraffen
- Grenzen van morele intuïties -> geen of onduidelijk antwoord bij nieuwe problemen
- Democratie vraagt rechtvaardigheid -> motiveringsverplichting
,Bij het nemen van beslissingen kan je niet langer verwijzen naar de onderhuidse sentimenten, we voelen
de sentimenten en gaan er een rationeel argument aan geven.
Naturalistische drogreden
(naturalistic fallacy)
Je trekt uit feiten normatieve lessen.
Naturalistische drogreden = valkuil -> meer bedoelt dan enkel argumenten
Feitelijke info kan belangrijk zijn in normatieve kwesties
- Eerst naar hartslag luisteren voor abortus (confrontatie met moord van levend wezen)
- Nut van gevangenissen (hoge graad van terugval, eigen schuld, verdiende loon)
2. Normatieve problemen: de rationale benadering
Zoeken naar rationele oplossingen voor een normatief probleem -> loslaten van geloof, emoties of feitelijke
toestanden
Normatieve wetenschap zoekt voor welke oplossing de beste argumenten, hoe schokkend, onnatuurlijk,
utopisch, gevaarlijk, ... ze ook zijn.
2 voorbeelden:
Vrijwillige seks tussen broer en zus eigenlijk verbieden of hen verbieden om te trouwen en kinderen te
krijgen (4 rationele argumenten):
- bescherming van het gezin
- bescherming van kwetsbare gezinsleden tegen de minder nobele bedoeling van andere gezinsleden
- psychosociaal welzijn van potentiële nakomelingen en andere naaste bedreigd worden
- gezondheid van de eventuele nakomelingen (handicap)
,Plicht om kind in nood te helpen?
- kind in vijver -> strafrechtelijke vervolging indien je niet helpt
- kind in Afrika -> geen gevolgen als je niet helpt
2.1. Jeremy Bentham – Utilitarisme
Verzet tegen: irrationale morele emoties als leidraad van normatief handelen
Handelingen zijn goed als ze het geluk van individuele burgers bevordert. (the greatest happiness of the
greatest number)
Eind 18e eeuw: boek over ideale gevangenis, koepelgevangenis. Cipier in koepel die alles kan zien.
Wou een museum met allemaal lijken van beroemdheden, deze geesten zouden dat met elkaar kunnen
debatteren.
Hedonisme
Nutbalans is becijferbaar -> mensen plezier laten ervaren, op welke manier dan ook.
Voorbeeld: maakt van beperking job en laat zich gooien -> Franse Oh zet dit stop
Consequentialisme
Vooral moet kijken naar de gevolgen van het handelen
Voorbeeld: moeder Theresa: geen pijnstillers, God zijn keuze voor leed (leed is goed)
Voorbeeld: farmacie industrie is leed een goede zaak -> meer winst
Nominalisme
Elk individueel nutbalans mag in overweging genomen worden, niet werken met gemiddelden
Verwerping van de theorie
Hedonisme -> nutbalans moeilijk becijferbaar (geen duidelijke maat voor plezier, hangt af van vele
factoren)
Consequentialisme -> botst met diepe intuïties
Nominalisme --> moral monstruority (handelingen die botsen met morele intuïties)
Tramdilemma:
Onpersoonlijk (trek je aan de hendel) vs persoonlijk (duw je) dilemma (1 iemand opofferen om 5 levens te
redden)
Vervangbaarheidsargument:
Pieter Singer -> dieren moeten meer rechten krijgen want kunnen plezier en leed ervaren
Dieren jarenlang gelukkig maken om ze dan af te zonderen en snel te doden om ze dan te vervangen
, 2.2. Immanuel Kant – Deontologisme
Bedenker van dat deontologisme
- Kritiek over kennis
- Kritiek over moraalfilosofie
- Kritiek over esthetica
Kantiaanse moraal stelt dus grenzen aan de persoonlijke autonomie en brengt een vorm van paternalisme
met zich mee.
Intentiemoraal
De intentie telt, niet de gevolgen
TMS toestel -> legt bepaald hersengebied plat waardoor je minder gaat kijken naar de intentie en
meer naar de gevolgen.
Intrinsiek goed en slecht
Keuzevrijheid als veronderstelling
Regel kan dus goed zijn ook al heeft hij verschrikkelijke gevolgen
Voorbeeld: sekspop, verboden in Be -> wij accepteren de gevolgen hiervan niet.
Zaken kunnen positieve gevolgen hebben, ook al zijn ze intrinsiek slecht
Voorbeeld: homoseksualiteit: anderen kunnen dit intrinsiek slecht vinden maar zij kunnen er niets
aan doen/ veranderen
Radicale plichtmoraal
Absolute (geen uitzonderingen op maken) en universele beginselen
- Categorisch imperatief: je moet handelen volgens een regel waarvan je mag aannemen dat elk
mens met een rationele wil die aanvaardt en ernaar leeft.
Rawls:
Liever vermijden van pech dan optimaliseren van geluk (sluier van onwetendheid)
Beschermende rechten primeren boven optimaliserende vrijheden (sociale zekerheid)
Verwerping van de theorie (morele plicht)
Intentiemoreel -> gevolgen kunnen heel belangrijk zijn
Intrinsiek goed en slecht -> zonder vrije wil geen moraal
Radicale plichtmoraal -> zijn er wel universele beginselen
Fabel van de fluit:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samenvattingencriminologie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.68. You're not tied to anything after your purchase.