100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Pathologie H1-H2-H3-H4-H5-H6-H9-H10-H11-H12 $8.62   Add to cart

Summary

Samenvatting Pathologie H1-H2-H3-H4-H5-H6-H9-H10-H11-H12

 143 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Geneeskunde Gezondheid & Technologie G&T HBO-V Saxion GK pathologie

Preview 3 out of 27  pages

  • No
  • Alles voor leerjaar 1, h1-h2-h3-h4-h5-h6-h9-h10-h11-h12
  • July 2, 2018
  • 27
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Geneeskundn॰e (GK)

Pathologie (boekun)

1.1

Gezondheid het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de
fysieke, emotonele en sociale uitdagingen van het leven.

In een toestand van homeostase zorgen de orgaanstelsels dat de temperatuur, de zuurgraad (PH), de
samenstelling van het bloed en het vochtgehalte van het lichaam binnen bepaalde waarden blijven.

Ziekte een afwijking van de normale lichaamsstructuren en – functes die resulteert in verstoring
van vitale functes.

Normale bouw anatomie
Normale functoneren fysiologie

Pathologie de leer van ziekten in het algemeen en de pathofysiologie die van de fysiologische
processen die tot de ziekte leiden.
Patholoog een arts die de veranderingen in het lichaam als gevolg van een ziekte bestudeert.

1.2

Asymptomatsch wanneer een ziekte verloopt zonder ziekteverschijnselen.
Syndroom ziekte waarbij altjd sprake is van eenzelfde combinate van symptomen.
In tegenstelling tot syndromen zijn bij de meeste andere ziekten verschillende symptomen in
verschillende combinates aanwezig bij patinten.

1.3

Diagnostek proces waarmee wordt vastgesteld wat de oorzaak van de klachten of afwijkingen is.

Anamnese het verhaal van de patint, familieleden of andere betrokkenen.
Speciile anamnese de hoofdklacht van de patint.
Algemene anamnese medische voorgeschiedenis en psychologische omstandigheden van de
patint.
Familieanamnese geef soms inzicht in het erfelijke risico.
Tractusanamnese vragen over de orgaansystemen.
Verpleegkundige anamnese voor het verzamelen van relevante informate over de zorg.

Bij het lichamelijk onderzoek worden verschillende technieken gebruikt:
- Inspecte het bekijken van de buitenkant van de lichaam, de houding en bewegingen.
- Palpate het lichaam wordt met de vingers of handen afgetast. Hierbij wordt de groote, de
structuur, het oppervlak, de plaats van de gevoeligheid van organen of lichaamsdelen
worden onderzocht.
- Auscultate het luisteren naar de longen, het hart en de darmen.
- Percussie door lichaamsdelen te bekloppen met de vingers, handen of specifeke
instrumenten kunnen de omvang, de ligging van de organen en de consistente van de
onderliggende structuren worden beoordeeld.

Vitale functes pols, ademhaling, bloeddruk en temperatuur.

Laboratoriumonderzoek onderzoek naar de samenstelling van urine, bloed, keeluitstrijkjes, feces
(ontlastng) sputum of ander lichaamsmateriaal.

,Beeldvormend onderzoek de structuur en het functoneren van inwendige organen zichtbaar
worden gemaakt. Dit bevat onder andere:
- Röntgenonderzoek inwendige structuren in beeld brengen.
- Computen tomography (CT) met behulp van röntgenstraling en een computer een
driedimensionaal beeld van inwendige structuren wordt verkregen.
- Magnetc resonance imaging (MRI) trillingen van het lichaam in reacte op een sterk
magnetsch veld worden gebruikt om de binnenkant van het lichaam in beeld te brengen.
- Echografe beelden van inwendige organen worden gemaakt met behulp van de
weerkaatsing van geluidsgolven tegen verschillende soorten weefsels.
- Nucleaire geneeskunde met radioacteve stofen beelden maken van de structuur en de
werking van organen.
Functeonderzoek onderzoek waarbij de werking van delen van het lichaam wordt getest, zoals
hart en hersenen.

Biopt een stukje weefsel dat door middel van een puncte of excisie verwijderd is. Zon biopsie
wordt vaak gedaan om te bepalen of een tumor kwaadaardig of goedaardig is.

1.4

Prognose uitspraak van de arts over het verwachte verloop en de uitkomst van de ziekte.

Acute ziekte een ziekte die plotseling ontstaat en kort duurt.
Chronisch een ziekte die langzaam en minder hefige begint en maanden of jaren duurt.
Terminaal een ongeneselijke ziekte waaraan de patint binnen enkele maanden zal overlijden.

Remissie een periode waarin de symptomen van een chronische ziekte (tjdelijk) verminderen.
Exacerbate als de symptomen van een ziekte in alle hevigheid terugkeren.
Recidief wanneer een ziekte weken of maanden na een (schijnbare) remissie weer de kop
opsteekt.

Complicate ongewenste gebeurtenis of toestand bij iemand di een ziekte heef en/of daarvoor
behandeld is.

Mortaliteit maat voor de sterfe, vaak weergegeven als het aantal sterfgevallen per 100.000
inwoners in een bepaalde periode.

Morbiditeit de mate van voorkomen van ziekte of ziektegerelateerde beperkingen in een
populate.

Comorbiditeit of multmorbiditeit het voorkomen van twee of meer stoornissen of aandoeningen
bij een persoon.

Incidente het aantal nieuwe gevallen van een bepaalde ziekte in een bepaalde periode.
Prevalente het aantal ziektegevallen op een bepaald tjdstp in een bepaalde populate.

Epidemiologie de studie van het voorkomen van ziekten in relate tot het voorkomen van andere
verschijnselen.

1.5

Etologie de leer van de ziekteoorzaken.
Pathogenese ontstaansmechanisme van hen ziekte met ander woorden, de wijze waarop de
oorzaak leidde tot de anatomische en fysiologische veranderingen in het lichaam die uiteindelijk in
ziekte resulteren.

, Idiopathische ziekte als de oorzaak van een ziekte niet bekend is.
De belangrijkste ziekteoorzaken:
- Erfelijkheid
- Aangeboren
- Degenerate de structuur of werking van de aangedane weefsels of organen gaat
geleidelijk achteruit.
- Ontsteking, auto-immuniteit of allergie gevolg van een verhoogde actviteit van het
immuunsysteem.
o Niet-infecteuze aandoeningen
o Infecteuze aandoeningen
- Neoplasmata (kanker) gevolg van abnormale cel- of weefselgroei, waardoor tumoren
ontstaan.
- Metabool een gestoorde stofwisseling
- Traumatsch
- Voedingsgerelateerd

Vier vermijdbare risicofactoren voor een chronische aandoening: slechte voeding, roken, overmatg
alcoholgebruik en tekort aan lichaamsbeweging.

1.6

Risicofactoren:
-Endogeen (genetsch)
-Exogeen (omgevingsgebonden)
o Chemische factoren
o Fysische factoren
o Biologische factoren
o Voeding
o Stress

1.7

Vallen van ouderen kan worden voorkomen door een multdisciplinaire aanpak op de volgende
punten:
- Lichaamsbeweging
- Geneesmiddelencheck
- Goede visus slecht zien bemoeilijkt een veilige manier van voortbewegen.
- Veilige woonomgeving

1.8

Curatef behandeling gericht op genezing.
Palliatef behandeling gericht op behoud van de kwaliteit van het leven.
Causale behandeling waarbij de oorzaak van de ziekte wordt aangepakt.
Symptomatsche behandeling waarbij lichaamseigen stofen of extra voedingsstofen toegediend
waaraan het lichaam een tekort heef.
Behandeling:
- Mediamenteus er worden medicijnen gebruikt om de oorzaak van de klachten te
behandelen of de symptomen te bestrijden.
- Niet-mediamenteus bestaan uit chirurgisch ingrijpen, psychotherapie, fysiotherapie.
Dieetadviezen enzovoort.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NinaScholten4. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.62  1x  sold
  • (0)
  Add to cart